Einde inhoudsopgave
Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst van 9 september 1886, aangevuld te Parijs op 4 mei 1896, herzien te Berlijn op 13 november 1908, aangevuld te Bern op 20 maart 1914, herzien te Rome op 2 juni 1928, te Brussel op 26 juni 1948, te Stockholm op 14 juli 1967 en te Parijs op 24 juli 1971
Artikel 27
Geldend
Geldend vanaf 15-12-1972
- Bronpublicatie:
24-07-1971, Trb. 1972, 157 (uitgifte: 12-12-1972, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-12-1972
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-1974, Trb. 1974, 227 (uitgifte: 01-01-1974, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1)
Deze Conventie wordt onderworpen aan herzieningen ten einde daarin wijzigingen aan te brengen die kunnen strekken tot verbetering van het stelsel der Unie.
2)
Te dien einde zullen achtereenvolgens in een van de landen van de Unie conferenties van afgevaardigden van die landen plaatshebben.
3)
Behoudens de bepalingen van artikel 26 die van toepassing zijn op de wijziging van de artikelen 22 tot en met 26, is voor elke herziening van deze Conventie, met inbegrip van het Aanhangsel, eenparigheid van stemmen vereist.