Besluit vergoedingen Kernenergiewet
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van de Staatscourant.
- Bronpublicatie:
19-12-2023, Stcrt. 2023, 35271 (uitgifte: 19-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2023, Stcrt. 2023, 35271 (uitgifte: 19-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Energierecht (V)
1.
Het bedrag dat verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een wijziging van een vergunning als bedoeld in de artikelen 4, eerste lid, 5, eerste lid, en 6, eerste lid, bedraagt:
- a.
€ 16.568,– indien bij de voorbereiding van de vergunning toepassing zal worden gegeven aan artikel 17, eerste lid, van de wet en het niet een gecompliceerd besluit betreft;
- b.
€ 7.848,– indien bij de voorbereiding van de vergunning toepassing zal worden gegeven aan artikel 17, vierde lid, van de wet en het niet een gecompliceerd besluit betreft;
- c.
€ 63.656,– indien het een gecompliceerd besluit betreft.
2.
Het bedrag dat verschuldigd is voor de verlening van een wijziging van een vergunning als bedoeld in de artikelen 4, eerste lid, 5, eerste lid, en 6, eerste lid, bedraagt:
- a.
€ 32.264,– indien bij de voorbereiding van de vergunning toepassing is gegeven aan artikel 17, eerste lid, van de wet en het niet een gecompliceerd besluit betreft;
- b.
€ 17.004,– indien bij de voorbereiding van de vergunning toepassing is gegeven aan artikel 17, vierde lid, van de wet en het niet een gecompliceerd besluit betreft;
- c.
€ 107.256,– indien het een gecompliceerd besluit betreft.