Einde inhoudsopgave
Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers
Artikel 102 Vermindering inbouwbedragen bij korting op particulier pensioen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2005. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 16-07-2003
- Bronpublicatie:
09-09-2004, Stb. 2004, 493 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken: 29008)
- Inwerkingtreding
01-01-2005, terugwerkend tot: 16-07-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-09-2004, Stb. 2004, 493 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken: 29008)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Op verzoek van degene die aantoont, dat uit hoofde van zijn recht op algemeen pensioen een vermindering plaatsvindt van enig ander pensioen dan bedoeld in artikel 101, vijfde lid, wordt het bedrag van die vermindering voor zoveel mogelijk in mindering gebracht op het inbouwbedrag. De vorige volzin is slechts van toepassing voor zover bedoelde vermindering betrekking heeft op tijd die gelijktijdig in de desbetreffende betrekkingen is of geacht kan worden te zijn vervuld. Aan diensttijd die niet daadwerkelijk in dienstverhouding of als politiek ambtsdrager is doorgebracht wordt een plaats toegekend overeenkomstig het bepaalde bij artikel 99, onderdeel h.
2.
De vermindering van het inbouwbedrag bedoeld in het vorige lid gaat in met de dag waarop de in dat lid bedoelde omstandigheid is opgetreden, met dien verstande dat deze niet vroeger ingaat dan een jaar voor de eerste dag van de maand waarin het desbetreffende verzoek werd ingediend.
3.
Bij toepassing van het eerste lid wordt in geval op meer dan een pensioen recht bestaat, het bedrag van de in dat lid bedoelde vermindering op de inbouwbedragen in mindering gebracht naar verhouding van evenbedoelde bedragen.
4.
Indien de som van het inbouwbedrag en de vermindering van het andere pensioen, ook na toepassing van de overige bepalingen van dit artikel, een bedrag gelijk aan 80 percent van het algemeen pensioen overschrijdt, wordt van deze overschrijding een deel in mindering gebracht op het inbouwbedrag, en wel in de verhouding waarin de diensttijd waarnaar het pensioen, waarop vorenbedoeld inbouwbedrag betrekking heeft, is of wordt geacht te zijn berekend, staat tot het totaal van de diensttijden.
5.
Dit artikel is van overeenkomstige toepassing, indien een vermindering plaats vindt van enig ander pensioen dan bedoeld in artikel 101, vijfde lid, toegekend aan de echtgenoot van belanghebbende.