Einde inhoudsopgave
Wet op de naburige rechten
Artikel 3 [Exploitatierecht werkgever uitvoerend kunstenaar]
Geldend
Geldend vanaf 29-12-1995
- Redactionele toelichting
Deze wijziging kan niet worden doorgevoerd.
- Bronpublicatie:
21-12-1995, Stb. 1995, 653 (uitgifte: 28-12-1995, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23247 Overheid.nl: 23247)
- Inwerkingtreding
29-12-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-1995, Stb. 1995, 653 (uitgifte: 28-12-1995, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23247Overheid.nl: 23247)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht / Naburige rechten
De werkgever is bevoegd de rechten van de uitvoerende kunstenaar, bedoeld in artikel 2, te exploiteren, voor zover dit tussen partijen is overeengekomen dan wel voortvloeit uit de aard van de tussen hen gesloten arbeidsovereenkomst, de gewoonte of de eisen van redelijkheid en billijkheid. Tenzij anders is overeengekomen of uit de aard van de overeenkomst, de gewoonte of de eisen van redelijkheid en billijkheid anders voortvloeit, is de werkgever aan de uitvoerende kunstenaar of zijn rechtverkrijgende een billijke vergoeding verschuldigd voor iedere vorm van exploitatie van diens rechten. De werkgever eerbiedigt de in artikel 5 bedoelde rechten van de uitvoerende kunstenaar.