Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/1209
Art. 81 lid 1 RO. Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Verlening zorgmachtiging (art. 6:4 Wvggz). Telefonisch horen van betrokkene door rechtbank; art. 6 lid 1 Wvggz en art. 2 lid 1 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid. Hoor en wederhoor m.b.t. bepaalde vormen van verplichte zorg; art. 3:2 lid 2 en art. 6:1 lid 8 Wvggz.
HR 13-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1794
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 november 2020
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
20/02069
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1794, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:766, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑08‑2020
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Verlening zorgmachtiging (art. 6:4 Wvggz). Telefonisch horen van betrokkene door rechtbank; art. 6 lid 1 Wvggz en art. 2 lid 1 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid. Hoor en wederhoor m.b.t. bepaalde vormen van verplichte zorg; art. 3:2 lid 2 en art. 6:1 lid 8 Wvggz.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 20/02069
Datum 13 november 2020
BESCHIKKING
In de zaak van
[betrokkene], verblijvende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.