JOR 2008/9
Benoeming, bestuurder, externe werking, relatieve bevoegdheid
HR 30-11-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA9611
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 november 2007
- Zaaknummer
C06/168HR
- LJN
BA9611
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA9611, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑11‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA9611, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑05‑2006
- Wetingang
art. 2:240, 2:256 BW; art. 105 Rv
Essentie
Artikel 105 Rv van toepassing op geschil over externe werking geldigheid benoemingsbesluit
Samenvatting
In dit arrest gaat het om de relatieve bevoegdheid van de rechter in zaken betreffende de geldigheid, nietigheid en rechtsgevolgen van besluiten van rechtspersonen en vennootschappen en hun organen. In het onderhavige geval gaat het om een besluit tot benoeming van een bestuurder. Artikel 105 Rv bepaalt dat in dergelijke zaken mede bevoegd is (naast de rechter van de woonplaats van de gedaagde, zie artikel 99 Rv) de rechter van de woonplaats of de plaats van vestiging van de vennootschap. Eisers hebben betoogd dat, nu zij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.