Einde inhoudsopgave
Besluit geruisloze terugkeer (art. 14c Wet op de vennootschapsbelasting 1969)
3.5.3 Volgorde verrekening ondernemingsverliezen en overige verliezen
Geldend
Geldend vanaf 10-11-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 02-10-2018
- Bronpublicatie:
02-10-2018, Stcrt. 2018, 62988 (uitgifte: 09-11-2018, regelingnummer: 2018/99281)
- Inwerkingtreding
10-11-2018, terugwerkend tot: 02-10-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-10-2018, Stcrt. 2018, 62988 (uitgifte: 09-11-2018, regelingnummer: 2018/99281)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Geruisloze terugkeer
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
Inkomstenbelasting / Winst
In artikel 20, vierde lid, Wet Vpb is bepaald dat verrekening van verliezen plaatsvindt in de volgorde waarin zij zijn ontstaan. Voor de toepassing van artikel 14c, derde lid, Wet Vpb kan dit verlies bestaan uit twee gedeelten, enerzijds een gedeelte dat bij de voortzettende aandeelhouder in aanmerking kan worden genomen, anderzijds een gedeelte dat na de liquidatie van de vennootschap verloren gaat (omdat het niet geleden is binnen de door de aandeelhouders voortgezette onderneming).
Gelet op doel en strekking van de verliesbepalingen in artikel 14c Wet Vpb, keur ik goed dat als een verlies van een bepaald jaar gedeeltelijk is verrekend, dit gedeelte zo veel mogelijk geacht wordt te behoren tot het gedeelte van de verliezen dat niet is geleden in de uitoefening van de onderneming die wordt voortgezet. Hierdoor worden voor de voort te zetten ondernemingsactiviteiten de verliescompensatiemogelijkheden geoptimaliseerd.