NJB 2019/208:Internationale sanctie tegen Libië. Asset freeze. Onzekerheid in kort geding. Libië heeft gelden geïnvesteerd in een fonds. Een Nederlandse vermogensbeheerder beheerde het vermogen van het fonds en was (mede)bestuurder van het fonds. In 2011 hebben de Verenigde Naties en de Europese Unie bij wijze van internationale sanctiemaatregel tegen Libië een asset freeze afgekondigd. Daarna is de vermogensbeheerder als bestuurder ontslagen en zijn andere bestuurders benoemd. In dit kort geding treft het hof voorzieningen die ertoe strekken dat de vermogensbeheerder (i) geen gelden aan het fonds onttrekt, met uitzondering van bewaringskosten en (ii) informatie verschaft over de bewaringskosten. Hoge Raad: Nu over de rechtsgeldigheid van het ontslag en de benoemingen twijfel bestaat, heeft het hof zonder schending van enige rechtsregel tot de onder (i) bedoelde ordemaatregel kunnen overgaan. Die onzekerheid brengt echter ook mee dat het hof had moeten afzien van de onder (ii) bedoelde voorziening. De informatie behoeft pas verschaft te worden zodra rechtens vaststaat wie de bestuurders van het investeringsfonds zijn