Einde inhoudsopgave
Besluit nr. 1080/2011/EU verlening EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG
Artikel 5 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Geldend
Geldend vanaf 30-10-2011
- Bronpublicatie:
25-10-2011, PbEU 2011, L 280 (uitgifte: 27-10-2011, regelingnummer: 1080/2011/EU)
- Inwerkingtreding
30-10-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-2011, PbEU 2011, L 280 (uitgifte: 27-10-2011, regelingnummer: 1080/2011/EU)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
EU-recht / Instituties
1.
De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel genoemde voorwaarden.
2.
De bevoegdheid om de in artikel 4 bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend voor onbepaalde tijd vanaf 30 oktober 2011.
3.
De in artikel 4 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of door de Raad worden ingetrokken. Een besluit tot intrekking maakt een eind aan de in dat besluit gespecificeerde bevoegdheidsdelegatie. Het wordt van kracht na de bekendmaking van het besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van eventuele reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4.
Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij daar tegelijkertijd het Europees Parlement en de Raad van in kennis.
5.
Een overeenkomstig artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt pas in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen twee maanden na kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien het Europees Parlement en de Raad, vóór het verstrijken van die periode, aan de Commissie hebben meegedeeld dat zij geen bezwaar zullen maken. Die periode wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.