Einde inhoudsopgave
Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers
Artikel 104 Gemoedsbezwaren
Geldend
Geldend vanaf 10-01-1986. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-04-1985
- Bronpublicatie:
12-12-1985, Stb. 1985, 734 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 19015 Overheid.nl: 19015)
- Inwerkingtreding
10-01-1986, terugwerkend tot: 01-04-1985
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-1985, Stb. 1985, 734 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 19015Overheid.nl: 19015)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
De bepalingen van dit hoofdstuk blijven buiten toepassing ten aanzien van degenen die op grond van gemoedsbezwaren hun recht op algemeen pensioen niet geldend maken, met dien verstande dat zij zoveel mogelijk overeenkomstige toepassing vinden met betrekking tot diegenen van evenbedoelden, die recht hebben op een uitkering als bedoeld in artikel 48 van de Algemene Ouderdomswet.