Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Meststoffenwet
Artikel 28f
Geldend
Geldend vanaf 28-03-2024
- Bronpublicatie:
13-03-2024, Stcrt. 2024, 10069 (uitgifte: 27-03-2024, regelingnummer: WJZ/ 45839614)
- Inwerkingtreding
28-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-2024, Stcrt. 2024, 10069 (uitgifte: 27-03-2024, regelingnummer: WJZ/ 45839614)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Milieurecht / Bodem
1.
Onverminderd artikel 28, eerste lid, onderdelen a tot en met g, wordt de hoeveelheid stikstof, bedoeld in artikel 28, eerste lid, aanhef, verminderd met:
- a.
65 kilogram stikstof per hectare van de tot het bedrijf behorende oppervlakte voormalig grasland, gelegen op zand- of lössgrond, indien direct aansluitend aan het vernietigen van de graszode op deze grond in het zelfde kalenderjaar de teelt van maïs, consumptieaardappelen of fabrieksaardappelen aanvangt;
- b.
50 kilogram stikstof per hectare van de tot het bedrijf behorende oppervlakte grasland, gelegen op zand- of lössgrond, indien na het vernietigen van de graszode in de periode van 1 juni tot en met 31 augustus op deze grond direct aansluitend de teelt van gras aanvangt;
- c.
50% indien direct voorafgaand aan de teelt van een groenbemester op bouwland, gelegen op zand- of lössgrond, een gewas, niet zijnde graan, koolzaad, zomerpeen, blauwmaanzaad, karwij of vlas, wordt geteeld.
2.
Het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing indien:
- a.
de graszode in het voorafgaande jaar is geteeld als aangewezen gewas conform het bepaalde in artikel 4.1193, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving; of
- b.
het gras is ingezaaid als een niet-vlinderbloemige groenbemester als bedoeld in bijlage A.
3.
Bij de toepassing van het eerste lid, aanhef en onderdeel a, wordt van het bepaalde in artikel 4.1217 van het Besluit activiteiten leefomgeving vrijstelling verleend.