Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 2.10.5 Subsidiabele kosten
Geldend
Geldend van 04-04-2024 tot 01-01-2027. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
28-03-2024, Stcrt. 2024, 10672 (uitgifte: 03-04-2024, regelingnummer: WJZ/ 48441981)
- Inwerkingtreding
04-04-2024, terugwerkend tot: 01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-03-2024, Stcrt. 2024, 10672 (uitgifte: 03-04-2024, regelingnummer: WJZ/ 48441981)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De subsidiabele kosten zijn uitsluitend:
- a.
de bijkomende investeringskosten ten behoeve van energie-efficiëntiemaatregelen, bedoeld in artikel 38, derde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening; of
- b.
de investeringskosten ter bevordering van energie uit hernieuwbare energiebronnen, bedoeld in artikel 41, zevende lid, onderdeel a, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
2.
3.
De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:
- a.
kosten voor grondaankoop;
- b.
kosten verbonden aan het verrichten van haalbaarheidsstudies;
- c.
kosten voor een warmtekrachtkoppelingsinstallatie die gebruik maakt van tropische oliën of tropische biomassa, voor zover niet voorzien van duurzaamheidscertificaten; en
- d.
kosten voor in de glastuinbouwsector gangbare investeringen.