RO 2017/14
Enquêteprocedure. Mag een derde, in plaats van de vennootschap, de kosten van het enquêteonderzoek verhalen op functionarissen, indien deze derde die kosten heeft voldaan? (Meavita)
HR 18-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2607
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 november 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/00545
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925212:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2607, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:857, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑02‑2016
- Wetingang
Art. 5, 66 RO; art. 2:354 BW
Essentie
Enquêteprocedure. Verhaal onderzoekskosten. Nietigheid beschikking wegens onvoldoende rechters.
Mag een derde, in plaats van de vennootschap, de kosten van het enquêteonderzoek verhalen op functionarissen, indien deze derde die kosten heeft voldaan? Welke maatstaf dient de Ondernemingskamer te hanteren bij de beslissing of de kosten van onderzoek op een individuele functionaris kunnen worden verhaald?
Samenvatting
Het Meavitaconcern is ontstaan na een aantal fusies tussen Meavita, Thuiszorg Groningen, Sensire en Vitras in 2006. In de jaren daarna is de financiële positie van het Meavitaconcern ernstig verslechterd. In januari 2009 wordt surseance van betaling verleend, waarop in maart 2009 het faillissement ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.