Einde inhoudsopgave
Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Artikel 78
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2016
- Bronpublicatie:
04-11-2015, Stb. 2015, 426 (uitgifte: 24-11-2015, kamerstukken: 33691)
- Inwerkingtreding
01-02-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-01-2016, Stb. 2016, 39 (uitgifte: 28-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
De gezaghebber geniet ten laste van het openbaar lichaam een bezoldiging, die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt geregeld.
2.
Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, kunnen tevens regels worden gesteld betreffende tegemoetkoming in of vergoeding van bijzondere kosten en betreffende andere voorzieningen die verband houden met de vervulling van het ambt van gezaghebber.
3.
Buiten hetgeen hem bij of krachtens de wet is toegekend, geniet de gezaghebber als zodanig geen inkomsten, in welke vorm ook, ten laste van het openbaar lichaam.
4.
De gezaghebber geniet geen vergoedingen, in welke vorm ook, voor werkzaamheden, verricht in nevenfuncties welke hij vervult uit hoofde van het ambt van gezaghebber, ongeacht of die vergoedingen ten laste van het openbaar lichaam komen of niet. Indien deze vergoedingen worden uitgekeerd, worden zij gestort in de kas van het openbaar lichaam.
5.
Tot vergoedingen als bedoeld in het vierde lid, behoren inkomsten, onder welke benaming ook, uit nevenfuncties die de gezaghebber neerlegt bij beëindiging van het ambt.
6.
Andere inkomsten dan die bedoeld in het vierde lid worden met de bezoldiging verrekend overeenkomstig artikel 3 van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer met dien verstande dat in dat artikel:
- a.
onder neveninkomsten wordt verstaan: opbrengst van onderneming en arbeid, bedoeld in artikel 6 van de Wet inkomstenbelasting BES;
- b.
in het derde lid voor ‘de Wet inkomstenbelasting 2001’ wordt gelezen: de Wet inkomstenbelasting BES.
7.
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de wijze waarop de gezaghebber gegevens over de inkomsten, bedoeld in het zesde lid, verstrekt, en de gevolgen van het niet verstrekken van deze gegevens.
8.
De rijksbelastingdienst verstrekt Onze Minister ten behoeve van de verrekening de benodigde gegevens.