Kennisbijlage 140a PV (Jihadi-)Salafistische Groepen in Syrië van [verbalisant] d.d. 27 augustus 2014, p. 12 e.v., en de aldaar aangehaalde bronnen (bijlage 10 bij het proces-verbaal van voorgeleiding, nr. 26DLR1497802-21, d.d. 16 oktober 2014).
Hof Den Haag, 20-06-2016, nr. 22-004133-15
ECLI:NL:GHDHA:2016:1733
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
20-06-2016
- Zaaknummer
22-004133-15
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHDHA:2016:1733, Uitspraak, Hof Den Haag, 20‑06‑2016; (Hoger beroep)
- Vindplaatsen
IR 2016/115, UDH:IR/13462 met annotatie van Onder redactie van Tina van der Linden – Smit en Kea Kroeks – de Raaij
Uitspraak 20‑06‑2016
Inhoudsindicatie
Art. 134a Sr. Vrijspraak voorbereiding van terroristische misdrijven. Veroordeling voor het trainen tot het plegen van terroristische misdrijven door het trachten inlichtingen te verzamelen en het verwerven van kennis omtrent het maken van explosieven.
Partij(en)
Rolnummer: 22-004133-15
Parketnummer: 10-960245-14
Datum uitspraak: 20 juni 2016
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
zitting houdende in de extra beveiligde zittingszaal van de rechtbank
Noord-Holland te Badhoevedorp.
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van
8 september 2015 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedatum],
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,ten tijde van de behandeling ter terechtzitting in hoger beroep uit anderen hoofde gedetineerd in Detentiecentrum Rotterdam te Rotterdam.
Inhoudsopgave
1. Onderzoek van de zaak
2. Procesgang
3. Het vonnis waarvan beroep
4. Tenlastelegging
5. Achtergrond
6. Juridisch kader
6.1. Algemene opmerkingen
6.2. Artikel 96 lid 2 Wetboek van Strafrecht
6.3. Artikel 134a Wetboek van Strafrecht
7. Standpunten van het openbaar ministerie en van de verdediging
7.1. Standpunt van het openbaar ministerie
7.2. Standpunt van de verdediging
8. De door het hof vastgestelde feiten
9. Beoordeling van de tenlastelegging
9.1. Vrijspraak van het onder 1A tenlastegelegde
9.2. Overwegingen ten aanzien van het onder 1B tenlastegelegde feit
10. Bewezenverklaring
11. Bewijsvoering
12. Strafbaarheid van het feit
13. Strafbaarheid van de verdachte
15. Strafmotivering
16. Vordering gevangenneming
17. Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
1. Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 30 maart 2016, 12 april 2016, 20 april 2016, 4 mei en 6 juni 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
2. Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het ten laste gelegde vrijgesproken.
Door de officier van justitie is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
3. Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
4. Tenlastelegging
Aan de verdachte is, na wijziging ter terechtzitting in eerste aanleg, ten laste gelegd dat:
1.
(toevoeging hof) A.
hij, in of omstreeks de periode van 1 september 2013 tot en met 15 oktober 2014 te Amsterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk met het
oogmerk om ter voorbereiding en/of ter bevordering van de/het (meermalen) te plegen misdrij(f)(ven) omschreven in artikel 157 en/of 176a en/of 176b en/of 289(a) en/of 288a van het Wetboek van Strafrecht, te weten,
het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
- gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf aan zich en/of anderen heeft verschaft en/of heeft trachten te verschaffen en/of
- voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist dat zij bestemd zijn tot het plegen van het misdrijf en/of- plannen voor de uitvoering van het misdrijf, welke bestemd zijn om aan anderen te worden medegedeeld, in gereedheid heeft gebracht of onder zich heeft gehad,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met
elkaar, althans alleen, (telkens) ten behoeve van de gewapende Jihadstrijd, in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
en/of
één of meer (te plegen) aanslag(en) op één of meer objecten (overheidsgebouwen) en/of politieagent(en) en/of medewerker(s) van de overheidsdienst(en) (Defensie), door het teweeg brengen van een ontploffing en/of het stichten van brand en/of moord en/of doodslag met een terroristisch oogmerk,
A. zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd met een terroristisch oogmerk gevoerd door de (terroristische) organisatie Islamic State (IS) dan wel Islamic State of Iraq and Shaam (ISIS) en/of Islamic State of Iraq and Levant (ISIL), althans aan IS en/of aan AI Qaida gelieerde organisaties, althans (een) organisatie die de gewapende Jihadstrijd voorstaat, eigen gemaakt en/of
B. zich (via internet) laten informeren en/of zich geuit en/of met (een) ander(en)
gechat/gecommuniceerd over zijn/hun wens zich te begeven naar Syrië of Irak en/of zich aan te sluiten bij de gewapende strijd en/of gewapende Jihad en/of
C. een of meerdere website(s) bezocht waarop informatie over de (gewapende) Jihad en/of martelaarschap en/of de gewapende strijd en/of oorlogsmaterialen wordt gedeeld en/of (vervolgens) zoekvragen gesteld en/of
D. zich (via chatberichten ) laten informeren en/of zich geuit over en/of één of meerdere website(s) bezocht waarop informatie over (het verkrijgen van) vuurwapens en/of (het verkrijgen van en/of maken van) explosieven (teneinde de/een Amerikaanse ambassade in Nederland op te blazen) en/of
E. een of meerdere (documenten of afbeeldingen op) gegevens/informatiedragers (USB sticks en/of een tablet) voorhanden gehad met daarop informatie betreffende het Jihadistisch gedachtegoed en/of
F. - een notitieboekje voorhanden gehad, bevattende (onder meer):
+ de handleiding voor het maken van een hand bom en/of
+ de toevoeging aan deze handleiding: "meng goed en gooi het tegen de dingen die snel voorbijkomen. Bijvoorbeeld: een auto van de afvallige politie of een auto van het tirannieke leger. Als God het wil"
+ een brief aan "Mohammed al-Oulwi en elke tiran in de Arabische Maghreb" met de tekst: "Dit is een brief van de leeuwen van de IS aan Mohammad al-Oulwi, die zichzelf valselijk emir van de gelovigen noemt in Marokko. En aan elke tiran in de landen van de Arabische Maghreb. Wij zweren bij God. Wij komen met onthoofding voor u" en/of
+ een brief aan de Nederlandse regering en volk met de tekst: "Deze brief is van de
volgelingen van de islamitische staat aan de Nederlandse regering. Als zij deelneemt aan de duivelse coalitie tegen de staat [fragment niet te lezen] bij Allah dan zullen uw dagen zwart zijn. Oh Nederlands volk, wij zijn de leeuwen zweren bij Allah: oog om oog tand om tand",
+ een eed van trouw aan (de terroristische organisatie) IS,
en/of
(toevoeging hof) B.
hij, in of omstreeks de periode van 1 september 2013 tot en met 15 oktober 2014 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of heeft trachten te verschaffen en/of kennis en/of vaardigheden heeft verworven en/of (een) ander(en) heeft bijgebracht tot het plegen van een terroristisch misdrijf en/of een misdrijf ter voorbereiding en/of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen. terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
- deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische
misdrijven,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met
elkaar, althans alleen, (telkens) ten behoeve van de gewapende Jihadstrijd, in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
en/of
één of meer (te plegen) aanslag(en) op één of meer objecten (overheidsgebouwen) en/of politieagent(en) en/of medewerker(s) van de overheidsdienst(en) (Defensie), door het teweeg brengen van een ontploffing en/of het stichten van brand en/of moord en/of doodslag met een terroristisch oogmerk,
A. zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd met een terroristisch oogmerk gevoerd door de (terroristische) organisatie Islamic State (IS) dan wel Islamic State of Iraq and Shaam (ISIS) en/of Islamic State of Iraq and Levant (ISIL), althans aan IS en/of aan AI Qaida gelieerde organisaties, althans (een) organisatie die de gewapende Jihadstrijd voorstaat, eigen gemaakt en/of
B. zich (via internet) laten informeren en/of zich geuit en/of met (een) ander(en)
gechat/gecommuniceerd over zijn/hun wens zich te begeven naar Syrië of Irak en/of zich aan te sluiten bij de gewapende strijd en/of gewapende Jihad en/of
C. een of meerdere website(s) bezocht waarop informatie over de (gewapende) Jihad en/of martelaarschap en/of de gewapende strijd en/of oorlogsmaterialen wordt gedeeld en/of (vervolgens) zoekvragen gesteld en/of
D. zich (via chatberichten ) laten informeren en/of zich geuit over en/of één of meerdere website(s) bezocht waarop informatie over (het verkrijgen van) vuurwapens en/of (het verkrijgen van en/of maken van) explosieven (teneinde de/een Amerikaanse ambassade in Nederland op te blazen) en/of
E. een of meerdere (documenten of afbeeldingen op) gegevens/informatiedragers (USB sticks en/of een tablet) voorhanden gehad met daarop informatie betreffende het Jihadistisch gedachtegoed en/of
F. - een notitieboekje voorhanden gehad, bevattende (onder meer):
+ de handleiding voor het maken van een handbom en/of
+ de toevoeging aan deze handleiding: "meng goed en gooi het tegen de dingen die snel voorbijkomen. Bijvoorbeeld: een auto van de afvallige politie of een auto van het tirannieke leger. Als God het wil"
+ een brief aan "Mohammed al-Oulwi en elke tiran in de Arabische Maghreb" met de tekst: "Dit is een brief van de leeuwen van de IS aan Mohammad al-Oulwi, die zichzelf valselijk emir van de gelovigen noemt in Marokko. En aan elke tiran in de landen van de Arabische Maghreb. Wij zweren bij God: Wij komen met onthoofding voor u" en/of
+ een brief aan de Nederlandse regering en volk met de tekst: "Deze brief is van de
volgelingen van de islamitische staat aan de Nederlandse regering. Als zij deelneemt aan de duivelse coalitie tegen de staat [fragment niet te lezen] bij Allah dan zullen uw dagen zwart zijn. Oh Nederlands volk, wij zijn de leeuwen zweren bij Allah: oog om oog tand om tand",
+ een eed van trouw aan (de terroristische organisatie) IS;
5. Achtergrond
Het is een feit van algemene bekendheid, zoals daarvan (tevens) blijkt uit de door het hof geraadpleegde – en zonder noemenswaardige moeite te raadplegen – algemeen toegankelijke bronnen, dat in het voorjaar van 2011 een groot deel van de bevolking van Syrië in verzet kwam tegen het regime van president Bashar al-Assad. Het (alawitisch-sjiitische) regime probeerde de roep om hervormingen met geweld de kop in te drukken, maar dit bracht het verzet niet tot zwijgen. In reactie op de gewelddadigheden van het regime tegen de (overwegend soennitische) bevolking begon de oppositie zich aan het eind van het jaar 2011 meer en meer gewapenderhand te verzetten. Wat begon als een vreedzaam protest ontwikkelde zich tot een burgeroorlog.
Naarmate de burgeroorlog vorderde werd deze steeds meer ‘gejihadiseerd’. Tal van jihadistische groeperingen mengden zich steeds meer en nadrukkelijker als oppositie in de strijd. Hun doel was niet alleen het ten val brengen van het regime van Bashar al-Assad maar ook – of vooral – de vestiging van een streng islamitische staat op het grondgebied van Syrië en de terugkeer naar de ‘zuivere islam’.1.Dit werd onder meer gerechtvaardigd vanuit de ideologie van het salafisme.2.Binnen het hedendaagse salafisme is er een gewelddadige fundamentalistische stroming die de gewapende strijd (de ‘jihad’ of heilige oorlog) tegen alle ongelovigen heeft afgekondigd.3.Geweld, vooral strijden en sterven voor het geloof, is een belangrijke component van deze jihadistische ideologie.4.De jihadistische beweging vormt de motor achter de huidige wereldwijde terroristische golf die wordt uitgevoerd onder het mom van een religieus gewapende strijd, de jihad.5.Men verkondigt de boodschap via het internet en doet een beroep op alle ‘ware’ gelovigen; in het jihadistische gedachtengoed staat het concept van de umma, de wereldwijde moslimgemeenschap, centraal. Omdat er een band bestaat tussen alle moslims, is ieder conflict waarbij moslims zijn betrokken, van belang voor hun broeders en zusters elders in de wereld. Dit schept in principe de plicht voor alle moslims, ook in Nederland, deel te nemen aan de strijd die bijdraagt aan de bevrijding van andere broeders en zusters.6.Inmiddels is door extreem-fundamentalistische strijdgroepen in Syrië de jihad uitgeroepen tot een individuele verplichting voor iedere moslim behoudens bepaalde uitzonderingen.7.Aanvankelijk kwamen veel jihadistische opstandelingen uit Syrië zelf, maar al gauw werd het land een bestemming voor niet-Syrische jihadisten. Buitenlandse strijders, eerst voornamelijk uit het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Azië, later ook uit Europa, zijn naar Syrië gereisd om zich te mengen in de strijd. Dit geldt ook voor Nederlandse jongeren.8.
In de strijd tegen het regime van Assad heeft zich ook een (voorheen) aan Al-Qa’ida gelieerde groep gemengd die eerder actief was in Irak. Het gaat hierbij om de Islamitische Staat in Irak en al-Sham (ISIS, ook wel bekend als IS, ISIL of DAESH). ISIS stond onder leiding van de Irakees Abu Bakr al-Baghdadi en heeft zich later omgedoopt tot de Islamitische Staat in Irak en de Levant (ISIL) o.a. om de uitbreiding van haar activiteiten naar Syrië te benadrukken.9.
Op 29 juni 2014 heeft ISIS het door hen verklaarde kalifaat uitgeroepen en is ISIL omgedoopt in de Islamitische Staat (IS). Als ‘kalifaat’ claimt IS het religieus, politiek en militair gezag over alle moslims over de gehele wereld. Abu Bakr al-Baghdadi, de emir van de organisatie, wordt aangesteld als ‘kalief’ van IS. Alle moslims ter wereld worden vervolgens opgeroepen de eed van trouw af te leggen aan de zelf gekroonde ‘kalief’ Abu Bakr al-Baghdadi en zich in IS-gebied te vestigen. De eedaflegging wordt als een plicht beschouwd, heeft een bindend effect en geldt voor het hele leven. De aardse sanctie op de schending van de eed is de dood. Door trouw te zweren aan de terroristische groepering IS, tekenen uitreizigers voor een leven dat wordt gekenmerkt door buitensporig geweld en een allesomvattende ideologie waarin iedereen buiten IS als ongelovig en dus inferieur en daarmee als rechtmatig doelwit wordt weggezet.10.Mannen die trouw hebben gezworen aan de ‘kalief’, moeten altijd oproepbaar zijn voor de strijd.11.
De tekst van deze zogeheten bayat luidt (in vertaling) als volgt:
“Ik leg een verklaring van eed van trouw af aan de Emir [leider] van de moslim gelovigen, Abi Bakir Al Baghdadi Al Husseini Al Quraishi, voor gehoorzaamheid en onderschikking, onder alle omstandigheden, in lief en leed, voor het laten gelden van Allahs woord en plegen van Jihad tegen de vijanden van Allah; voor het opbouwen van een Islamitische Staat en het laten opleven daarvan. Allah is getuige van wat ik zeg”. 12.
Opgemerkt zij dat er niet één specifieke tekst wordt gebruikt voor de eedaflegging aan de kalief maar dat de teksten in ieder geval gedeeltelijk overeenkomen.13.
Duizenden personen zouden op social media de eed aan IS, zijn leider en de kalief hebben afgelegd en andere IS aanhangers tonen hun eed van trouw via beelden op YouTube.14.
Geweld is inherent aan IS. Het wordt dagelijks gebruikt, verheerlijkt en gepredikt. Met name de in hun ogen ongelovigen (kuffar) zijn het slachtoffer van door IS toegepast of opgeëist extreem geweld geworden.15.Tijdens militaire operaties en het uitoefenen van de macht in de door hen veroverde gebieden in Syrië en Irak bedient IS zich (onder meer) van (zelf)moordaanslagen, executies, mishandeling, verkrachting, gijzelingen en martelingen, dit alles met een terroristisch oogmerk (“to spread terror among civilians”).16.In september 2014 roept IS alle aanhangers die niet kunnen uitreizen naar IS-gebieden op om aanslagen te plegen in landen die deel uitmaken van de anti-IS-coalitie.17.IS wordt door de VN en een groot aantal daarvan deel uitmakende landen, waaronder de Europese Unie, inmiddels gezien als een terroristische organisatie.18.
6. Juridisch kader
6.1.
Algemene opmerkingen
Aan de verdachte is - kort samengevat – ten laste gelegd:
- -
voorbereiding en/of bevordering van het opzettelijk teweeg brengen van een ontploffing, moord en/of doodslag, (te) begaan met een terroristisch oogmerk (artikel 96 lid 2 jo. 157 en/of 176a en/of 176b en/of 289(a) en/of 288a Wetboek van Strafrecht (Sr));
- -
deelneming en/of medewerking aan training voor het plegen van een (misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een) terroristisch misdrijf (artikel 134a Sr).
Het hof zal hieronder eerst het juridisch kader van beide bepalingen uiteenzetten.
6.2.
Artikel 96 lid 2 Wetboek van Strafrecht
De tekst van artikel 96 Sr luidt als volgt:
1. De samenspanning tot een der in de artikelen 92-95a omschreven misdrijven wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Dezelfde straf is toepasselijk op hem die, met het oogmerk om een der in de artikelen 92-95a omschreven misdrijven voor te bereiden of te bevorderen:
1°. een ander tracht te bewegen om het misdrijf te plegen, te doen plegen of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen;
2°. gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf zich of anderen tracht te verschaffen.
3°. voorwerpen voorhanden heeft waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van het misdrijf;
4°. plannen voor de uitvoering van het misdrijf, welke bestemd zijn om aan anderen te worden medegedeeld, in gereedheid brengt of onder zich heeft;
5°. enige maatregel van regeringswege genomen om de uitvoering van het misdrijf te voorkomen of te onderdrukken, tracht te beletten, te belemmeren of te verijdelen.
Met de inwerkingtreding van de Wet Terroristische Misdrijven is het bereik van artikel 96 lid 2 Sr sterk uitgebreid. Het is van toepassing op in ieder geval alle terroristische misdrijven waarop een levenslange gevangenisstraf is gesteld zoals moord, doodslag en ook brandstichting indien daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel (en het feit iemands dood ten gevolge heeft).19.
De persoon die met het oogmerk om – voor zover hier van belang gelet op de aan de verdachte verweten gedragingen - de in artikel 176b lid 1 (waaronder artikel 157 jo. artikel 176a lid 1 Sr), artikel 288a en artikel 289 Sr (begaan met een terroristisch oogmerk zoals bepaald in artikel 289a lid 1 Sr) genoemde misdrijven voor te bereiden of te bevorderen
2°. gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf zich of anderen tracht te verschaffen;
3°. voorwerpen voorhanden heeft waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van het misdrijf;
4°. plannen voor de uitvoering van het misdrijf, welke bestemd zijn om aan anderen te worden medegedeeld, in gereedheid brengt of onder zich heeft;
is ingevolge het bepaalde in artikel 96 lid 2 Sr jo. artikel 176b lid 2 respectievelijk artikel 289a lid 2 Sr strafbaar.
De wetgever heeft met de strafbaarstelling van artikel 96 lid 2 Sr beoogd in uitzonderlijke situaties, namelijk bij de dreiging van een concrete aanslag tegen de staatsveiligheid, zeer vroeg in te kunnen grijpen. Enerzijds vallen feitelijke gedragingen snel onder het bereik van dit artikel (de lat: “trachten gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen” ligt immers niet hoog), anderzijds wordt door de gehanteerde opzetvorm een strenge eis gesteld aan het bewijs van de opzet.20.
Centraal staan in artikel 96 lid 2 Sr de aanwezigheid van het oogmerk en de (daarmee samenhangende) noodzakelijke concreetheid van het beoogde misdrijf.
Oogmerk
Gelet op de tekst van artikel 96 lid 2 Sr is vereist dat de verdachte de gedragingen heeft verricht met het oogmerk het betreffende terroristische misdrijf voor te bereiden of te bevorderen. Anders dan bij de strafbare voorbereiding van artikel 46 Sr volstaat voorwaardelijk opzet op de voorbereiding of bevordering van een terroristisch misdrijf niet.
Concreetheid van het misdrijf
Voornoemde gedragingen zijn strafbaar ongeacht of de voorbereidende of bevorderende gedragingen resulteren in het plegen van het beoogde misdrijf.
Het beoogde misdrijf dient echter wel voldoende concreet te zijn. Die eis van concreetheid volgt uit de tekst van artikel 96 lid 2 Sr waarin wordt gesproken over ‘het misdrijf’. Het soort misdrijf moet derhalve vast staan. Maar dat op zichzelf volstaat niet. Voorts zullen tijd, plaats en wijze van uitvoering voldoende concreet moeten vaststaan. Voor deze uitleg vindt het hof ook steun in de (inmiddels oude maar nog steeds relevante ) wetsgeschiedenis van deze bepaling met betrekking tot dit onderwerp21.waarbij strafbaar werd gesteld de individuele voorbereiding tot het plegen van ‘een concreten voorgenomen aanslag’ waarbij werd beoogd ‘de grondwettigen regeeringsvorm of de orde van troonopvolging te vernietigen’.22.Dat wordt meermalen herhaald in de Handelingen waarin wordt gesteld dat het moet gaan om een ‘bepaalden revolutie-aanslag (…) een concrete revolutiedaad’’ en niet om een zich in het algemeen voorbereiden op de revolutie.23.
6.3.
Artikel 134a Wetboek van Strafrecht
De strafbaarstelling van artikel 134a Sr ziet blijkens de wetsgeschiedenis op een persoon met een fascinatie voor terroristisch geweld die steeds verder radicaliseert, in dat kader plannen maakt met betrekking tot aanslagen en daartoe zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft of tracht te verschaffen of kennis en/of vaardigheden verwerft die zouden kunnen worden ingezet voor het plegen van een terroristisch misdrijf of een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf.24.Er moet voor kwalificatie onder artikel 134a Sr een voldoende verband bestaan tussen de gedragingen met enige vorm van training voor terrorisme.25.Strafbaar is aldus het op enigerlei wijze meewerken (als trainer) en het deelnemen (als getrainde) aan trainingen voor terrorisme. Het is een gecombineerde strafbaarstelling met een actieve en een passieve kant.26.
De aanwezigheid van een terroristisch oogmerk is hierbij niet vereist, nu dit geen bestanddeel is van artikel 134a Sr.27.
Het verwijt dat de verdachte wordt gemaakt ziet in de kern op het deelnemen aan trainingen in de zin van genoemd wetsartikel.
Onder de reikwijdte van artikel 134a Sr valt ook de eenling die zich via internet op de hoogte stelt van kennis en informatie over het vervaardigen van een explosief die hij vervolgens wil inzetten voor het plegen van een terroristisch misdrijf of het vergemakkelijken ervan.28.
Dat zelfstudie strafbaar is volgt ook uit artikel 134a Sr dat nadrukkelijk strafbaar stelt hij die zich (…) opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft of tracht te verschaffen tot het plegen van een terroristisch misdrijf dan wel een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf, dan wel zich kennis en/of vaardigheden daartoe verwerft (…).
Voor degene die training volgt moet de opzet zijn gericht op het gebruik van de gelegenheid, middelen, inlichtingen, kennis en/of vaardigheden tot het plegen van een terroristisch misdrijf of van een misdrijf waarmee het plegen van een terroristisch misdrijf wordt vergemakkelijkt.29.
Aantoonbaar moet zijn en bewezen moet worden voor welk misdrijf de verdachte zich heeft getraind. De contouren daarvan moeten zichbaar zijn. Voorts moet het daarbij gaan om een van de misdrijven zoals die limitatief zijn omschreven in de artikelen 83 en 83b Sr.
Het opzet kan in dat geval worden afgeleid uit hetgeen bekend is over de achtergrond van de persoon van de verdachte, waarbij, naast de aard en het karakter van de training, de volgende omstandigheden een rol kunnen spelen:
- 1.
diens haat tegen de Westerse wereld;
- 2.
zijn/haar fascinatie voor terroristisch geweld;
- 3.
het radicaliseringsproces dat de verdachte heeft ondergaan.30.
7. Standpunten van het openbaar ministerie en van de verdediging
7.1.
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1A en 1B ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Hij heeft daartoe – kort en zakelijk weergegeven, nader toegelicht in het overgelegde op schrift gestelde requisitoir en in het dossier gevoegde – aangevoerd dat de kern van het bewijs wordt gevormd door de aangetroffen chatberichten en de inhoud van het onder de verdachte inbeslaggenomen notitieboekje. De advocaat-generaal leidt uit de combinatie van de tenlastegelegde handelingen – die in zijn visie bewezen kunnen worden - en het gedachtengoed van de verdachte zoals dat naar voren komt uit het dossier, het opzet van de verdachte af op het zich verschaffen van middelen/inlichtingen en het zich verwerven van kennis en vaardigheden voor het in elkaar zetten van explosieven om een terroristisch misdrijf te plegen en/of met het oog op zijn beoogde afreis naar Syrië dan wel Irak om zich daar te voegen bij de gewapende strijd en daar deze terroristische misdrijven te plegen.
Ten aanzien van het juridisch kader van het ten laste gelegde onder 1A.
Gelet op de tekst van artikel 96 lid 2 Sr, waarin sprake is van oogmerk, huldigt het openbaar ministerie de opvatting dat de in de tenlastelegging benoemde misdrijven door de verdachte beoogd moeten zijn. Voor de concreetheid van die (beoogde) feiten geldt dat ze voldoende concreet dienen te zijn, in de zin dat moet worden vastgesteld welk soort misdrijf de verdachte aan het voorbereiden dan wel aan het bevorderen was. Daarbij hoeft in de visie van het openbaar ministerie niet te worden vastgesteld waar, wanneer en welk doel door verdachte werd beoogd. Centraal staat de gerichtheid van de verdachte die moet worden afgeleid uit de handelingen die de verdachte heeft gepleegd, de achtergronden waartegen dat is gebeurd en het doel dat hij heeft beoogd in onderlinge samenhang bezien. Hierbij is een zekere mate van onbepaaldheid inherent aan een dergelijke strafbaarstelling.
Ten aanzien van het juridisch kader van het tenlastegelegde onder 1B
Ten aanzien van het juridisch kader van artikel 134a Sr verwijst het openbaar ministerie naar de uitspraak van het Hof Den Haag 27 januari 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:83.
7.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft ten aanzien van het onder 1A en 1B ten laste gelegde vrijspraak bepleit ter terechtzitting van 20 april en 6 juni 2016. Hij heeft daartoe – kort en zakelijk weergegeven, nader toegelicht in de overgelegde op schrift gestelde pleitaantekeningen – aangevoerd dat bij verdachte het opzet ontbrak op het plegen van een aanslag of het zich aansluiten bij IS of een andere terroristische organisatie. Naar de mening van de verdediging bevat het dossier daarvoor te veel contra-indicaties. In dat verband stelt de verdediging dat de verdachte zich heeft voorgedaan als strijder zonder op enig moment daadwerkelijk voornemens te zijn geweest de daad bij het woord te voegen. De verdachte zelf heeft aangegeven dat hij per ongeluk een foto van de Twin Towers ten tijde van de aanslag in september 2001 als profielfoto op facebook had gekozen, en heeft overigens staande gehouden dat de inhoud van zijn chatgesprekken niet serieus genomen moet worden. Zijn uitlatingen over jihadisme en IS zouden moeten worden geplaatst in de categorie “grapjes maken en dollen” en berustten op fantasie en grootspraak en zijn enkel gedaan om indruk te maken en “ als een krachtig en groot man" over te komen om daarmee de aandacht van meisjes te trekken.31.Ook het bomrecept in het notitieboekje was niet serieus te nemen: hij had dat ter plekke bedacht.
Volgens de raadsman neigt de verdachte ertoe, vanwege zijn problematische persoonlijkheidsontwikkeling zoals beschreven in de NIFP-rapportage, op te gaan in zijn fantasieverhalen en is hij in het verleden hierin betrekkelijk ver gegaan. Dat de verdachte behoorlijk ver gaat in het zich voordoen als IS-strijder, kan in zijn geval dus niet worden gezien als een belangrijke aanwijzing dat hij dat ook meent. Voort wijst de raadsman erop dat de gedragsdeskundigen schrijven dat de verdachte weliswaar uitspraken doet die wijzen in de richting van radicalisering maar dat zijn uitspraken weinig doorleefd zijn, er geen aanwijzingen zijn gevonden van een langdurend radicaliseringsproces zonder dat dit geheel kan worden uitgesloten, er geen aanwijzingen zijn gevonden voor het verwerpen van democratische waarden en normen en dat er evenmin aanwijzingen zijn gevonden dat de verdachte een gewelddadig persoon is.
8. De door het hof vastgestelde feiten
Het hof stelt op grond van de processtukken en het verhandelde ter terechtzitting het volgende vast.
De verdachte heeft verklaard dat hij op 6 juli 2011, oorspronkelijk komende vanuit Marokko, in Amsterdam is aangekomen. Hij woonde in [woonplaats] bij zijn broer en schoonzus in hun huis aan de [adres] .32.
Op 15 oktober 2014 ontving de Landelijke Recherche een ambtsbericht van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) over de verdachte. Dit ambtsbericht hield in, verkort en zakelijk weergegeven, dat de verdachte trouw heeft gezworen aan de Kalief van ISIS en bezig is met het verwerven van een pistool waarmee hij aanslagen op Nederlandse politieagenten wil plegen. Verder maakt de verdachte, volgens voornoemd ambtsbericht, gebruik van twee Facebookprofielen die wijzen op ISIS- en anti-Amerikaanse sympathieën .33.
Naar aanleiding van het ambtsbericht is het politieonderzoek LITE opgestart en nog dezelfde dag is de verdachte buiten heterdaad aangehouden en heeft een doorzoeking van het huis plaatsgevonden, waarbij (onder meer) zijn aangetroffen een Samsung tablet en een notitieboekje.34.
Het Samsung tablet bevat onder meer twee Facebookaccounts en een groot aantal facebook chatberichten, waarvan sommigen voorzien van afbeeldingen, waarin de verdachte zich, kort samengevat, heeft geprofileerd als aanhanger van IS35., hij te kennen heeft gegeven in Syrië deel te willen nemen aan de jihad36.die hij ziet als de strijd tegen ongelovigen37.en waarin hij heeft aangegeven te hebben deelgenomen aan trainingskampen en gevechtstrainingen van de Ansar al-sharia in Libië.38.Verdachte heeft bovendien in de periode van mei tot en met september 2014 bij meerdere personen in chatberichten uitdrukkelijk en meermalen geïnformeerd naar video’s met instructies voor het maken van explosieven, waaronder een keer met een toevoeging waaruit volgt dat de explosieven bedoeld waren de Amerikaanse ambassade op te blazen, zoals hieronder weergegeven.
In chatgesprekken met [chatpartner 3] op 7, 14 en 25 mei 2014 vraagt de verdachte: - “Mag ik de video hoe worden bommen gemaakt van je weten?”
- “Ik wil wat video’s van jou hebben hoe explosieven gemaakt worden.”
- “Ik wil wat video’s van jou hebben hoe explosieven gemaakt worden.”39.
In een chat gesprek met [chatpartner 5] op 4 augustus 2014 vraagt de verdachte:
- “Ik wil video’s (opnamen) om explosieven te maken om de Amerikaanse ambassade op te blazen in de bezette Nederlandse.”40.
In een chat gesprek met [chatpartner 6] op 21 september 2014 vraagt de verdachte:
- “Ik wil een aantal video’s hebben (ik heb een aantal video’s nodig) hoe je bommen kunt maken en het spijt me voor deze vraag.”41.
Uit nader onderzoek is voorts gebleken dat op de profielfoto van een van de Facebook accounts met het profiel “[naam verdachte]” o.a. de verdachte staat afgebeeld.42.Ter terechtzitting in hoger beroep heeft het hof geconstateerd dat op de omslagfoto van dit profiel de Twin Towers in Manhattan NY met één of meerdere naderende vliegtuigen zichtbaar zijn.43.Bovendien werd op één van zijn facebookaccounts een link naar een website aangetroffen die, blijkens onderzoek van het Expertisecentrum Contraterrorisme en extremisme, een verslag betreft van de strijd die IS heeft geleverd tegen strijders van de Volksverdedigingseenheid in Syrië.44.In een reactie op commentaar van een persoon met de profielnaam “[profielnaam]” op de beelden van deze strijd heeft de verdachte zich voorgedaan als een soldaat van IS en geschreven dat zij (het hof begrijpt: IS) de afvalligen van de islam komen onthoofden.45.
Omtrent het bij de huiszoeking aangetroffen notitieboekje heeft de verdachte verklaard dat hij dit (ook) in de tenlastegelegde periode voorhanden heeft gehad en dat de daarin (in de Arabische taal) genoteerde teksten, waaronder een dreigbrief aan de Marokkaanse koning46., een (dreig)brief aan de Nederlandse regering en volk47., een eed van trouw aan de Islamitische Staat (IS), althans aan zijn leider Abu Bakr al-Baghdadi48.en een recept voor het maken van een (hand)bom,49.door hem zijn geschreven.50.In het notitieboekje stonden alleen aantekeningen, verwijzingen naar en opmerkingen over (aan) IS-gerelateerde onderwerpen. De verdachte heeft verder verklaard dat dit persoonlijke schriftje belangrijk voor hem was en niet bedoeld was om aan derden te tonen en dat hij het ook nooit mee naar buiten heeft genomen.51.
Een aantal van de teksten uit het notitieboekje zal het hof hieronder nader bespreken.
Opgenomen is in het notitieboekje een recept voor het maken van een (hand)bom. De tekst in het notitieboekje luidt als volgt (in de Nederlandse vertaling):
“Hoe een handbom gemaakt kan worden.
Neem een afsluitbare plastic/glazen fles.
Doe tweehonderd milliliter zuur (acid) in de fles.
Doe een beetje aluminium foliebladeren in de fles.
Meng goed en gooi het snel tegen voorbijkomende dingen.
Zoals: auto’s van de afvallige politie of een auto van het tirannieke leger.
Injasllah
(onleesbaar)
Dr. Abou Anas Al Maghribi”
De verdachte heeft op de terechtzitting in eerste aanleg verklaard dat hij dit recept zo’n 7 tot 8 maanden voor zijn aanhouding (op 15 oktober 2015) heeft opgeschreven.52.
Uit onderzoek van het Nationaal Bom Data Centrum is gebleken dat de in het notitieboekje genoemde stoffen vermoedelijk de receptuur betreffen voor het samenstellen van een exploderende fles (Improvised Explosive Device, IED), welke op basis van een thermische reactie zo’n druk opbouwt dat deze tot ontploffing komt. Dit geïmproviseerde explosief staat ook wel bekend als een “crofty bom”. Een van de grote gevaren van een crofty bom is dat niet van te voren kan worden voorspeld op welk moment de druk van de fles zo hoog is geworden dat de ontploffing ervan plaatsvindt. Crofty-bommen zijn explosieven die doorgans bestemd zijn voor het treffen van personen en zaken. Er zijn bij het Nationaal Bom Data Centrum, een aantal (pogingen tot) aanslagen in het buitenland bekend, waarbij gebruik is gemaakt en/of gemaakt zou gaan worden van exploderende flessen.53.
In het notitieboekje is voorts de volgende brief opgenomen van “Ousoud Al Dawla Al Islamia” (in de Nederlandse vertaling):
“Aan “Mohammed El-Oulwi
Die zichzelf valselijk de Emir der gelovigen noemt, in de Maghrib landen (Marokko, Algerije en Tunesië),
en
Aan elke andere tiran in de Maghrib Al Arabi landen.
Wij zweren bij Allah; wij komen jullie te onthoofden.
Ousoud Dawlee Eslamaya (de leeuwen van de IS)”
De verdachte heeft verklaard dat hij deze brief heeft geschreven, dat de brief een dreigend karakter heeft en dat met Mohammed El-Oulwi de Marokkaanse koning is bedoeld.54.
In het notitieboekje is tevens opgenomen een brief aan de Nederlandse regering met de volgende tekst (in de Nederlandse vertaling):
“Deze brief is
Van: Ansar (aanhangers) van de Islamitische Staat
Aan: De Nederlandse regering.
Als zij (regering) deelneemt aan de duivelse coalitie tegen de Staat, dan (onleesbaar) bij Allah en uw dagen zullen zwart zijn.
Oh, het Nederlandse volk; wij zijn de leeuwen … (onleesbaar) …
Wij zweren bij Allah; oog om oog en ziel om ziel.
Sheikh
Abou Hudeifa Al Holandi
(handtekening)
Mohammed Aba Hodyfa Al Holandi
(handtekening)”
Gebleken is uit onderzoek dat met de duivelse coalitie tegen IS de coalitie van de VS met Arabische en Westerse landen, waaronder Nederland, wordt bedoeld, die door middel van luchtaanvallen strijdt tegen IS in Irak.55.
De verdachte heeft verklaard dat deze tekst eveneens door hem is geschreven en dat de naam “Sheikh Abou Hudeifa al-Holandi” zijn alias op dat moment was.56.De verdachte heeft over deze brief verder verklaard dat het een bedreiging van ISIS aan het adres van de Nederlandse regering is, dat hij het normaal vindt dat iemand een dreigbrief naar de Nederlandse regering stuurt, dat hij de tekst op YouTube heeft gezien en door hem is overgenomen en dat hij de brief heeft geschreven toen de NAVO Irak begon te bombarderen.57.
Ook is in het notitieboekje aangetroffen een eed van trouw aan de Emir van de Islamitische Staat, welke tekst is voorzien van een vlag van ISIS en als volgt luidt (in de Nederlandse vertaling):
“Het Kalifaat
Islamitische Staat
De Emir van de gelovigen
Abu Bakr Al Baghdadi Al Qurshy Al Husseini Sammarai
Al Karar Abu Douwa
Moge Allah hem beschermen,
Mijn dierbare Emir, in Allah
Ik zweer de eed van trouw voor gehoorzaamheid en volgzaamheid
In voor- en tegenspoed.
Wij zijn de leeuwen die u niet verraden en niet (onleesbaar).
Wij zijn de hongerige leeuwen; onze vijanden zijn onze prooien.
Sheikh Abu Hudaifa Al Almani (Duitser) (handtekening)
[aan] de Emir van de IS in het zuidelijke district van de provincie Samara”
De verdachte heeft verklaard dat hij deze eed van trouw aan Abu Bakr al-Baghdadi, de kalief van IS, heeft geschreven.58.Hij heeft dit gedaan om de eed uit zijn hoofd te kunnen leren, zodat hij die kon gebruiken in zijn chats om daarmee indruk te maken.59.Volgens de verdachte moeten alle strijders van IS een eed afleggen aan Abu Bakr al-Baghdadi.60.Verder heeft de verdachte in zijn notitieboekje opgeschreven dat elke moslim trouw dient te zweren aan het Islamitische Kalifaat.61.Ook heeft de verdachte in diverse chatberichten aan derden trouw beloofd aan Al-Baghdadi.62.
Zoals hiervoor reeds is overwogen is in de aankondiging van de oprichting van het Islamitisch Kalifaat door IS op 29 juni 2014 de oproep gedaan om de eed van trouw af te leggen aan de ‘kalief’ Abu Bakr al-Baghdadi. Gebleken is voorts dat in de maanden volgend op deze oproep, door jihadistische organisaties, maar ook door individuen op de oproep is gereageerd. Op social media, via beelden op YouTube en op video wordt door individuele IS aanhangers een eed van trouw aan Abu Bakr getoond en afgelegd. De tekst van de eed die verdachte heeft opgeschreven in zijn notitieboekje komt grotendeels overeen met de gangbare teskt van de eed.63.
9. 9. Beoordeling van de tenlastelegging
9.1.
Vrijspraak van het onder 1A tenlastegelegde
De verdachte is onder 1 in het kader van de strafbaarstelling van artikel 96 lid 2 Sr ten laste gelegd een aantal gedragingen die strekten tot het opzettelijk met het oogmerk voorbereiden en/of bevorderen van het plegen van de in de artikelen 157 en/of 176a en/of 176b en/of 289(a) en of 288a omschreven misdrijven .
Die gedragingen ter voorbereiding en/of ter bevordering zijn vervolgens verder feitelijk omschreven onder A tot en met F. Zie voor de tenlastelegging paragraaf 4.
Het hof ziet zich gelet op de tenlastelegging in de eerste plaats voor de vraag gesteld of wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte voornoemde gedragingen heeft verricht met het in artikel 96 lid 2 Sr genoemde oogmerk om de betreffende terroristische misdrijven voor te bereiden en/of te bevorderen.
In de tweede plaats zal het hof moeten beoordelen of de misdrijven die worden voorbereid en/of bevorderd naar tijd, plaats en wijze van uitvoering voldoende concreet vaststaan.
Met betrekking tot de in de tenlastelegging genoemde misdrijven is kennelijk bedoeld - gelet op de in het dossier vervatte bewijsmiddelen - aan te sluiten bij hetgeen logischerwijze zou voortvloeien uit de gedragingen ter voorbereiding of bevordering die in de tenlastelegging zijn omschreven onder A tot en met F, te weten 1) het deelnemen aan de gewapende jihadstrijd in Syrië of Irak waarbij misdrijven zoals moord en doodslag worden gepleegd en 2) het laten ontploffen van een flessenbom door die naar een politieman of naar de Amerikaanse ambassade te gooien..
Misdrijf van moord en of doodslag met terroristisch oogmerk
Met betrekking tot het voorbereiden en/of bevorderen van de misdrijven van moord en doodslag met een terroristisch oogmerk overweegt het hof als volgt.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte in een aantal chatberichten de wens heeft uitgesproken om naar Syrië of Irak uit te reizen om daar deel te nemen aan de gewapende Jihadstrijd.64.
Het hof stelt op grond van die chats vast dat bij de verdachte inderdaad de wens leefde op enig moment naar IS-gebied af te reizen en zich bij de Jihad aan te sluiten. Dat hij die wens heeft geuit, moge zo zijn, maar niet kan worden vastgesteld dat hij ook een concreet voornemen had om – binnen afzienbare tijd – daadwerkelijk af te reizen en vervolgens in Syrië of Irak voornoemde terroristische misdrijven te plegen. Over het concrete tijdstip en de wijze waarop en uiteindelijk waarheen de verdachte (mogelijk) zou vertrekken biedt het dossier zelfs geen aanknopingspunten. Het oogmerk zoals vereist in artikel 96 lid 2 Sr kan derhalve niet worden bewezen.
Misdrijf van opzettelijke brand stichten en/of een ontploffing teweeg brengen met terroristisch oogmerk
Met betrekking tot het verwijt dat hij voornemens zou zijn geweest een flessenbom tot ontploffing te brengen door die naar een politieagent te werpen of naar de Amerikaanse ambassade geldt naar het oordeel van het hof mutatis mutandis hetzelfde.
De verdachte heeft blijkens de gevonden chatberichten drie personen (en één daarvan meermalen) gevraagd om (video)instructies om een explosief te maken.65.Het hof heeft niet kunnen vaststellen dat hij informatie hierover in antwoord op die chats heeft gekregen. Echter, kennelijk heeft verdachte wel op een of andere wijze het ‘recept’ voor een zogenoemde croftybom weten te bemachtigen, want hij heeft een dergelijk recept in zijn notitieboekje opgeschreven.
Naar het oordeel van het hof is onaannemelijk dat hij (zoals hij zelf heeft verklaard bij de politie66.en ter terechtzitting in hoger beroep67.) dat recept zelf ter plekke zou hebben verzonnen. Dat neemt niet weg, dat van een concreet voornemen om een dergelijk explosief te maken en te gebruiken naar het oordeel van het hof niet kan worden gesproken. Om het oogmerk op een misdrijf waarvan artikel 96 lid 2 Sr spreekt te kunnen bewijzen, is meer nodig dan enkele zoekvragen via een chatsite en genoemde notitie.
Met name ontbreekt, gelet op dossierinhoud en het verhandelde ter zitting, elk concreet aanknopingspunt voor de vaststelling van de tijd, plaats en wijze van uitvoering van voornoemde misdrijf.
Het hof zal de verdachte derhalve integraal vrijspreken van hetgeen onder 1 eerste cumulatief/alternatief (1A) is tenlastegelegd.
9.2.
Overwegingen ten aanzien van het onder 1B tenlastegelegde feit
Het hof ziet zich in het kader van de tenlastelegging voor de vraag gesteld of de door het hof vastgestelde feiten, in hun onderlinge samenhang beschouwd, gelet op hun uiterlijke verschijningsvorm zijn aan te merken als het zich opzettelijk (trachten te) verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen, danwel op het zich verwerven van kennis of/en vaardigheden tot het plegen van de ten laste gelegde terroristische misdrijven als bedoeld in art. 134a Sr.
9.2.1
Feitelijke gedagingen zoals ten laste gelegd
Bij de verdachte is zoals onder paragraaf 8 uitgebreid is besproken een notitieboekje aangetroffen, bevattende (onder meer) de handleiding tot het maken van een (hand)bom en de toevoeging onder deze handleiding “meng goed en gooi het tegen de dingen die snel voorbijkomen. Bijvoorbeeld: een auto van de afvallige politie of een auto van het tirannieke leger. Als God het wil”.
Uit het eerdergenoemde onderzoek van het Nationaal Bom Data Centrum is gebleken dat met de door de verdachte opgeschreven receptuur, anders dan de verdachte heeft verklaard, een bruikbaar explosief gemaakt kan worden, ook bekend als een “crofty bom”, waarvan bekend is dat dit in de praktijk ook bij een aantal (pogingen tot) aanslagen is gebruikt. Daarbij komt, dat de verdachte zoals eerder benoemd in de periode van mei tot en met september 2014 bij meerdere personen in chatberichten uitdrukkelijk en meermalen heeft geïnformeerd naar video’s met instructies voor het maken van explosieven.
Blijkens de begeleidende tekst bij de receptuur zou de (hand)bom gegooid dienen te worden “tegen dingen die snel voorbijkomen. Bijvoorbeeld: auto’s van de afvallige politie of een auto van het tirannieke leger”. In een chatgesprek heeft hij de wil geuit om explosieven te maken “om de Amerikaanse ambassade op te blazen in de bezette Nederlandse”. In de, in samenhang daarmee te lezen, door de verdachte omstreeks oktober 2014 geschreven dreigbrief aan de Nederlandse regering en volk, kondigt hij, zakelijk weergegeven, namens de aanhangers van de Islamitische Staat aan dat de dagen van de Nederlandse regering zwart zijn” als zij deelneemt aan de duivelse coalitie tegen de Staat (IS)”, waarmee wordt bedoeld de coalitie van de Verenigde Staten met Arabische en Westerse landen die, zoals uit goed toegankelijk, algemene bronnen algemeen bekend is, sedert oktober 2014 door middel van luchtaanvallen strijdt tegen IS in Irak. Het hof betrekt hierbij tevens dat uit de door de verdachte in de bewezenverklaarde periode gevoerde chatberichten blijkt dat hij zich heeft uitgesproken voor de jihad. Zoals het hof hiervoor heeft overwogen, staat in het jihadistische gedachtengoed het concept van de umma centraal, hetgeen impliceert dat een aanval op moslims waar dan ook ter wereld, de moslims in Nederland treft; hetgeen de verplichting schept voor alle moslims om deel te nemen aan de strijd die bijdraagt aan de bevrijding van andere broeders en zusters. Met andere woorden; worden moslims aangevallen in Syrië of Irak, dan geldt dat als een aanval op de moslims in Nederland een kan en dient die strijd gesteund te worden in Syrië of Irak, maar kan die strijd ook op Nederlands grondgebied gestreden te worden.
9.2.2
Opzet op het zich verwerven van kennis tot het plegen van een terroristisch misdrijf
Naar het oordeel van het hof heeft de verdachte opzet gehad op het in artikel 134a Sr strafbaar gestelde misdrijf van het zich trachten inlichtingen te verschaffen en het zich verwerven van kennis tot het plegen van een terroristisch misdrijf.
Onder verwijzing naar het hiervoor ter zake overwogene, zoekt het hof voor de invulling van het opzet met betrekking tot het plegen van een terroristisch misdrijf (middels die kennisverwerving) voorts nog aansluiting bij hetgeen bekend is over de persoon van de verdachte met betrekking tot a) zijn eventuele haat tegen de Westerse wereld, b) zijn mogelijke fascinatie voor terroristisch geweld en c) zijn eventuele radicalisering.
In dit verband acht het hof de navolgende feiten en omstandigheden zoals die op grond van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting in eerste aanleg en hoger beroep naar voren zijn gekomen, van belang.
Het hof heeft hiervoor vastgesteld dat de verdachte in de tenlastegelegde periode een groot aantal chatberichten met derden heeft gevoerd waarin hij zich, kort samengevat, heeft geprofileerd als een aanhanger van IS; hij de wens te kennen heeft gegeven uit te willen reizen naar Syrië teneinde aldaar te willen deelnemen aan de gewelddadige jihad en informatie heeft gevraagd en verkregen over het fabriceren van een bom. Deze wijze van communiceren door de verdachte via chatberichten op het internet past bij de uit onderzoek gebleken wijze van informatie-overdracht in jihadistische kringen in Nederland waar die met name plaatsvindt via online chatgesprekken en communicatie via de media.68.
De verdachte, die sedert zijn aankomst in 2011 in Nederland illegaal hier verblijft, heeft in één van zijn chatgesprekken (die hij voerde gedurende een langere periode) aangegeven dat hij weg wil uit Nederland, dat hij beschrijft als “een land van ongeloof dat hij haat”.69.De antiwesterse houding van de verdachte blijkt bovendien uit de meergenoemde dreigbrief gericht aan de Nederlandse regering en het Nederlandse volk.70.
In de door de verdachte in de tenlastegelegde periode gevoerde chatgesprekken heeft hij meermaals te kennen gegeven te willen leven in de Islamitische Staat.71.Ook identificeert hij zich verregaand met IS, hetgeen niet alleen blijkt uit zijn chatgesprekken die hij voerde met mannen en vrouwen, en waarin hij onder andere schreef: “Ik ben een aanhanger/volgeling van de Islamitische Staat”72.; “Ik wil leven onder het gezag van een Islamitische Staat”73.; “De islamitische staat 4ever, als god het wil. Wij komen jullie onthoofden, jullie afvalligen van de islam” (…)“Ik ben een soldaat van de islamitische staat”74., maar ook uit zijn brief gericht aan de Marokkaanse koning: “Wij zweren bij God: Wij komen met onthoofding voor u”.
Verder werden op zijn facebookprofiel diverse afbeeldingen aangetroffen, waaronder de jihadvlag die door IS wordt gebruikt en maakte hij tevens gebruik van de profielnaam “Abu Hudhaifa al-Almani”, een naam die vaak wordt gebruikt door IS aanhangers om “IS 4ever” aan te duiden.75.Op het door de verdachte gebruikte facebookprofiel “[naam verdachte]” is bovendien een omslagfoto aangetroffen van de aanslag op de Twin Towers in Manhattan op 11 september 2001, hetgeen naar het oordeel van het hof eveneens wijst op een vereenzelviging met het terroristische jihadistische gedachtengoed. Voorts heeft het hof hierbij betrokken dat de verdachte de islamitische staat zelfs “mijn ziel” noemt76., waarmee naar het oordeel van het hof verdachtes verbondenheid met deze organisatie in essentie tot uitdrukking komt.
Voor zover de verdachte heeft aangegeven dat hij “per ongeluk” de desbetreffende foto van New York op juist dat moment heeft gekozen als profielfoto77., gaat het hof hieraan als volstrekt onaannemelijk voorbij, gelet op de uniciteit van dat ene moment en het overduidelijke verband met op zijn computer aangetroffen beelden en chatgesprekken in relatie tot IS en de jihad.
In dit verband is naar het oordeel van het hof ook van belang dat de verdachte de eed van trouw heeft gezworen aan IS en aan zijn leider Abu Bakr al-Baghdadi, welke eedaflegging een bindend effect heeft.78.Uit onderzoek is bovendien gebleken dat wie naar IS afreist, zoals de verdachte volgens eigen zeggen van plan was, willens en wetens de keuze maakt om zich bij een terroristische groepering aan te sluiten die iedereen buiten IS als ‘ongelovig’ wegzet en excessief geweld toepast en zich het doden van alle ongelovigen ten doel stelt.79.De verdachte is daarvan ook op de hoogte, gelet op zijn uitlatingen in hoger beroep: hij wist van het extreme geweld dat door jihadstrijders wordt gebruikt. Zijn moeder heeft hem deze manier van jihad niet geleerd, zo verklaarde hij.80.Dat het tot het het uitreizen (nog) niet was gekomen, doet aan het bovenstaande niet af, te minder nu de verdachte te kennen heeft gegeven (eveneens) te (willen) strijden tegen de ongelovigen.81.Voorts werd een link aangetroffen naar een site met daarop een artikel over de (bloedige) strijd die IS tegen anderen heeft geleverd. Kritische commentaar van een derde op dit artikel werden door de verdachte beantwoord met de opmerking: “Wij komen jullie onthoofden, jullie de afvalligen van de islam”.
Ofschoon het op zichzelf niet strafbaar is om (openlijk) te sympathiseren met de doelen en daden van terroristische organisaties, zoals in casu IS, acht het hof verdachtes kennelijke vereenzelviging met deze terroristische organisatie wel degelijk van belang voor de inkleuring van het opzet.
Al met al is aan de drie hierboven genoemde criteria voldaan. De verdachte heeft op enig moment blijk gegeven van haat tegen de Westerse wereld, hij had een zekere fascinatie voor terroristisch geweld en had radicaal-jihadistische opvattingen waarvan hij blijk gaf in zeer vele chatgesprekken met mannen en vrouwen. Het hof acht het opzet bewezen, en derhalve bewezen dat hij zich kennis heeft verworven (namelijk omtrent het fabriceren van een bom) met de bedoeling daarmee een terroristisch misdrijf te plegen. Dat zijn directe omgeving niet heeft bemerkt dat dit het geval was doet daar niet aan af, (uit onderzoek is intussen ook bekend dat een radicaliseringsproces zich binnen korte tijd en buiten het zicht van de directe omgeving kan voltrekken82.).
Het verweer dat de inhoud van zijn chatgesprekken niet serieus genomen moet worden en zijn uitlatingen over jihadisme en IS moeten worden geplaatst in de categorie “grapjes maken en dollen” en berustten op fantasie en grootspraak en enkel zijn gedaan om indruk te maken en “als een krachtig en groot man" over te komen om daarmee aandacht van meisjes te trekken83., wordt tenslotte door het hof, gelet met name op het stelselmatige radicale karakter van de vele voor het bewijs gebezigde chatgesprekken en de (relatief) lange periode waarin die gesprekken zijn gevoerd, als volstrekt onaannemelijk terzijde geschoven, nog daargelaten dat het één (indruk maken) het ander (deelname aan de gewapende strijd als jihadstrijder) niet uitsluit.
9.2.3.
Slotsom
Samenvattend stelt het hof op grond van het vorenstaande vast dat de verdachte ten tijde van de bewezenverklaarde feiten een radicaal-islamitische ideologie aanhing en dat hij zich schaarde achter de jihad waarbij hij zowel de Amerikanen en hun bondgenoten als de groep van ongelovigen als vijanden van de islam zag. De verdachte heeft zich bij herhaling uitgelaten omtrent zijn voornemen om naar Syrië af te reizen om aldaar deel te gaan nemen aan de jihad. Deze vaststellingen met betrekking tot wat de verdachte bezighield, bezien in samenhang met hetgeen waarmee de verdachte zich bezighield, namelijk
het zich via chatberichten kennis en informatie trachten te verkrijgen over het maken van explosieven teneinde een Amerikaanse ambassade op te blazen en het voorhanden hebben van een notitieboekje, bevattende de handleiding voor het maken van een (hand)bom met een verwijzing wat er mee te doen, brengen het hof tot de slotsom dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het zich trachten inlichtingen te verschaffen en het zich verwerven van kennis voor het maken van explosieven teneinde een terroristisch misdrijf of terroristisch misdrijven te plegen zoals hierna in de bewezenverklaring is vermeld.
10. Bewezenverklaring
Gezien het voorgaande acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
A. hij, in of omstreeks de periode van 1 september 2013 tot en met 15 oktober 2014 te Amsterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk met het
oogmerk om ter voorbereiding en/of ter bevordering van de/het (meermalen) te plegen misdrij(f)(ven) omschreven in artikel 157 en/of 176a en/of 176b en/of289(a) en/of 288a van het Wetboek van Strafrecht, te weten,
- -
het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- -
moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
- gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf aan zich en/of anderen heeft verschaft en/of heeft trachten te verschaffen en/of
- voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist dat zij bestemd zijn tot het plegen van het misdrijf en/of - plannen voor de uitvoering van het misdrijf, welke bestemd zijn om aan anderen te worden medegedeeld, in gereedheid heeft gebracht of onder zich heeft gehad,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met
elkaar, althans alleen, (telkens) ten behoeve van de gewapende Jihadstrijd, in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
en/of
één of meer (te plegen) aanslag(en) op één of meer objecten (overheidsgebouwen) en/of politieagent(en) en/of medewerker(s) van de overheidsdienst(en) (Defensie), door het teweeg brengen van een ontploffing en/of het stichten van brand en/of moord en/of doodslag met een terroristisch oogmerk,
A. zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd met een terroristisch oogmerk gevoerd door de (terroristische) organisatie Islamic State (IS) dan wel Islamic State of Iraq and Shaam (ISIS) en/of Islamic State of Iraq and Levant (ISIL), althans aan IS en/of aan AI Qaida gelieerde organisaties, althans (een) organisatie die de gewapende Jihadstrijd voorstaat, eigen gemaakt en/of
B. zich (via internet) laten informeren en/of zich geuit en/of met (een) ander(en)
gechat/gecommuniceerd over zijn/hun wens zich te begeven naar Syrië of Irak en/of zich aan te sluiten bij de gewapende strijd en/of gewapende Jihad en/of
C. een of meerdere website(s) bezocht waarop informatie over de (gewapende) Jihad en/of martelaarschap en/of de gewapende strijd en/of oorlogsmaterialen wordt gedeeld en/of (vervolgens) zoekvragen gesteld en/of
D. zich (via chatberichten ) laten informeren en/of zich geuit over en/of één of meerdere website(s) bezocht waarop informatie over (het verkrijgen van) vuurwapens en/of (het verkrijgen van en/of maken van) explosieven (teneinde de/een Amerikaanse ambassade in Nederland op te blazen) en/of
E. een of meerdere (documenten of afbeeldingen op) gegevens/informatiedragers (USB sticks en/of een tablet) voorhanden gehad met daarop informatie betreffende het Jihadistisch gedachtegoed en/of
F. - een notitieboekje voorhanden gehad, bevattende (onder meer):
+ de handleiding voor het maken van een hand bom en/of
+ de toevoeging aan deze handleiding: "meng goed en gooi het tegen de dingen die snel voorbijkomen. Bijvoorbeeld: een auto van de afvallige politie of een auto van het tirannieke leger. Als God het wil"
+ een brief aan "Mohammed al-Oulwi en elke tiran in de Arabische Maghreb" met de tekst: "Dit is een brief van de leeuwen van de IS aan Mohammad al-Oulwi, die zichzelf valselijk emir van de gelovigen noemt in Marokko. En aan elke tiran in de landen van de Arabische Maghreb. Wij zweren bij God: Wij komen met onthoofding voor u" en/of
+ een brief aan de Nederlandse regering en volk met de tekst: "Deze brief is van de
volgelingen van de islamitische staat aan de Nederlandse regering. Als zij deelneemt aan de duivelse coalitie tegen de staat [fragment niet te lezen] bij Allah dan zullen uw dagen zwart zijn. Oh Nederlands volk, wij zijn de leeuwen zweren bij Allah: oog om oog tand om tand",
+ een eed van trouw aan (de terroristische organisatie) IS,
en/of
B. hij, in of omstreeks de periode van 1 september 2013 tot en met 15 oktober 2014 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of heeft trachten te verschaffen en/of kennis en/of vaardigheden heeft verworven en/of (een) ander(en) heeft bijgebracht tot het plegen van een terroristisch misdrijf en/of een misdrijf ter voorbereiding en/of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen. terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
- deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische
misdrijven,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met
elkaar, althans alleen, (telkens) ten behoeve van de gewapende Jihadstrijd, in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
en/of
één of meer (te plegen) aanslag(en) op één of meer objecten (overheidsgebouwen) en/of politieagent(en) en/of medewerker(s) van de overheidsdienst(en) (Defensie), door het teweeg brengen van een ontploffing en/of het stichten van brand en/of moord en/of doodslag met een terroristisch oogmerk,
A. zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd met een terroristisch oogmerk gevoerd door de (terroristische) organisatie Islamic State (IS) dan wel Islamic State of Iraq and Shaam (ISIS) en/of Islamic State of Iraq and Levant (ISIL), althans aan IS en/of aan AI Qaida gelieerde organisaties, althans (een) organisatie die de gewapende Jihadstrijd voorstaat, eigen gemaakt en/of
B. zich (via internet) laten informeren en/of zich geuit en/of met (een) ander(en)
gechat/gecommuniceerd over zijn/hun wens zich te begeven naar Syrië of Irak en/of zich aan te sluiten bij de gewapende strijd en/of gewapende Jihad en/of
C. een of meerdere website(s) bezocht waarop informatie over de (gewapende) Jihad en/of martelaarschap en/of de gewapende strijd en/of oorlogsmaterialen wordt gedeeld en/of (vervolgens) zoekvragen gesteld en/of
D. zich (via chatberichten ) laten informeren en/of zich geuit over en/of één of meerdere website(s) bezocht waarop informatie over (het verkrijgen van) vuurwapens en/of (het verkrijgen van en/of maken van) explosieven (teneinde de/een Amerikaanse ambassade in Nederland op te blazen) en/of
E. een of meerdere (documenten of afbeeldingen op) gegevens/informatiedragers (USB sticks en/of een tablet) voorhanden gehad met daarop informatie betreffende het Jihadistisch gedachtegoed en/of
F. - een notitieboekje voorhanden gehad, bevattende (onder meer):
+ de handleiding voor het maken van een hand bom en/of
+ de toevoeging aan deze handleiding: "meng goed en gooi het tegen de dingen die snel voorbijkomen. Bijvoorbeeld: een auto van de afvallige politie of een auto van het tirannieke leger. Als God het wil"
+ een brief aan "Mohammed al-Oulwi en elke tiran in de Arabische Maghreb" met de tekst: "Dit is een brief van de leeuwen van de IS aan Mohammad al-Oulwi, die zichzelf valselijk emir van de gelovigen noemt in Marokko. En aan elke tiran in de landen van de Arabische Maghreb. Wij zweren bij God: Wij komen met onthoofding voor u" en/of
+ een brief aan de Nederlandse regering en volk met de tekst: "Deze brief is van de
volgelingen van de islamitische staat aan de Nederlandse regering. Als zij deelneemt aan de duivelse coalitie tegen de staat [fragment niet te lezen] bij Allah dan zullen uw dagen zwart zijn. Oh Nederlands volk, wij zijn de leeuwen zweren bij Allah: oog om oog tand om tand",
+ een eed van trouw aan (de terroristische organisatie) IS,
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
11. Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest met de bewijsmiddelen vereist in een aan dit arrest gehechte bijlage worden opgenomen.
12. Strafbaarheid van het feit
Ten aanzien van de onder 1 tweede cumulatief/alternatief (1B) onder B, C, E en F (voor zover het de brieven aan de Marokaanse koning, de Nederlandse staat en de eed van trouw aan de leider van IS betreft) bewezen verklaarde handelingen:
Ofschoon deze bewezenverklaarde handelingen hebben bijgedragen aan een nadere invulling van het opzet van de verdachte op het zich inlichtingen trachten te verschaffen en het zich verwerven van kennis tot het plegen van een terroristisch misdrijf, ontbreekt het bij deze handelingen aan een voldoende verband met enige vorm van training voor terrorisme, zodat deze handelingen niet kunnen worden gekwalificeerd als het deelnemen aan training in de zin van artikel 134a Sr.
Ten aanzien van het onder 1B onder D en F (voor zover het die onderdelen betreft die zien op het voorhanden hebben van het notitieboekje met daarin het recept van de handbom en de toegevoegde handleiding) bewezenverklaarde handelingen:
Naar het oordeel van het hof hebben deze bewezenverklaarde handelingen een voldoende verband met enige vorm van training voor terrorisme en kunnen deze handelingen aldus worden gekwalificeerd als het zich inlichtingen trachten te verschaffen en het zich verwerven van kennis (het deelnemen aan een training) tot het plegen van een terroristisch misdrijf in de zin van art. 134a Sr.
Dit bewezenverklaarde handelen met inachtneming van het voorgaande levert op:
het opzettelijk zich inlichtingen trachten te verschaffen tot het plegen van een terroristisch misdrijf en zich daartoe kennis verwerven.
13. Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
14. Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde (1A) en het onder 1 tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde (1B) zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar met aftrek van voorarrest.
15. Strafmotivering
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dat feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals daarvan is gebleken uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het zich inlichtingen trachten te verschaffen en het zich verwerven van kennis tot het plegen van een terroristisch misdrijf (‘training’ voor terrorisme) door informatie te vergaren omtrent de receptuur van een zogeheten crofty bom en in de loop van 2014 aan diverse personen, soms meerdere malen, via facebook te vragen of zij hem beeldmateriaal konden geven over het maken van explosieven. Het hof betrekt hierbij dat de verdachte in een notitieboekje – een voor hem belangrijk, persoonlijk geschrift, geheel en uitsluitend gewijd aan onderwerpen gerelateerd aan hetgeen hem kennelijk zeer na aan het hart lag, namelijk de jihad en de opmars van IS – niet alleen heeft beschreven hoe een zogenoemde croftybom gefabriceerd kon worden, maar daaraan bovendien heeft toegevoegd dat daarmee gegooid moest worden naar, bijvoorbeeld, ‘auto’s van de afvallige politie’.
De verdachte heeft derhalve - nadat hij gedurende enige tijd actief had getracht zich inlichtingen te verschaffen over het maken van explosieven - op enig moment die kennis - in elk geval ten dele - ook daadwerkelijk verkregen. Hij heeft die kennis vastgelegd in zijn notitieboekje, en hij wilde die informatie op zeker moment ook gebruiken: hem stond voor ogen daadwerkelijk een explosie te veroorzaken en dat kwalijk voornemen stond in de sleutel van religieus geïnspireerd terroristisch geweld (jihadisme). Als er niet was geïntervenieerd door de opsporingsdiensten waren er mogelijk gewonden of zelfs doden gevallen, als gevolg van een daad van geweld door de verdachte, die – opgaand in zijn bewondering voor jihadistische ‘glamour’ en zich vereenzelvigend met de ‘leeuwen van IS’ en hun terroristische ideologie – daarmee een terroristisch misdrijf voor ogen had.
Buiten kijf staat derhalve dat het bewezenverklaarde feit een ernstig misdrijf betreft. De internationale gemeenschap weet zich bedreigd door abjecte terreurdaden, gepleegd van uit een intolerante religieuze ideologie die het eigen gelijk op gewelddadige wijze aan anderen tracht op te leggen en daartoe geen middelen schuwt. Met grote inzet trachten overheden, waaronder de Nederlandse, zich daartegen te weren, onder meer door middel van wetgeving waarbij wordt getracht door middel van strafbaarstellingen als in artikel 134a Sr terreur in de kiem te smoren. Het zogenoemde trainingsartikel is in wet opgenomen om het mogelijk te maken om in de voorfase van het plegen van terroristisch gekleurd geweld op te treden en dat voorbereidend gedrag te bestraffen.
Daar tegenover staat dat de verdachte in die voorbereidende fase niet verder is gekomen dan het verwerven van enige – betrekkelijk eenvoudige, en ook eenvoudig te verwerven - kennis omtrent het maken van één type bom. Van het verwerven van vaardigheden kan in dit verband niet worden gesproken en ook had hij (nog) geen middelen of producten aangeschaft om een ‘croftybom’ te produceren. Naar het oordeel van het hof is hetgeen bewezen is verklaard wel te kwalificeren als terroristische ‘training’, maar gaat het om een relatief lichte variant van hetgeen in artikel 134a Sr is strafbaar gesteld. Het hof zal bij de bepaling van de straf daarmee terdege rekening houden en mede daarom in belangrijke mate afwijken van de door de advocaat-generaal gevorderde straf.
Persoon van de verdachte en de persoonlijke omstandigheden
Het hof heeft bij de op te leggen straf in aanmerking genomen dat de verdachte blijkens het op zijn naam gesteld uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 22 maart 2016 in Nederland niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
Het hof heeft voorts acht geslagen op de pro justitia (triple) rapportage van 15 juli 2015. Volgens de gedragsdeskundigen zijn er geen aanwijzingen gevonden voor een langdurend radicaliseringproces (al kan dit ook niet geheel worden uitgesloten).
Ter zitting heeft de verdachte afstand genomen van het jihadistisch gedachtengoed en het excessief gewelddadig, terroristisch aspect daarvan. Het hof kan niet goed inschatten in hoeverre de verdachte daarin oprecht is. Het hof zal de verdachte op dit punt het voordeel van de twijfel geven en dat in enigszins strafmatigende zin mee wegen; ofschoon zijn gedragingen hem geheel worden toegerekend en als gezegd bijzonder laakbaar zijn.
Bij de strafmaat heeft het hof ten slotte nog enigszins rekening gehouden met het feit dat de verdachte geruime tijd gedetineerd heeft gezeten in de terroristenafdeling van de Penitentaire Inrichting te Vught, waar een voor de verdachte zwaar en belastend regime gold dat ook als zodanig door hem is ervaren.
Alles overwegende acht het hof de geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.
16. Vordering gevangenneming
De advocaat-generaal heeft, in geval van een veroordeling tot een onherroepelijke gevangenisstraf, de onmiddellijke gevangenneming van de verdachte ter terechtzitting gevorderd.
Gelet op de hierna op te leggen duur van de onvoorwaardelijke vrijheidsstraf, acht het hof geen termen (meer) aanwezig om de onmiddellijke gevangenneming van de verdachte ter terechtzitting te gelasten en wijst derhalve de vordering af.
17. Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op artikel 134a van het Wetboek van Strafrecht, zoals dit rechtens geldt dan wel gold.
BESLISSING
Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 eerste cumulatief/alternatief (1A) ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart zoals hiervoor overwogen (deels) bewezen dat de verdachte het onder 1 tweede cumulatief/alternatief (1B) ten laste gelegde heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
verklaart het onder 1 tweede cumulatief/alternatief (1B) bewezen verklaarde (deels) strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door mr. R.A.Th.M. Dekkers, mr. H.C. Wiersinga en mr. M.I. Veldt-Foglia, in bijzijn van de griffiers mr. E. van Doren en mr. M.Th.A. de Ridder.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 20 juni 2016.
De griffier mr. De Ridder is buiten staat dit arrest te ondertekenen.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 20‑06‑2016
Kennisbijlage 140a PV (Jihadi-)Salafistische Groepen in Syrië van [verbalisant] d.d. 27 augustus 2014, p. 12 e.v., en de aldaar aangehaalde bronnen (bijlage 10 bij het proces-verbaal van voorgeleiding, nr. 26DLR1497802-21, d.d. 16 oktober 2014); Idem Salafisme in Nederland: diversiteit en dynamiek, september 2015.
AIVD, Transformatie van het Jihadisme in Nederland. Zwermdynamiek en nieuwe slagkracht (Den Haag, juni 2014), p. 32 en 33.
Als hieronder gesproken wordt over jihadisme wordt daarmee geduid op deze gewelddadige variant.
Kennisbijlage 140a PV (Jihadi-)Salafistische Groepen in Syrië van [verbalisant] d.d. 27 augustus 2014, p. 12 e.v., en de aldaar aangehaalde bronnen (bijlage 10 bij het proces-verbaal van voorgeleiding, nr. 26DLR1497802-21, d.d. 16 oktober 2014).
Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, Lokale jihadistische netwerken in Nederland, Veranderingen in het dreigingsbeeld (Den Haag, Juli 2010), p. 15.
Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding, Ideologie en strategie van het jihadisme (december 2009), p. 49. Zie ook: http://www.memrijttm.org/at-cairo-conference-leading-sunni-clerics-urge-sunnis-worldwide-to-mobilize-for-jihad-against-the-alawite-regime-in-syria-and-its-shiite-supporters.html, geraadpleegd op 21 april 2016.
Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, Transformatie van het jihadisme in Nederland. Zwermdynamiek en nieuwe slagkracht (Den Haag, juni 2014), p. 41-43.
Kennisbijlage 140a PV (Jihadi-)Salafistische Groepen in Syrië van [verbalisant] d.d. 27 augustus 2014, p. 12 e.v., en de aldaar aangehaalde bronnen (bijlage 10 bij het proces-verbaal van voorgeleiding, nr. 26DLR1497802-21, d.d. 16 oktober 2014).
Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, Leven bij ISIS, de mythe ontrafeld (Den Haag, Januari 2016), p. 3.
Ibid., p. 7
Proces-verbaal van bevindingen betreffende “Eed van Trouw aan Abu Bakr al-Baghdadi” van [verbalisant] , nr. 26DLR14-17436, d.d. 23 oktober 2014, met bijlage (bijlage 5 bij proces-verbaal t.b.v. raadkamerzitting, nr. 26DLR14978-50, d.d. 27 oktober 2014).
Ibid, p. 3.
Proces-verbaal van bevindingen betreffende “eed van Trouw aan Abu Bakr al-Baghdadi”, van de Landelijke Eenheid, d.d. 23 oktober 2014, met nr. 26DLR14-17436, opgemaakt door [verbalisant] , met bijlage (bijlage 5 bij proces-verbaal t.b.v. raadkamerzitting, nr. 26DLR14978-50, d.d. 27 oktober 2014).
Zie ook: Gerechtshof Den Haag 27 januari 2015, ECLI:NL:GHDHA:20015:83, r.o. 8.1.
Kennisbijlage 140a PV “(Jihadi-)Salafistische Groepen in Syrië van [verbalisant] d.d. 27 augustus 2014, p. 15 e.v., en de aldaar aangehaalde bronnen (bijlage 10 bij het proces-verbaal van voorgeleiding, nr. 26DLR1497802-21, d.d. 16 oktober 2014).
Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, Leven bij ISIS, de mythe ontrafeld (Den Haag, Januari 2016), p. 5.
Kennisbijlage 140a PV “(Jihadi-)Salafistische Groepen in Syrië van [verbalisant] d.d. 27 augustus 2014, p. 15 e.v., en de aldaar aangehaalde bronnen, (bijlage 10 bij het proces-verbaal van voorgeleiding, nr. 26DLR1497802-21, d.d. 16 oktober 2014).
Wet van 24 juni 2004 tot wijziging en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met terroristische misdrijven (Wet Terroristische Misdrijven), Stb. 290. i.w.tr.10-8-2004.
In deze zin: Hof Arnhem-Leeuwarden, 15 maart 2016 ECLI:NL:GHARL:2016:2025.
Ingevoerd bij wet van 28 juli 1920 houdende nadere voorzieningen tot bestrijding van revolutionaire woelingen, Stb. 619.
Memorie van Toelichting, 1919-1920, 428, 2-3.
Handelingen Tweede Kamer 1919-1920, 15 juni 1920, 428, p. 2713.
Kamerstukken II, vergaderjaar 2008-2009, 31 386, nr. 12 (Brief van de Minister van Justitie), p. 5.
Hoge Raad 31 mei 2016 ECLI:NL:HR:2016:1011.
Zie in deze zin ook: Gerechtshof Den Haag, 27 januari 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:83 en het arrest van de HR van 31 mei 2016, ECLI:NL:HR:2016:1011.
Kamerstukken II, vergaderjaar 2008-2009, 31 386, nr. 8 (Nota naar aanleiding van verslag), p. 6.
Kamerstukken II, vergaderjaar 2008-2009, 31 386, nr. 8 (Nota naar aanleiding van het verslag), p. 8.
Kamerstukken II vergaderjaar 2008-2009, 31 386, nr. 8 (Nota naar aanleiding van het verslag), p. 8. en Kamerstukken II, vergaderjaar 2008-2009, 31 386, nr. 12 (Brief van de Minister van Justitie), p. 3-4.
Kamerstukken II, vergaderjaar 2008-2009, 31 386, nr. 8, Nota naar aanleiding van het verslag, p. 6 en Kamerstukken II, vergaderjaar 2008-2009, 31 386, nr. 12 (Brief van de Minister van Justitie), p. 5.
De eigen verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 12 april 2016.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte, van de Landelijke Eenheid, d.d. 1 december 2014, met nr. 26DLR149780-86, p. 144 (als bijlage 13 bij het proces-verbaal raadkamer gevangenhouding, met nr. 26DLR149780Z-103, d.d. 19 december 2014).
Een geschrift, zijnde een AIVD ambtsbericht, d.d. 15 oktober 2014, met kenmerk 8451bb52-or-1.3, opgemaakt en ondertekend door M.J. Hartman directeur binnenlandse veiligheid.
Proces-verbaal van aanhouding, van de Landelijke Eenheid, ongenummerd, d.d. 15 oktober 2014; Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, van de Landelijke Eenheid, met nr. 26149780Z-6, d.d. 16 oktober 2014, met bijlagen, respectievelijk als bijlage(n) 2 en 5 van het proces-verbaal van voorgeleiding, nr. 26DLR149780Z-21, d.d. 16 oktober 2014.
Proces-verbaal aanvraag bevel ex art. 126ni Sv (bevriezingsbevel) van de Landelijke Eenheid, d.d. 24 oktober 2014, met nr. 26149780Z-52, p. 128-129, onder verwijzing naar bijlage 2; de onder het proces-verbaal van bevindingen, team generieke Opsporing 15 (DLR), d.d. 25 maart 2015, met nr. 26149780Z-158, gevoegde bijlagen 11 en 37, zijnde respectievelijk de Nederlandse vertalingen van Facebook chatberichten met [chatpartner 1] (FB 032) en met [chatpartner 2] (FB 113) .
De onder het proces-verbaal van bevindingen, team generieke Opsporing 15 (DLR), d.d. 25 maart 2015, met nr. 26149780Z-158, gevoegde bijlagen 43, 30, 37, zijnde respectievelijk de Nederlandse vertalingen van Facebook chatberichten met [chatpartner 3] (FB 142); met [chatpartner 4] (FB 107) en met [chatpartner 2] (FB 113).
De onder het proces-verbaal van bevindingen, team generieke Opsporing 15 (DLR), d.d. 22 mei 2015, met nr. 26149780Z-164, gevoegde bijlage 4, zijnde de (Nederlandse vertaling van) Facebook chatberichten met [chatpartner 9] (1318) .
De onder het proces-verbaal van bevindingen, team generieke Opsporing 15 (DLR), d.d. 25 maart 2015, met nr. 26149780Z-158, gevoegde bijlagen 30 en 39, zijnde respectievelijk de (Nederlandse vertalingen van) Facebook chatberichten met [chatpartner 4] (FB 107) en met [chatpartner 7] (FB 122).
De onder het proces-verbaal van bevindingen, team generieke Opsporing 15 (DLR), d.d. 25 maart 2015, met nr. 26149780Z-158, gevoegde bijlage 42, zijnde de (Nederlandse vertaling van) van Facebook chatberichten met [chatpartner 3] (FB 128).
De onder het proces-verbaal van bevindingen, team generieke Opsporing 15 (DLR), d.d. 22 mei 2015, met nr. 26149780Z-164, gevoegde bijlagen 12, zijnde de (Nederlandse vertalingen van) Facebook chatberichten met [chatpartner 5] (2523b).
De onder het proces-verbaal van bevindingen, team generieke Opsporing 15 (DLR), d.d. 22 mei 2015, met nr. 26149780Z-164, gevoegde bijlage 9, zijnde de (Nederlandse vertalingen van) Facebook chatberichten met [chatpartner 6] (2198c).
Een proces-verbaal aanvraag vordering verstrekking van een in een geautomatiseerd werk opgeslagen gegevens aanbieder communicatiedienst, van de Landelijke Eenheid, d.d. 7 november 2014, met nr. 26149780Z-75, met bijlagen.
De eigen waarneming van het hof zoals gedaan ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 12 april 2016.
Een proces-verbaal aanvraag vordering verstrekking van een in een geautomatiseerd werk opgeslagen gegevens aanbieder communicatiedienst, van de Landelijke Eenheid, d.d. 7 november 2014, met nr. 26149780Z-75, met bijlagen.
Een proces-verbaal aanvraag vordering verstrekking van een in een geautomatiseerd werk opgeslagen gegevens aanbieder communicatiedienst, van de Landelijke Eenheid, d.d. 7 november 2014, met nr. 26149780Z-75, met bijlagen.
Een proces-verbaal van bevindingen, van de Landelijke Eenheid, d.d. 28 november 2014, met nummer 26149780Z-107, betreffende vertaling foto 11 en bevattende tevens opmerkingen van verbalisant [verbalisant] , p. 54 (als bijlage 6 bij doorlopend en doorgenummerd proces-verbaal raadkamer gevangenhouding, nummer 26DLR14980Z-103, d.d. 11 december 2014).
Een proces-verbaal van bevindingen, van de Landelijke Eenheid, d.d. 28 november 2014, met nummer 26149780Z-107, betreffende vertaling foto 12 en bevattende tevens opmerkingen van verbalisant [verbalisant] , p. 55 (als bijlage 6 bij doorlopend en doorgenummerd proces-verbaal raadkamer gevangenhouding, nummer 26DLR14980Z-103, d.d. 11 december 2014).
Een proces-verbaal van bevindingen, van de Landelijke Eenheid, d.d. 28 november 2014, met nummer 26149780Z-107, betreffende vertaling foto 14, p. 57 (als bijlage 6 bij doorlopend en doorgenummerd proces-verbaal raadkamer gevangenhouding, nummer 26DLR14980Z-103, d.d. 11 december 2014).
Een proces-verbaal van bevindingen, van de Landelijke Eenheid, d.d. 28 november 2014, met nummer 26149780Z-107, betreffende vertaling foto 15, p. 58 (als bijlage 6 bij doorlopend en doorgenummerd proces-verbaal raadkamer gevangenhouding, nummer 26DLR14980Z-103, d.d. 11 december 2014).
De eigen verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 12 april 2016.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte, van de Landelijke Eenheid, d.d. 1 december 2014, met nr. 26DLR149780-86, p. 144 (als bijlage 13 bij het proces-verbaal raadkamer gevangenhouding, met nr. 26DLR149780Z-103, d.d. 19 december 2014); proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg d.d.25 augustus 2015, p. 3.
De eigen verklaring van de verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 25 augustus 2015.
Een proces-verbaal, d.d. 27 oktober 2014, met nr. NLBDC20141027-001 (bijlage 7 bij het proces-verbaal t.b.v. raadkamerzitting, nr. 26DLR149780-50, d.d. 27 oktober 2014, p. 1 t/m 5).
De eigen verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 12 april 2016.
Een proces-verbaal van bevindingen, van de Landelijke Eenheid, d.d. 28 november 2014, met nummer 26149780Z-107, betreffende de vertaling foto 12 en bevattende tevens opmerkingen van verbalisant [verbalisant] , p. 55 (bijlage 6 bij doorlopend en doorgenummerd proces-verbaal raadkamer gevangenhouding, nummer 26DLR14980Z-103, d.d. 11 december 2014).
De eigen verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 12 april 2016.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte, van de Landelijke Eenheid, d.d. 1 december 2014, met nr. 26DLR149780-86, p. 157 (als bijlage 13 bij het proces-verbaal raadkamer gevangenhouding, met nr. 26DLR149780Z-103, d.d. 19 december 2014).
De eigen verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 12 april 2016.
De eigen verklaring van de verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 25 augustus 2015.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte, van de Landelijke Eenheid, d.d. 1 december 2014, met nr. 26DLR149780-86, p. 157 (als bijlage 13 bij het proces-verbaal raadkamer gevangenhouding, met nr. 26DLR149780Z-103, d.d. 19 december 2014).
Proces-verbaal van bevindingen, van de Landelijke Eenheid, d.d. 28 november 2014, met nummer 26149780Z-107, betreffende de vertaling van foto 27, p. 70 (bijlage 6 bij doorlopend en doorgenummerd proces-verbaal raadkamer gevangenhouding, nummer 26DLR14980Z-103, d.d. 11 december 2014).
De onder het proces-verbaal van bevindingen, team generieke Opsporing 15 (DLR), d.d. 25 maart 2015, met nr. 26149780Z-158, gevoegde bijlagen 27 en 17, zijnde de (Nederlandse vertalingen van) Facebook chatberichten met [chatpartner 10] (FB 104) en met [chatpartner 11] (FB 083).
Proces-verbaal van bevindingen betreffende “eed van Trouw aan Abu Bakr al-Baghdadi”, van de Landelijke Eenheid, d.d. 23 oktober 2014, met nr. 26DLR14-17436, opgemaakt door [verbalisant] , met bijlage (bijlage 5 bij proces-verbaal t.b.v. raadkamerzitting, nr. 26DLR14978-50, d.d. 27 oktober 2014).
De onder het proces-verbaal van bevindingen, team generieke Opsporing 15 (DLR), d.d. 25 maart 2015, met nr. 26149780Z-158, gevoegde bijlagen 43, 30, 37, zijnde respectievelijk de Nederlandse vertalingen van Facebook chatberichten met [chatpartner 3] (FB 142); met [chatpartner 4] (FB 107) en met [chatpartner 2] (FB 113).
De in noot 32 en 35 aangehaalde Facebook chatberichten met [chatpartner 3] (FB 128); de in noot 35 aangehaalde Facebook chatberichten met [chatpartner 6] (2198c) en in noot 35 aangehaalde Facebook chatberichten met [chatpartner 5] (2523b).
Een proces-verbaal van verhoor verdachte, van de Landelijke Eenheid, d.d. 13 november 2014, met nr. 26DLR149780-85, p. 157 (als bijlage 12 bij het proces-verbaal raadkamer gevangenhouding, met nr. 26DLR149780Z-103, d.d. 19 december 2014).
De eigen verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 12 april 2016.
J.L. de Bie, Radicaliseringsproces: een begin en een eind?, Ars Aequi maart 2016, p. 180; Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, Transformatie van het jihadisme in Nederland, Zwermdynamiek en nieuw slagkracht (Den Haag, Oktober 2014), p. 15 ev.
De onder het proces-verbaal van bevindingen, team generieke Opsporing 15 (DLR), d.d. 25 maart 2015, met nr. 26149780Z-158, gevoegde bijlage 37, zijnde de (Nederlandse vertaling van) Facebook chatberichten met [chatpartner 2] (FB 113).
Een proces-verbaal van bevindingen, van de Landelijke Eenheid, d.d. 28 november 2014, met nummer 26149780Z-107, betreffende vertaling foto 12 en bevattende tevens opmerkingen van verbalisant [verbalisant] , p. 55 (als bijlage 6 bij doorlopend en doorgenummerd proces-verbaal raadkamer gevangenhouding, nummer 26DLR14980Z-103, d.d. 11 december 2014).
De onder het proces-verbaal van bevindingen, team generieke Opsporing 15 (DLR), d.d. 25 maart 2015, met nr. 26149780Z-158, gevoegde bijlagen 37, zijnde de (Nederlandse vertalingen van) Facebook chatberichten met [chatpartner 2] (FB 113); De onder het proces-verbaal van bevindingen, team generieke Opsporing 15 (DLR), d.d. 22 mei 2015, met nr. 26149780Z-164, gevoegde bijlagen 8, zijnde de (Nederlandse vertaling van) Facebook chatberichten met [chatpartner 8] (1806).
de onder het proces-verbaal van bevindingen, team generieke Opsporing 15 (DLR), d.d. 25 maart 2015, met nr. 26149780Z-158, gevoegde bijlagen 11, zijnde de Nederlandse vertaling van Facebook chatberichten met [chatpartner 1] (FB 032).
De onder het proces-verbaal van bevindingen, team generieke Opsporing 15 (DLR), d.d. 22 mei 2015, met nr. 26149780Z-164, gevoegde bijlage 4, zijnde de (Nederlandse vertaling van) Facebook chatberichten met [chatpartner 9] (1318).
Een proces-verbaal aanvraag vordering verstrekking van een in een geautomatiseerd werk opgeslagen gegevens aanbieder communicatiedienst, van de Landelijke Eenheid, d.d. 7 november 2014, met nr. 26149780Z-75, met bijlagen.
Een proces-verbaal aanvraag vordering verstrekking van een in een geautomatiseerd werk opgeslagen gegevens aanbieder communicatiedienst, van de Landelijke Eenheid, d.d. 7 november 2014, met nr. 26149780Z-75, met bijlagen.
Een proces-verbaal aanvraag vordering verstrekking van een in een geautomatiseerd werk opgeslagen gegevens aanbieder communicatiedienst, van de Landelijke Eenheid, d.d. 7 november 2014, met nr. 26149780Z-75, met bijlagen.
De eigen verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 12 april 2016.
Zo blijkt uit het eerder aangehaalde proces-verbaal van bevindingen betreffende “Eed van Trouw aan Abu Bakr al-Baghdadi” van [verbalisant] , nr. 26DLR14-17436, d.d. 23 oktober 2014, met bijlage (bijlage 5 bij proces-verbaal t.b.v. raadkamerzitting, nr. 26DLR14978-50, d.d. 27 oktober 2014).
Leven bij ISIS, de mythe ontrafeld, Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, Januari 2016, p. 5.
De eigen verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 12 april 2016.
Zie de eerder in noot aangehaalde Facebook chatberichten met [chatpartner 9] (1318) en [chatpartner 7] (FB 122).
Zie: B. van Ginkel, E. Entenmann (Eds.), The Foreign Fighters Phenomenon in the European Union. Profiles, Threats & Policies, The International Centre for Counter-Terrorism – The Hague 7, no. 2 (2016) http://icct.nl/wp-content/uploads/2016/03/ICCT-Report_Foreign-Fighters-Phenomenon-in-the-EU_1-April-2016_including-AnnexesLinks.pdf.
De eigen verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 12 april 2016.