V-N 2016/27.21
Verkoop bestelauto door ondernemer mag niet leiden tot te hoge BPM-heffing
HR 13-05-2016, ECLI:NL:HR:2016:832, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 mei 2016
- Magistraten
Overgaauw, Van Vliet, Bavinck, Punt, Van Loon
- Zaaknummer
14/04039
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923618:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:832, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑05‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑07‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:998, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑06‑2015
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat art. 13a lid 3 Wet BPM 1992 buiten toepassing moet blijven indien en voor zover de toepassing ervan leidt tot een heffing die hoger is dan het bedrag aan BPM dat is begrepen in de waarde van vergelijkbare bestelauto’s die zich op het moment van het verschuldigd worden van de belasting in het binnenland bevinden.
Samenvatting
Belanghebbende, de heer X, is ondernemer en koopt in 2011 voor eigen gebruik een bestelauto in Duitsland. De auto is geproduceerd in Spanje en is op 18 juni 2007 voor het eerst in Duitsland toegelaten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.