Alle omstandigheden van het geval
Einde inhoudsopgave
Alle omstandigheden van het geval (O&R nr. 77) 2013/1.2.1:1.2.1 De artt. 6:2, 216 en 248 BW
Alle omstandigheden van het geval (O&R nr. 77) 2013/1.2.1
1.2.1 De artt. 6:2, 216 en 248 BW
Documentgegevens:
mr. P.T.J. Wolters, datum 01-03-2013
- Datum
01-03-2013
- Auteur
mr. P.T.J. Wolters
- JCDI
JCDI:ADS304523:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Parl. Gesch. Boek 6, p. 921 (T.M.) en Hartkamp 2010a, p. 36.
Deze verklaringen zijn allen ontleend aan Parl. Gesch. Boek 6, p. 921 (T.M.) en 924 (M.v.A. II), Rijken 1994, p. 11-12, Hartkamp 2005, p. 382-383 en Hijma & Olthof 2011, p. 341.
Zie voor voorbeelden Rijken 1994, p. 12-13, Hartkamp 2005, p. 230-231 en Hijma & Olthof 2011, p. 311.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De rol van de redelijkheid en billijkheid blijkt allereerst uit de artt. 6:2 en 248 BW. De redelijkheid en billijkheid kan op grond van art. 6:248 BW de rechtsgevolgen van een overeenkomst aanvullen en beperken. Art. 6:2 BWis breder van opzet. Het verklaart de redelijkheid en billijkheid van toepassing op iedere rechtsbetrekking tussen een schuldeiser en een schuldenaar. Zij is dus ook van toepassing op de verbintenissen uit een overeenkomst.1 De verwijzing naar de redelijkheid en billijkheid in art. 6:248BWlijkt hierdoor overbodig. Voor deze herhaling bestaan verschillende verklaringen.
Allereerst heeft art. 6:248 BW verduidelijkende kracht. Het artikel verduidelijkt dat de werking van de redelijkheid en billijkheid niet alleen afhankelijk is van de inhoud van een individuele verbintenis, zij is ook afhankelijk van de gehele rechtsbetrekking. Het maakt daarnaast duidelijk dat de redelijkheid en billijkheid ook geheel nieuwe verplichtingen in het leven kan roepen. Ten slotte stelt het artikel buiten twijfel dat de redelijkheid en billijkheid ook overeenkomsten beheerst die geen verbintenissen in het leven roepen.2
Het artikel is echter vooral relevant om zijn plaats binnen de gelaagde structuur van de wet. Art. 6:216 BW verklaart de eerste vier afdelingen van titel 5, en dus ook art. 6:248 BW, van toepassing op alle meerzijdige vermogensrechtelijke rechtshandelingen. Het breidt hiermee het toepassingsgebied van de redelijkheid en billijkheid uit.3