Einde inhoudsopgave
Besluit nr. 1080/2011/EU verlening EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG
Artikel 2 Mandaatplafonds
Geldend
Geldend vanaf 30-10-2011
- Bronpublicatie:
25-10-2011, PbEU 2011, L 280 (uitgifte: 27-10-2011, regelingnummer: 1080/2011/EU)
- Inwerkingtreding
30-10-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-2011, PbEU 2011, L 280 (uitgifte: 27-10-2011, regelingnummer: 1080/2011/EU)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
EU-recht / Instituties
1.
Het plafond van de financieringsverrichtingen van de EIB uit hoofde van de EU-garantie gedurende de periode 2007–2013, met aftrek van de geannuleerde bedragen, bedraagt niet meer dan 29 484 000 000 EUR, opgesplitst in twee delen.
- a)
een algemeen mandaat van 27 484 000 000 EUR;
- b)
een klimaatveranderingsmandaat van 2 000 000 000 EUR.
2.
Het algemene mandaat is overeenkomstig bijlage I in regionale plafonds en indicatieve subplafonds uitgesplitst. Binnen de regionale plafonds zorgt de EIB gaandeweg voor een evenwichtige spreiding over de regio's die onder het algemene mandaat vallen.
3.
Het algemene mandaat geldt enkel voor EIB-financieringsverrichtingen waarmee de in artikel 3 vermelde doelstellingen worden nagestreefd.
4.
Het klimaatveranderingsmandaat heeft betrekking op EIB-financieringsverrichtingen in alle landen die door dit besluit worden bestreken, mits de betrokken verrichtingen de verwezenlijking van de belangrijke Uniebeleidsdoelstelling van het aanpakken van klimaatverandering in de hand werken door het ondersteunen van projecten met het oog op de beperking van en de aanpassing aan klimaatverandering welke tot de realisatie van de algemene doelstelling van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering bijdragen, met name door de uitstoot van broeikasgas te vermijden of te verminderen op het gebied van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en duurzaam vervoer, of door kwetsbare landen, sectoren en gemeenschappen beter bestand te maken tegen de nadelige gevolgen van klimaatverandering. Het klimaatveranderingsmandaat wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met de Commissie, waarbij EIB-financiering met Uniebegrotingsmiddelen wordt gecombineerd waar zulks mogelijk en passend is.
De Raad kan, in voorkomend geval en op voorstel van de Commissie, overeenkomstig artikel 291, lid 2, VWEU besluiten het in aanmerking komen van een land om uit hoofde van de EU-garantie EIB-financiering voor de beperking van klimaatverandering te ontvangen, te beperken. Elk zulke beperking van het in aanmerking komen in het kader van het klimaatveranderingsmandaat is louter van toepassing op EIB-financieringsverrichtingen waarvoor na 30 oktober 2011 een EIB-financieringsaanvraag is ingediend en die na 1 januari 2012 zijn ondertekend.
5.
Wat het klimaatveranderingsmandaat betreft, streeft de EIB er naar aan het einde van de in artikel 1, lid 4, genoemde periode te komen tot een evenwichtige spreiding van de ondertekende financieringsverrichtingen over de regio's die onder bijlage III vallen. De EIB ziet er in het bijzonder op toe dat de in bijlage III, punt A, bedoelde regio niet meer dan 40 % van het aan dit mandaat toegewezen bedrag ontvangt, de in punt B bedoelde regio niet meer dan 50 %, de in punt C bedoelde regio niet meer dan 30 % en het in punt D bedoelde regio niet meer dan 10 %. Over het algemeen wordt het klimaatveranderingsmandaat gebruikt ter financiering van projecten die direct te maken hebben met de kernbevoegdheden van de EIB, een meerwaarde hebben en een zo groot mogelijke invloed hebben op de aanpassing aan en de beperking van klimaatverandering.
6.
Zowel het algemeen mandaat als het klimaatveranderingsmandaat worden beheerd overeenkomstig de beginselen van goede bankpraktijken.