Einde inhoudsopgave
Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst van 9 september 1886, aangevuld te Parijs op 4 mei 1896, herzien te Berlijn op 13 november 1908, aangevuld te Bern op 20 maart 1914, herzien te Rome op 2 juni 1928, te Brussel op 26 juni 1948, te Stockholm op 14 juli 1967 en te Parijs op 24 juli 1971
Aanhangsel
Geldend
Geldend vanaf 10-10-1974
- Bronpublicatie:
24-07-1971, Trb. 1972, 157 (uitgifte: 12-12-1972, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-1974
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-1974, Trb. 1974, 227 (uitgifte: 01-01-1974, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Artikel I
1)
Een land dat overeenkomstig de gevestigde gebruiken van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties als ontwikkelingsland wordt beschouwd en dat deze Akte, waarvan dit Aanhangsel een integrerend deel uitmaakt, bekrachtigt of daartoe toetreedt en dat zich, gezien zijn economische situatie en zijn sociale of culturele behoeften, niet in staat acht om terstond de nodige regelingen te treffen ten einde de bescherming te verzekeren van alle rechten zoals bepaald in deze Akte kan, door middel van een kennisgeving, nedergelegd bij de Directeur-Generaal op het tijdstip van nederlegging van zijn akte van bekrachtiging of toetreding of, behoudens het bepaalde in artikel V, eerste lid, letter c, op elk later tijdstip, verklaren dat het zich beroept op de mogelijkheid voorzien in artikel II of op die, voorzien in artikel III, dan wel op beide. In plaats van een beroep te doen op de mogelijkheid voorzien in artikel II kan het een verklaring afleggen overeenkomstig artikel V, eerste lid, letter a.
2)
a
Een ingevolge het eerste lid afgelegde verklaring waarvan kennis wordt gegeven voor het verstrijken van een tijdvak van tien jaar te rekenen van de inwerkingtreding van de artikelen 1 tot en met 21 en van dit Aanhangsel overeenkomstig artikel 28, tweede lid, blijft geldig tot het verstrijken van genoemd tijdvak. Zij kan geheel of gedeeltelijk worden verlengd voor verdere achtereenvolgende tijdvakken van tien jaar door middel van een kennisgeving, niet langer dan vijftien maanden doch uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van het lopende tijdvak van tien jaar nedergelegd bij de Directeur-Generaal.
b
Een ingevolge het eerste lid afgelegde verklaring waarvan kennis is gegeven na het verstrijken van een tijdvak van tien jaar te rekenen van de inwerkingtreding van de artikelen 1 tot en met 21 en van dit Aanhangsel overeenkomstig artikel 28, tweede lid, blijft van kracht tot het verstrijken van het lopende tijdvak van tien jaar. Zij kan worden verlengd zoals bepaald in de tweede zin van letter a.
3)
Een land van de Unie dat niet langer wordt beschouwd als ontwikkelingsland zoals bedoeld in het eerste lid is niet langer bevoegd zijn verklaring te verlengen zoals bepaald in het tweede lid. Ongeacht of dit land zijn verklaring al dan niet officieel intrekt, kan het zich niet meer beroepen op de mogelijkheden, voorzien in het eerste lid, en wel hetzij bij het verstrijken van het lopende tijdvak van tien jaar, hetzij drie jaar nadat het niet langer als ontwikkelingsland wordt beschouwd, waarbij de termijn die het laatst verstrijkt moet worden aangehouden.
4)
Wanneer er op het tijdstip waarop de verklaring, afgelegd ingevolge het eerste of het tweede lid, niet langer geldig is, een voorraad exemplaren is, vervaardigd uit hoofde van een vergunning verleend krachtens de bepalingen van dit Aanhangsel, kan worden voortgegaan met het in omloop brengen van die exemplaren tot het tijdstip waarop de voorraad is uitverkocht.
5)
Een land dat is gebonden door de bepalingen van deze Akte en dat overeenkomstig artikel 31, eerste lid, een verklaring of een kennisgeving heeft nedergelegd betreffende de toepassing van deze Akte voor een bepaald gebied, waarvan de situatie kan worden beschouwd als overeenkomende met die van de landen bedoeld in het eerste lid, kan ten aanzien van dat gebied de in het eerste lid bedoelde verklaring afleggen en de in het tweede lid bedoelde kennisgeving van verlenging verrichten. Zolang deze verklaring of kennisgeving geldig blijft zijn de bepalingen van deze Akte van toepassing voor het gebied ten aanzien waarvan zij is gedaan.
6)
a
Het feit dat een land zich beroept op een van de mogelijkheden, voorzien in het eerste lid, geeft een ander land niet de vrijheid aan de werken waarvan het eerste land het land van oorsprong is een geringere bescherming toe te kennen dan waartoe het is verplicht ingevolge de artikelen 1 tot en met 20.
b
Van de mogelijkheid tot wederkerigheid bepaald in artikel 30, tweede lid, letter b, tweede zin, kan tot de datum waarop de termijn die ingevolge artikel I, derde lid, van toepassing is, verstrijkt, geen gebruik worden gemaakt voor werken uit een land van oorsprong dat een verklaring heeft afgelegd overeenkomstig artikel V, eerste lid, letter a.
Artikel II
1)
Een land dat heeft verklaard de mogelijkheid, voorzien in dit artikel, in te roepen is bevoegd, wat de werken betreft die in gedrukte vorm of in enigerlei andere soortgelijke vorm van verveelvoudiging, zijn gepubliceerd, het uitsluitende recht tot vertaling, voorzien in artikel 8, te vervangen door een stelsel van vergunningen, die uitsluitend noch overdraagbaar zijn en die door de bevoegde autoriteit op de onderstaande voorwaarden en overeenkomstig artikel IV verleend worden.
2)
a
Behoudens het bepaalde in het derde lid kan, wanneer bij het verstrijken van een tijdvak van drie jaar of van een langer tijdvak bepaald door de nationale wetgeving van genoemd land, te rekenen van de eerste publikatie van een werk, door de rechthebbende op het vertaalrecht of met zijn toestemming geen vertaling is gepubliceerd in een algemeen in dat land gebruikte taal, elke onderdaan van genoemd land een vergunning verwerven om een vertaling van het werk in genoemde taal te maken en deze vertaling te publiceren in gedrukte vorm of in een andere soortgelijke vorm van verveelvoudiging.
b
Krachtens dit artikel kan eveneens een vergunning worden verleend indien alle uitgaven van de in de betrokken taal gepubliceerde vertaling zijn uitverkocht.
3)
a
In geval van vertalingen in een taal die niet algemeen wordt gebruikt in een of meer ontwikkelde landen, leden van de Unie, wordt het tijdvak van drie jaar bedoeld in het tweede lid, letter a, vervangen door een tijdvak van een jaar.
b
Een land bedoeld in het eerste lid kan, met de eenstemmige goedkeuring van de ontwikkelde landen, leden van de Unie, waar dezelfde taal algemeen wordt gebruikt, in het geval van vertalingen in die taal, het tijdvak van drie jaar bedoeld in het tweede lid, letter a, vervangen door een korter tijdvak vastgesteld bij genoemde goedkeuring, waarbij dit tijdvak evenwel niet korter mag zijn dan een jaar. De bepalingen van de voorgaande zin zijn niettemin niet van toepassing wanneer de betrokken taal het Engels, het Spaans of het Frans is. Elke goedkeuring in deze zin wordt door de Regeringen die haar hebben verleend ter kennis gebracht van de Directeur-Generaal.
4)
a
Een in dit artikel bedoelde vergunning kan ingeval zij kan worden verworven na het verstrijken van een tijdvak van drie jaar slechts worden verleend na een aanvullend tijdvak van zes maanden, en ingeval zij kan worden verworven na het verstrijken van een tijdvak van een jaar, na een aanvullend tijdvak van negen maanden,
- i)
te rekenen van de datum waarop de aanvrager de formaliteiten bepaald in artikel IV, eerste lid, heeft vervuld;
- ii)
dan wel, indien de identiteit of het adres van de rechthebbende op het vertaalrecht niet bekend is, te rekenen van de datum waarop de aanvrager, zoals bepaald in artikel IV, tweede lid, afschriften van de door hem ingediende aanvrage toezendt aan de autoriteit die bevoegd is de vergunning te verlenen.
b
Indien gedurende het tijdvak van zes of negen maanden een vertaling in de taal waarvoor het verzoek werd ingediend wordt gepubliceerd door de rechthebbende op het vertaalrecht of met zijn toestemming, wordt geen vergunning krachtens dit artikel verleend.
5)
Een in dit artikel bedoelde vergunning kan slechts worden verleend voor gebruik bij het onderwijs aan scholen en universiteiten of bij wetenschappelijk onderzoek.
6)
Indien de vertaling van een werk door de rechthebbende op het vertaalrecht of met zijn toestemming wordt gepubliceerd tegen een prijs, vergelijkbaar met die welke in het betrokken land voor soortgelijke werken gebruikelijk is, neemt een krachtens dit artikel verleende vergunning een einde indien het een vertaling betreft in dezelfde taal als die van de krachtens de vergunning gepubliceerde vertaling en haar inhoud in hoofdzaak dezelfde is. Het in omloop brengen van alle reeds voor het verstrijken van de vergunning vervaardigde exemplaren kan worden voortgezet totdat zij zijn uitverkocht.
7)
Voor werken die voornamelijk bestaan uit illustraties kan slechts een vergunning om een vertaling van de tekst te maken en te publiceren en om de illustraties te reproduceren en te publiceren worden verleend, indien eveneens is voldaan aan de voorwaarden van artikel III.
8)
Er kan geen vergunning krachtens dit artikel worden verleend wanneer de auteur alle exemplaren van zijn werk uit de circulatie heeft genomen.
9)
a
Een vergunning voor het maken van een vertaling van een werk dat in gedrukte vorm of in enigerlei andere soortgelijke vorm van weergave is gepubliceerd kan ook worden verleend aan een radiozendorganisatie die haar zetel heeft in een in het eerste lid bedoeld land naar aanleiding van een door genoemde organisatie bij de bevoegde autoriteit van dat land ingediende aanvrage mits is voldaan aan alle onderstaande voorwaarden:
- i)
de vertaling wordt gemaakt aan de hand van een exemplaar dat is vervaardigd en verkregen in overeenstemming met de wetgeving van genoemd land;
- ii)
de vertaling kan alleen gebruikt worden in uitzendingen bestemd voor het onderwijs of de verspreiding van wetenschappelijke of technische voorlichting bestemd voor deskundigen van een bepaald beroep;
- iii)
de vertaling wordt uitsluitend gebruikt voor de in punt ii) opgesomde doeleinden in uitzendingen die op rechtmatige wijze plaatsvinden en zijn bestemd voor degenen die ze op het grondgebied van genoemd land kunnen ontvangen, met inbegrip van uitzendingen door middel van geluid- of beeldopnamen die op rechtmatige wijze en uitsluitend voor zodanige uitzendingen zijn vervaardigd;
- iv)
alle gebruik dat van de vertaling wordt gemaakt geschiedt zonder winstoogmerk.
b
Geluid- of beeldopnamen van een vertaling door een radiozendorganisatie vervaardigd op grond van een krachtens dit lid verleende vergunning kunnen, voor de doeleinden en onder voorbehoud van de voorwaarden opgesomd in letter a en met goedkeuring van deze organisatie ook worden gebruikt door elke andere radiozendorganisatie die haar zetel heeft in het land waarvan de bevoegde autoriteit de betrokken vergunning heeft verleend.
c
Mits wordt voldaan aan alle criteria en voorwaarden opgesomd in letter a kan ook een vergunning worden verleend aan een radiozendorganisatie voor vertalingen van teksten verwerkt in een audiovisuele opname vervaardigd en gepubliceerd voor uitsluitend gebruik op scholen of aan universiteiten.
d
Behoudens het bepaalde in de letters a tot en met c zijn de bepalingen van de voorgaande leden van toepassing op de verlening en het gebruik van elke krachtens dit lid verleende vergunning.
Artikel III
1)
Een land dat heeft verklaard de bij dit artikel voorziene mogelijkheid in te roepen is bevoegd het uitsluitend recht van verveelvoudiging, voorzien in artikel 9, te vervangen door een stelsel van vergunningen, die uitsluitend noch overdraagbaar zijn en die door de bevoegde autoriteit op de onderstaande voorwaarden en overeenkomstig artikel IV verleend worden.
2)
a
Ten aanzien van een werk waarop dit artikel krachtens het zevende lid van toepassing is en wanneer bij het verstrijken
- i)
van het tijdvak vastgesteld in het derde lid, berekend vanaf de eerste publikatie van een bepaalde uitgave van een zodanig werk, of
- ii)
van een langer tijdvak vastgesteld door de nationale wetgeving van het in het eerste lid bedoelde land, berekend vanaf dezelfde datum,
door de rechthebbende op het recht van verveelvoudiging of met zijn toestemming tegen een prijs vergelijkbaar met die welke in genoemd land gebruikelijk is voor soortgelijke werken, geen exemplaren van deze uitgave te koop zijn aangeboden in dat land om te voldoen aan de behoeften van het grote publiek of die van het onderwijs aan scholen en universiteiten, kan elke onderdaan van genoemd land een vergunning verwerven voor verveelvoudiging en publikatie van deze uitgave tegen die prijs of tegen een lagere prijs, ten einde te voldoen aan de behoeften van het schoolonderwijs en het universitaire onderwijs.
b
Een vergunning voor de verveelvoudiging en publikatie van een uitgave die op de wijze als beschreven in letter a in omloop is gebracht kan ook worden verleend krachtens de voorwaarden bepaald in dit artikel indien, na verstrijken van het toepasselijke tijdvak in het betrokken land gedurende zes maanden geen exemplaren van deze uitgave waarvoor toestemming was verleend meer in de handel zijn om te voldoen aan de behoeften van het grote publiek of aan die van het onderwijs aan scholen en universiteiten, tegen een prijs vergelijkbaar met die welke in genoemd land voor soortgelijke werken wordt gevraagd.
3)
Het tijdvak bedoeld in het tweede lid, letter a, onder i), is vijf jaar.
- i)
Voor werken betreffende de exacte wetenschappen, de natuurwetenschappen en de technologie is het evenwel drie jaar;
- ii)
voor werken behorend tot het rijk der verbeelding, zoals romans, dichtwerken, dramatische werken en muziekwerken en voor kunstboeken is het evenwel zeven jaar.
4)
a
In geval zij na verstrijken van een tijdvak van drie jaar kan worden verworven kan de vergunning krachtens dit artikel slechts worden verleend na verstrijken van een termijn van zes maanden
- i)
te rekenen van de datum waarop de aanvrager de formaliteiten bepaald in artikel IV, eerste lid, heeft voltooid;
- ii)
dan wel indien de identiteit of het adres van de rechthebbende op het recht van verveelvoudiging niet bekend is, te rekenen van de datum waarop de aanvrager zoals bepaald in artikel IV, tweede lid, afschriften zendt van de aanvrage die hij heeft ingediend bij de autoriteit die bevoegd is de vergunning te verlenen.
b
In andere gevallen en indien artikel IV, tweede lid, van toepassing is, kan de vergunning slechts worden verleend na verstrijken van een termijn van drie maanden te rekenen van de verzending van de afschriften van de aanvrage.
c
Indien gedurende de termijn van zes of van drie maanden bedoeld in letters a en b, het ten verkoop aanbieden zoals beschreven in het tweede lid letter a, heeft plaatsgevonden, wordt geen vergunning krachtens dit artikel verleend.
d
Er kan geen vergunning worden verleend indien de auteur alle exemplaren van de uitgave voor de verveelvoudiging en publikatie waarvan de vergunning wordt gevraagd uit de circulatie heeft genomen.
5)
Een vergunning voor de verveelvoudiging en publikatie van een vertaling wordt niet krachtens dit artikel verleend in de onderstaande gevallen:
- i)
wanneer de betrokken vertaling niet werd gepubliceerd door de rechthebbende op het vertaalrecht of met zijn toestemming;
- ii)
wanneer de vertaling niet is vervaardigd in een taal die algemeen wordt gebruikt in het land waar de vergunning wordt gevraagd.
6)
Indien door de rechthebbende op het recht van verveelvoudiging of met zijn toestemming tegen een prijs vergelijkbaar met die welke in genoemd land gebruikelijk is voor soortgelijke werken, exemplaren van een uitgave van een werk te koop worden aangeboden in het in het eerste lid bedoelde land om te voldoen aan de behoeften van het grote publiek of die van het onderwijs aan scholen en universiteiten wordt een krachtens dit artikel verleende vergunning beëindigd indien deze uitgave is gesteld in dezelfde taal als en haar inhoud in wezen gelijk is aan die van de krachtens de vergunning gepubliceerde uitgave. Het in omloop brengen van alle reeds voor het verstrijken van de vergunning vervaardigde exemplaren kan worden voortgezet totdat zij zijn uitverkocht.
7)
a
Behoudens het bepaalde onder letter b, zijn werken waarop dit artikel van toepassing is alleen werken, die zijn gepubliceerd in gedrukte vorm of in een andere soortgelijke vorm van verveelvoudiging.
b
Dit artikel is eveneens van toepassing op de audiovisuele verveelvoudiging van op rechtmatige wijze gemaakte audiovisuele opnamen voor zover zij beschermde werken vormen of omvatten, alsook op de vertaling van de begeleidende tekst in een taal die algemeen wordt gebruikt in het land waar de vergunning wordt aangevraagd, met dien verstande dat de desbetreffende audiovisuele opnamen uitsluitend zijn bedoeld en zijn gepubliceerd voor gebruik bij het onderwijs aan scholen en universiteiten.
Artikel IV
1)
Een vergunning zoals bedoeld in artikel II of III kan slechts worden verleend indien de aanvrager, overeenkomstig de bepalingen die in het betrokken land van kracht zijn, bewijst dat hij, al naar het geval, de rechthebbende heeft verzocht om toestemming tot het vervaardigen en publiceren van een vertaling en tot het verveelvoudigen en publiceren van de uitgaven, en dat hij niet diens toestemming heeft kunnen verkrijgen of, na van zijn kant het nodige te hebben verricht, de rechthebbende niet heeft kunnen bereiken. Tegelijk met het verzoek aan de rechthebbende dient de aanvrager de nationale of internationale inlichtingencentra bedoeld in het tweede lid hiervan in kennis te stellen.
2)
Indien de rechthebbende niet door de aanvrager kon worden bereikt, dient laatstgenoemde aangetekend per luchtpost afschriften van de door hem bij de autoriteit die bevoegd is de vergunning te verlenen ingediende aanvrage toe te zenden aan de uitgever wiens naam is vermeld op het werk en aan elk nationaal of internationaal inlichtingencentrum dat door de Regering van het land waar de uitgever wordt verondersteld zijn voornaamste zetel van werkzaamheden te hebben is aangegeven in een hiertoe bij de Directeur-Generaal nedergelegde kennisgeving.
3)
De naam van de auteur dient te worden vermeld op alle exemplaren van de vertaling of de verveelvoudiging die is gepubliceerd uit hoofde van een krachtens artikel II of III verleende vergunning. De titel van het werk dient te worden vermeld op al deze exemplaren. Indien het een vertaling betreft dient de oorspronkelijke titel van het werk in elk geval op alle exemplaren te worden vermeld.
4)
a
Een vergunning die krachtens artikel II of III verleend is, strekt zich niet uit tot de uitvoer van exemplaren en geldt slechts voor de publikatie van de vertaling, onderscheidenlijk verveelvoudiging, binnen het grondgebied van het land waar deze vergunning werd aangevraagd.
b
Voor de toepassing van letter a, dient als uitvoer te worden beschouwd het zenden van exemplaren uit een gebied naar het land dat voor dat gebied een verklaring heeft afgelegd overeenkomstig artikel I, vijfde lid.
c
Wanneer een overheidsorgaan of een ander openbaar orgaan van een land dat overeenkomstig artikel II een vergunning heeft verleend voor een vertaling in een andere taal dan het Engels, het Frans of het Spaans exemplaren van de krachtens een zodanige vergunning gepubliceerde vertaling zendt naar een ander land, wordt een zodanige zending niet als uitvoer beschouwd voor de toepassing van letter a indien is voldaan aan alle onderstaande voorwaarden:
- i)
de geadresseerden zijn particulieren, onderdanen van het land waarvan de bevoegde autoriteit de vergunning heeft verleend, of organisaties waartoe zodanige onderdanen behoren;
- ii)
de exemplaren worden slechts gebruikt bij het onderwijs aan scholen en universiteiten of bij wetenschappelijk onderzoek;
- iii)
de zending van exemplaren en latere verspreiding daarvan onder de geadresseerden geschieden geheel zonder winstoogmerk;
- iv)
het land waarheen de exemplaren worden gezonden heeft met het land waarvan de bevoegde autoriteit de vergunning heeft verleend een overeenkomst gesloten om de ontvangst of de verspreiding of beide goed te keuren en de Regering van laatstgenoemd land heeft de Directeur-Generaal van een zodanige overeenkomst is kennis gesteld[lees: in kennis gesteld].
5)
Elk exemplaar dat is gepubliceerd uit hoofde van een vergunning, die krachtens artikel II of III verleend is, dient in de passende taal een vermelding te bevatten waarin nader wordt aangegeven dat het exemplaar slechts in omloop wordt gebracht in het land of gebied waarvoor genoemde vergunning van toepassing is.
6)
a
Er worden op nationaal niveau passende maatregelen genomen opdat
- i)
de vergunning ten gunste van de rechthebbende op het vertaalrecht, onderscheidenlijk het recht tot verveelvoudiging, een billijke vergoeding vermeldt welke in overeenstemming is met de gebruikelijke normen voor vergoedingen die worden betaald in het geval van vergunningen waarover tussen de belanghebbenden in de beide betrokken landen vrij is onderhandeld; en
- ii)
de betaling en overmaking van deze bezoldiging worden gewaarborgd; indien er nationale deviezenvoorschriften bestaan zal de bevoegde autoriteit alle moeite aanwenden om, gebruik makend van de internationale kanalen, de overmaking van de vergoeding te verzekeren in internationaal inwisselbare munt of in de tegenwaarde daarvan.
b
In het kader van de nationale wetgeving worden passende maatregelen genomen opdat een juiste vertaling van het werk of een nauwkeurige weergave van de betrokken uitgave, al naar het geval, wordt gewaarborgd.
Artikel V
1)
a
Een land dat bevoegd is te verklaren dat het zich beroept op de mogelijkheid voorzien in artikel II kan, wanneer het deze Akte bekrachtigt of daartoe toetreedt, in plaats van een zodanige verklaring,
- i)
indien het een land is waarop artikel 30, tweede lid, letter a, van toepassing is, een verklaring in de zin van die bepaling afleggen ten aanzien van het recht van vertaling;
- ii)
indien het een land is waarop artikel 30, tweede lid, letter a, niet van toepassing is en zelfs indien het een land is dat geen lid is van de Unie, een verklaring afleggen zoals bepaald in artikel 30, tweede lid, letter b, eerste zin.
b
c
Een land dat een verklaring overeenkomstig dit lid heeft afgelegd kan zich later niet beroepen op de mogelijkheid voorzien in artikel II, zelfs al zou het deze verklaring intrekken.
2)
Behoudens het bepaalde in het derde lid kan een land dat zich heeft beroepen op de mogelijkheid voorzien in artikel II later niet een verklaring overeenkomstig het eerste lid afleggen.
3)
Een land dat niet langer wordt beschouwd als ontwikkelingsland zoals bedoeld in artikel I, eerste lid, kan uiterlijk twee jaar voor het verstrijken van de termijn die overeenkomstig artikel I, derde lid, van toepassing is, een verklaring afleggen in de zin van artikel 30, tweede lid, letter b, eerste zin, zulks ongeacht het feit dat het niet een land betreft dat geen lid van de Unie is. Deze verklaring wordt van kracht op de datum waarop de termijn die overeenkomstig artikel I, derde lid, van toepassing is, verstrijkt.
Artikel VI
1)
Een land van de Unie kan verklaren, met ingang van de dagtekening van deze Akte en op elk tijdstip voordat het wordt gebonden door de artikelen 1 tot en met 21 en door dit Aanhangsel:
- i)
dat het, indien het een land betreft dat, ware het gebonden door de artikelen 1 tot en met 21 en door dit Aanhangsel, bevoegd zou zijn zich te beroepen op de mogelijkheden bedoeld in artikel I, eerste lid, de bepalingen van artikel II of III, dan wel van beide, toepast op de werken waarvan het land van oorsprong een land is dat, met toepassing van punt ii) hieronder, de toepassing van deze artikelen op zodanige werken aanvaardt of dat is gebonden door de artikelen 1 tot en met 21 en door dit Aanhangsel; in een zodanige verklaring kan worden verwezen naar artikel V in plaats van naar artikel II;
- ii)
dat het de toepassing van dit Aanhangsel door de landen die een verklaring hebben afgelegd krachtens punt i) hierboven of een kennisgeving hebben gedaan krachtens artikel I aanvaardt ten aanzien van de werken waarvan het zelf het land van oorsprong is.
2)
Een verklaring ingevolge het eerste lid dient schriftelijk te worden gegeven en te worden nedergelegd bij de Directeur-Generaal. Zij wordt van kracht op de datum van nederlegging.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, hiertoe behoorlijk gemachtigd, deze Akte hebben ondertekend.
GEDAAN te Parijs, 24 juli 1971.