Einde inhoudsopgave
Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 40c Gegevens bij aanvraag vergunning
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
23-12-2015, Stb. 2015, 552 (uitgifte: 30-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2015, Stb. 2015, 551 (uitgifte: 30-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet algemeen pensioenfonds (23-12-2015, Stb. 549).
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
De gegevens, bedoeld in artikel 112a, derde lid, van de Pensioenwet zijn:
- a.
een opgave van de naam, het adres, het telefoon- en faxnummer, het e-mailadres en de internetpagina van het algemeen pensioenfonds;
- b.
een opgave van de statutaire zetel en de statutaire naam;
- c.
een opgave van het nummer van inschrijving in het handelsregister;
- d.
een gewaarmerkt afschrift van de statuten;
- e.
gegevens op basis waarvan De Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 106 van de Pensioenwet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen;
- f.
gegevens op basis waarvan De Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 106 van de Pensioenwet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen;
- g.
gegevens op basis waarvan De Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 106a van de Pensioenwet met betrekking tot bestuurders en leden van de raad van toezicht is bepaald over het tijdsbeslag;
- h.
een beschrijving van besturing en toezicht in de organisatie, mede in relatie tot de voorziene collectiviteitkringen;
- i.
een beschrijving van de wijze waarop, in overeenstemming met de rangregeling, de scheiding wordt gewaarborgd tussen de afgescheiden vermogens die per collectiviteitkring worden aangehouden, overeenkomstig artikel 123 van de Pensioenwet;
- j.
een programma van werkzaamheden die het algemeen pensioenfonds voornemens is te verrichten;
- k.
bescheiden waaruit het weerstandsvermogen, bedoeld in artikel 112a, achtste lid, van de Pensioenwet blijkt, inclusief bescheiden waaruit blijkt dat het algemeen pensioenfonds gedurende de eerste drie jaren doorlopend kan beschikken over het wettelijk vereiste weerstandsvermogen;
- l.
een beschrijving van de werkzaamheden die worden uitbesteed, voorzien van een op een risicoanalyse gebaseerde onderbouwing;
- m.
een beschrijving van de inrichting van de organisatie met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsvoering, bedoeld in artikel 143 van de Pensioenwet, inclusief een eigen risicobeoordeling;
- n.
de uitvoeringsovereenkomst of uitvoeringsovereenkomsten die het algemeen pensioenfonds voornemens is te sluiten, of indien hiervan nog geen sprake is, een modeluitvoeringsovereenkomst;
- o.
het pensioenreglement of de pensioenreglementen die het algemeen pensioenfonds op grond van artikel 35 van de Pensioenwet heeft opgesteld ten behoeve van de collectiviteitkring of collectiviteitkringen of indien hiervan nog geen sprake is een modelpensioenreglement; en
- p.
een beschrijving van de doelstellingen en beleidsuitgangspunten als bedoeld in artikel 102a, eerste lid, van de Pensioenwet.
2.
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, zijn:
- a.
een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer, het e-mailadres en de functie;
- b.
een curriculum vitae;
- c.
een opgave van de relevante diploma’s;
- d.
een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en
- e.
een opgave van referenten.
3.
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, zijn:
- a.
een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer, het e-mailadres en de functie;
- b.
een kopie van een geldig identiteitsbewijs;
- c.
gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en
- d.
een opgave van referenten.
4.
Het programma van werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel j, bevat ten minste:
- a.
een beschrijving van het bedrijfsmodel en verdienmodel;
- b.
een raming voor de eerste drie boekjaren van de kosten; en
- c.
een raming voor de eerste drie kalenderjaren van de liquiditeitspositie.