RCR 2015/3
Opschorting. Verrekeningsverbod. Staat een contractueel verrekeningsverbod in de weg aan een beroep op opschorting?
HR 31-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:3072
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. de Groot
- Zaaknummer
13/03115
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS919752:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3072, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1708, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑07‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2013
- Wetingang
Essentie
Opschorting. Verrekeningsverbod.
Staat een contractueel verrekeningsverbod in de weg aan een beroep op opschorting?
Samenvatting
In 2000 geeft Eurostrip aan Newa opdracht tot het leveren van een installatie voor steenstrips. Op die overeenkomst zijn de FME-voorwaarden waarin een verrekeningsverbod is opgenomen, van toepassing. Na ingebruikname constateert Eurostrip dat de installatie de in de opdrachtbevestiging genoemde capaciteit bij lange na niet haalt. Eurostrip betaalt daarom een deel van het door Newa gefactureerde bedrag niet, zich beroepend op haar opschortingsrecht. Eurostrip stelt dat niet deugdelijk is opgeleverd en dat zij de openstaande facturen pas voldoet, zodra Newa de daardoor door Eurostrip ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.