Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/1221
Oplichting, meermalen gepleegd, gewoontewitwassen en verduistering. Bewijsklachten m.b.t. oplichting. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 10-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1740
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 november 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/02528
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1740, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:1054, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑09‑2020
Essentie
Oplichting, meermalen gepleegd, gewoontewitwassen en verduistering. Bewijsklachten m.b.t. oplichting. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/02528
Datum 10 november 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 9 mei 2019, nummer 22/001879-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.M.W. Paridaens:
1. De verdachte is bij arrest van 9 mei 2019 door het gerechtshof Den Haag wegens 1. primair “oplichting”, 2. “oplichting, meermalen gepleegd”, 3. “oplichting, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.