Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het wegverkeer
Artikel 45
Geldend
Geldend vanaf 21-05-1977
- Bronpublicatie:
08-11-1968, Trb. 1974, 35 (uitgifte: 15-03-1974, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-05-1977
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-1997, Trb. 1997, 25 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Dit Verdrag is tot 31 december 1969 in het hoofdkwartier der Verenigde Naties te New York opengesteld voor ondertekening door alle Lid-Staten van de Verenigde Naties, van een van de gespecialiseerde organisaties, of van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie of door de Staten die Partij zijn bij het Statuut van het Internationale Gerechtshof, alsmede door elke andere Staat die door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is uitgenodigd Partij te worden bij dit Verdrag.
2.
Dit Verdrag dient te worden bekrachtigd. De akten van bekrachtiging dienen te worden nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.
3.
Dit Verdrag blijft opengesteld voor toetreding door alle Staten bedoeld in het eerste lid van dit artikel. De akten van toetreding worden nedergelegd bij de Secretaris-Generaal.
4.
Elke Staat stelt bij de ondertekening van dit Verdrag of bij de nederlegging van de akte van bekrachtiging of van toetreding, de Secretaris-Generaal in kennis van het onderscheidingsteken dat hij heeft uitgekozen om in het internationale verkeer te worden getoond door de voertuigen die door de betrokken Staat zijn ingeschreven, overeenkomstig Bijlage 3 bij dit Verdrag. Door middel van een kennisgeving aan de Secretaris-Generaal gericht kan elke Staat het op een vroeger tijdstip uitgekozen onderscheidingsteken veranderen.