Einde inhoudsopgave
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/8.5.4.5
8.5.4.5 Forfaitaire winstbepaling
Dr. J. van Strien, datum 20-10-2006
- Datum
20-10-2006
- Auteur
Dr. J. van Strien
- JCDI
JCDI:ADS590988:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Marres, O.C.R.; Winstdrainage door rente-aftrek, proefschrifteditie, blz. 276-277.
Ter illustratie wijs ik op de situatie waarin een box 3-belegger. Indien hij koersverlies maakt op zijn beleggingen, kan aan het einde van het jaar toch belasting zijn verschuldigd.
Overigens wordt de vennootschapsbelasting dan feitelijk een extra loonsomheffing op arbeid, die in eerste aanleg neerslaat op het niveau van de vennootschap.
Ik acht het logisch en wenselijk om ook ingehuurde arbeidskrachten bij de verdeling in de beschouwing te betrekken. Dit kan door betalingen voor ingehuurde arbeidskrachten aan te merken als een payrollbetaling. Vergelijk in dit verband punt 42 van de bijlage bij Tackling the corporation tax obstacles of small and medium-sized enterprises in the Internal Market – outline of a possible Home State Taxation pilot scheme, Brussel, 2005, COM(2005)702 final, www.europa.eu.int. Daar wordt overigens voorgesteld om voor 50% aan te sluiten bij de loonkosten en voor 50% bij de omzet.
Voor toepassing van de vennootschapsbelasting (in Nederland) wordt dividend niet en rente (in beginsel) wel aangemerkt als aftrekbare kosten. De problematiek die voortvloeit uit dit onderscheid kan worden opgelost door bij de berekening van de winst niet meer uit te gaan van de werkelijke opbrengsten en kosten, maar door de winst te berekenen op forfaitaire wijze.1 Als forfaitaire grondslag kunnen vele grootheden dienen, zoals loonkosten of omzet.2 Vanzelfsprekend laten ook andere grondslagen zich denken en mijns inziens is ook een combinatie van verschillende grondslagen mogelijk.
Het voordeel van een forfaitaire wijze van winstbepaling is dat dit in beginsel relatief eenvoudig is, uitgaande van een eenvoudig te bepalen grondslag. Een belangrijk nadeel van deze variant is dat wordt afgestapt van de heffing over feitelijke behaalde winst, waardoor ook in een bedrijfseconomische verliessituatie belasting zal zijn verschuldigd.3 Een forfait werkt in de regel voorts tamelijk ruw uit, behoudens wanneer de gekozen grondslag in combinatie met het gekozen winstpercentage nauw aansluit bij de feitelijke winstbepaling. Ook dan blijven afwijkingen overigens mogelijk, mede door (onvoorspelbare) factoren die niet zijn geïncorporeerd in de grondslag, het winstpercentage en/of het tarief. Een zelfde forfaitaire wijze van winstbepaling die geldt voor alle belastingplichtigen werkt in de regel daarom niet rechtvaardig uit. Indien bijvoorbeeld de totale loonsom als grondslag heeft te gelden, worden vennootschappen die opereren in een relatief kapitaalintensieve branche bevoordeeld boven vennootschappen die opereren in een relatief arbeidsintensieve branche.4 Het omgekeerde geldt evident indien de hoeveelheid (vaste) activa geldt als grondslag. Om deze problematiek te mitigeren is het denkbaar om per branche te kiezen voor een bepaalde grondslag. Dit roept overigens weer direct afbakeningsvraagstukken op, denk aan een vennootschap met een gediversifieerd activiteitenpakket. Verder moet bij een forfaitaire winstbepaling de grondslag helder worden gedefinieerd. Indien (mede) de loonsom heeft te gelden als grondslag, is het bijvoorbeeld de vraag hoe moet worden omgegaan met het inhuren van arbeidskrachten.5
Gelet op de ruwheid van een forfaitaire winstbepaling en de problemen die zich dienaangaande kunnen voordoen, acht ik de invoering van een dergelijk systeem voor de winstbepaling niet gewenst.