Einde inhoudsopgave
Voorschrift Vreemdelingen 2000
Artikel 3.34h
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
01-12-2023, Stcrt. 2023, 33937 (uitgifte: 13-12-2023, regelingnummer: 5031699)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-12-2023, Stcrt. 2023, 33937 (uitgifte: 13-12-2023, regelingnummer: 5031699)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Vreemdelingenrecht (V)
1.
Ter zake van de afdoening van een aanvraag om toetsing aan het gemeenschapsrecht en afgifte van het daaraan verbonden verblijfsdocument, is de vreemdeling een bedrag van € 76 verschuldigd.
2.
Onverminderd artikel 3.34g, derde en vierde lid, is de vreemdeling die valt onder artikel 41, eerste lid, van het op 23 november 1970 te Brussel tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij de op 12 september 1963 te Ankara gesloten Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije (Trb. 1971, 70) of artikel 6, 7 of 13 van het Besluit 1/80 van de Associatieraad EEG-Turkije betreffende de ontwikkeling van de Associatie, ter zake van de afdoening van een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 20 van de Wet, een bedrag van € 76 verschuldigd.