Cessie
Einde inhoudsopgave
Cessie (O&R nr. 70) 2012/VII.7.2.1:VII.7.2.1 Inleiding
Cessie (O&R nr. 70) 2012/VII.7.2.1
VII.7.2.1 Inleiding
Documentgegevens:
mr. M.H.E. Rongen, datum 01-10-2011
- Datum
01-10-2011
- Auteur
mr. M.H.E. Rongen
- JCDI
JCDI:ADS361234:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
736. Inleiding. Of een overdracht van vorderingen in het kader van een securitisationtransactie binnen het domein van art. 3:84 lid 3 BW valt, hangt af van de wijze waarop de rechtsverhouding tussen de originator en het SPV wordt vormgegeven en van de precieze voorwaarden waaronder de overdracht plaatsvindt. In de meeste gevallen staat het fiduciaverbod niet aan de geldigheid van de overdracht in de weg, omdat er geen sprake is van een overdracht ten titel van verhaal en met de overdracht bovendien niet wordt beoogd ten behoeve van het SPV een zakelijk werkend recht met betrekking tot de vorderingen in het leven te roepen op een wijze waarin de wet of het wettelijk systeem niet voorziet. Meestal zal de overdracht kunnen worden aangemerkt als een “werkelijke overdracht” in de zin van het Sogelease-arrest. In het hiernavolgende zal aandacht worden besteed aan zowel de ‘fiducia cum creditore’ (§7.2.2) als aan de ‘fiducia cum amico’ (§ 7.2.3).