Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 wat betreft regels voor bewaking, uitroeiingsprogramma's en de ziektevrije status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten
Artikel 70 De ziektevrije status op basis van historische en bewakingsgegevens
Geldend
Geldend vanaf 11-10-2023
- Bronpublicatie:
10-07-2023, PbEU 2023, L 233 (uitgifte: 21-09-2023, regelingnummer: 2023/1798)
- Inwerkingtreding
11-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2023, PbEU 2023, L 233 (uitgifte: 21-09-2023, regelingnummer: 2023/1798)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veterinair recht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
De criteria voor erkenning van de ziektevrije status van een lidstaat of zone daarvan op basis van historische en bewakingsgegevens zijn als volgt:
- a)
er is nooit melding gemaakt van de ziekte in de lidstaat of in de zone daarvan, of zij is uitgeroeid in de lidstaat of in de zone daarvan en er is gedurende ten minste 25 jaar geen melding van gemaakt;
- b)
in de afgelopen 25 jaar is er melding gemaakt van de ziekte, zij is uitgeroeid in de lidstaat of de zone daarvan en er is voldaan aan de in artikel 72 bedoelde ziektespecifieke voorschriften.
2.
Een lidstaat die goedkeuring wenst te verkrijgen van de ziektevrije status voor zijn gehele grondgebied of voor een zone daarvan op grond van de bepalingen van lid 1, onder a), moet gedurende een kwalificatieperiode van ten minste tien jaar de volgende maatregelen hebben uitgevoerd:
- a)
ziektebewaking onder gehouden dieren van in de lijst opgenomen soorten;
- b)
preventie om het binnenbrengen van de ziekteverwekker tegen te gaan;
- c)
een verbod op vaccinatie tegen de ziekte, tenzij die vaccinatie voldoet aan de in artikel 72 bedoelde ziektespecifieke voorschriften;
- d)
ziektebewaking waaruit blijkt dat de ziekte zich voor zover bekend niet heeft verspreid onder wilde dieren van in de lijst opgenomen soorten binnen de lidstaat of de zone.
3.
In afwijking van lid 1, onder b), kan de Commissie gedurende een periode van twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening de ziektevrije status verlenen aan lidstaten of zones ten aanzien van:
- a)
infectie met RABV, indien daarvan overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 64/432/EEG kennisgeving moest worden gedaan en er, indien nodig, bewaking heeft plaatsgevonden overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad (1) en er in de afgelopen twee jaar geen enkel geval is gemeld onder in de lijst opgenomen diersoorten;
- b)
infectie met BTV, indien alle beperkingsgebieden zijn opgeheven overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1266/2007 vóór de datum van toepassing van deze verordening.
Voetnoten
Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bewaking van zoönoses en zoönoseverwekkers en houdende wijziging van Beschikking 90/424/EEG van de Raad en intrekking van Richtlijn 92/117/EEG van de Raad (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 31).