RvdW 2017/778
Vallen 112-melding en communicatie tussen melder en centralist van de meldkamer onder medisch beroepsgeheim en is beroep op verschoningsrecht mogelijk?
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 juni 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/04642 Bv
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Gezondheidsrecht / Ordening en verzekering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1205, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑06‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:564, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2016
- Wetingang
Art. 96a lid 1 en 3, art. 98, 126nd, 126nf, 218, 552a Sv; art. 80quinquies Sr; art. 88 Wet BIG
Essentie
OM-cassatie. Klaagschrift regionale ambulancedienst ex art. 552a Sv tegen vordering ex art. 126nf Sv tot verstrekking van gevoelige gegevens. Vallen 112-melding en communicatie tussen melder en centralist van de meldkamer onder medisch beroepsgeheim en is beroep op verschoningsrecht mogelijk?
Het oordeel van de rechtbank dat X, een o.g.v. de Wet BIG geregistreerde verpleegkundige, als centralist meldkamer werkzaamheden verricht op het gebied van de individuele gezondheidszorg en daarom o.g.v. art. 88 Wet BIG een geheimhoudingsplicht heeft t.a.v. hetgeen haar in haar beroepsuitoefening ter kennis is gekomen, is juist. Het oordeel ...