Einde inhoudsopgave
Besluit 2013/488/EU beveiligingsvoorschriften bescherming gerubriceerde EU-informatie
Bijlage V Industriële beveiliging
Geldend
Geldend vanaf 15-10-2013
- Bronpublicatie:
23-09-2013, PbEU 2013, L 274 (uitgifte: 15-10-2013, regelingnummer: 2013/488/EU)
- Inwerkingtreding
15-10-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2013, PbEU 2013, L 274 (uitgifte: 15-10-2013, regelingnummer: 2013/488/EU)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Informatierecht / Algemeen
I. Inleiding
1
Deze bijlage bevat bepalingen ter uitvoering van artikel 11. De bijlage bevat algemene beveiligingsbepalingen die voor industriële of andere entiteiten gelden in precontractuele onderhandelingen en gedurende de levenscyclus van gerubriceerde opdrachten die het SGR gunt.
2
De Raad stelt richtsnoeren inzake industriële beveiliging vast waarin in het bijzonder uitvoerige vereisten worden geformuleerd inzake VMV's, memoranda over de beveiligingsaspecten (MBA's), bezoeken, overdracht en vervoer van EUCI.
II. Beveiligingselementen in een gerubriceerde opdracht
Gids voor rubricering (GBR)
3
Alvorens een aanbesteding uit te schrijven of een gerubriceerde opdracht te gunnen, bepaalt het SGR als aanbestedende instantie welke rubricering wordt gegeven aan informatie die aan inschrijvers en contractanten moeten worden verstrekt, en welke rubricering wordt gegeven aan informatie die de contractant zal genereren. Voor dat doel stelt het SGR een GBR op die bij de uitvoering van de opdracht moet worden gebruikt.
4
Voor het bepalen van de rubricering van de diverse onderdelen van een gerubriceerde opdracht gelden onderstaande beginselen:
- a)
bij het opstellen van een GBR houdt het SGR rekening met alle ter zake doende beveiligingsaspecten, zoals de rubricering die is gegeven aan verstrekte informatie waarvan het gebruik voor de opdracht is goedgekeurd door de bron van de informatie;
- b)
de algehele rubriceringsgraad van de opdracht kan niet lager zijn dan de hoogste rubricering van een van haar onderdelen, en
- c)
indien nodig neemt het SGR contact op met de NSA/DSA's van de lidstaten of enige andere bevoegde beveiligingsinstantie als zich wijzigingen voordoen met betrekking tot de rubricering van door of aan contractanten verstrekte informatie tijdens de uitvoering van een opdracht, en wanneer verdere wijzigingen in de GBR worden aangebracht.
Memorandum over de beveiligingsaspecten (MBA)
5
De specifieke beveiligingseisen voor de opdracht worden beschreven in een MBA. Het MBA bevat in voorkomend geval de GBR en maakt integraal deel uit van een gerubriceerde opdracht of opdracht in onderaanneming.
6
Het MBA bevat bepalingen die de contractant en/of de subcontractant verplichten zich te houden aan de minimumbeveiligingsnormen in dit besluit. Niet-naleving van deze minimumnormen kan voldoende reden zijn voor opzegging van de opdracht.
Programma-/projectbeveiligingsinstructies (PBI)
7
Afhankelijk van het toepassingsgebied van programma's of projecten waarvoor toegang tot of verwerking of opslag van EUCI nodig is, kan de aanbestedende instantie die het programma of het project zal beheren, specifieke PBI opstellen. De PBI moeten worden goedgekeurd door de NSA/DSA's van de lidstaten of een andere bevoegde beveiligingsinstantie die deelneemt aan de PBI, en kunnen nadere beveiligingsvoorschriften bevatten.
III. Veiligheidsmachtiging voor een vestiging (VMV)
8
Een VMV wordt verleend door de NSA of DSA of een andere bevoegde instantie van een lidstaat en toont overeenkomstig de nationale wetten en regelgeving aan dat een industriële of andere entiteit binnen haar vestigingen in staat is EUCI te beschermen op het vereiste rubriceringsniveau (CONFIDENTIEL UE/EU CONFIDENTIAL of SECRET UE/EU SECRET). Voordat aan een contractant of subcontractant of mogelijke contractant of subcontractant EUCI mag worden verstrekt of toegang tot EUCI mag worden verleend, wordt de machtiging overgelegd aan het SGR, als aanbestedende instantie.
9
Wanneer de betrokken NSA of DSA een VMV afgeeft, zal zij op zijn minst:
- a)
de integriteit van de industriële of andersoortige entiteit evalueren;
- b)
de verantwoordelijkheid evalueren, evenals de controle of de ontvankelijkheid voor ongewenste invloed, die als een beveiligingsrisico kan worden beschouwd;
- c)
nagaan of de industriële of andere entiteit in de vestiging een beveiliging heeft geïnstalleerd die alle passende beveiligingsmaatregelen omvat die nodig zijn voor het beschermen van informatie of materiaal met rubriceringsgraad CONFIDENTIEL UE/EU CONFIDENTIAL of SECRET UE/EU SECRET, overeenkomstig de in dit besluit vastgelegde vereisten;
- d)
nagaan of de personeelsbeveiligingsstatus van management, eigenaars en werknemers die toegang moeten hebben tot informatie van de rubriceringsgraad CONFIDENTIEL UE/EU CONFIDENTIAL of SECRET UE/EU SECRET, voldoet aan de in dit besluit vastgelegde vereisten, en
- e)
nagaan of de industriële of andere entiteit een vestigingsbeveiligingsfunctionaris (VBF) heeft benoemd die tegenover het management verantwoordelijk is voor het doen naleven van de beveiligingsverplichtingen in de entiteit.
10
In voorkomend geval deelt het SGR, als aanbestedende instantie, de NSA/DSA of een andere bevoegde beveiligingsinstantie mee dat in de precontractuele fase of voor de uitvoering van de opdracht een VMV vereist is. Een VMV of een BMP wordt verlangd in de precontractuele fase waarin EUCI met rubricering CONFIDENTIEL UE/EU CONFIDENTIAL of SECRET UE/EU SECRET moet worden verstrekt in het stadium van de offertes.
11
De aanbestedende instantie kent geen gerubriceerde toe opdracht aan een geselecteerde inschrijver zonder van de NSA/DSA of een andere bevoegde beveiligingsinstantie van de lidstaat waar de contractant of subcontractant is geregistreerd, een bevestiging te hebben ontvangen dat er, indien zulks vereist is, een VMV is afgegeven.
12
De NSA/DSA of een andere bevoegde beveiligingsinstantie die een VMV heeft afgegeven brengt het SGR, de aanbestedende instantie, op de hoogte van wijzigingen die de VMV betreffen. Bij onderaanneming worden de NSA/DSA of een andere bevoegde beveiligingsinstantie op de hoogte gebracht.
13
Intrekking van een VMV door de NSA/DSA of andere bevoegde nationale beveiligingsinstantie biedt het SGR, de aanbestedende instantie, voldoende redenen om een gerubriceerde opdracht te beëindigen of een inschrijver uit te sluiten van mededinging.
IV. Gerubriceerde opdrachten en onderaanneming
14
Wanneer in de precontractuele fase EUCI wordt verstrekt aan een inschrijver, bevat de uitnodiging tot inschrijving een bepaling die de inschrijver die uiteindelijk geen offerte doet, of die niet wordt geselecteerd, verplicht alle gerubriceerde documenten binnen een bepaalde termijn terug te zenden.
15
Zodra een gerubriceerde opdracht of opdracht in onderaanneming is gegund, deelt het SGR, als aanbestedende instantie, de NSA/DSA of een andere bevoegde beveiligingsinstantie van de contractant of subcontractant de beveiligingsbepalingen van de gerubriceerde opdracht mee.
16
Wanneer zulke opdrachten aflopen, deelt het SGR, als aanbestedende dienst (en/of, bij onderaanneming, de NSA/DSA of een andere bevoegde beveiligingsinstantie, naargelang het geval) dit mee aan de NSA/DSA of een andere bevoegde beveiligingsinstantie van de lidstaat waar de contractant of subcontractant is geregistreerd.
17
Als algemene regel geldt dat de contractant of subcontractant alle EUCI die hij in zijn bezit heeft, na voltooiing van de gerubriceerde opdracht of onderaanneming moet terugbezorgen aan de aanbestedende instantie.
18
In het MBA worden specifieke bepalingen opgenomen voor het verwijderen van EUCI tijdens de uitvoering van een opdracht of bij de voltooiing ervan.
19
Wanneer de contractant of subcontractant gemachtigd is EUCI te houden na voltooiing van een opdracht, blijven de minimumnormen van dit besluit van toepassing en wordt de vertrouwelijkheid van EUCI door de contractant of subcontractant beschermd.
20
De voorwaarden waaronder een contractant een beroep kan doen op subcontractanten worden in de aanbesteding en de opdracht omschreven.
21
Een contractant krijgt van het SGR, de aanbestedende instantie, toestemming voordat hij delen van een gerubriceerde opdracht uitbesteedt aan een onderaannemer. Industriële of andere entiteiten die geregistreerd zijn in een land dat geen lidstaat van de Europese Unie is en geen informatiebeveiligingsovereenkomst met de Europese Unie heeft, mogen niet als subcontractant worden ingeschakeld.
22
Het is de verantwoordelijkheid van de contractant te garanderen dat alle onderaannemingsactiviteiten verlopen in overeenstemming met de minimumnormen van dit besluit en de contractant mag geen EUCI doorgeven aan een subcontractant zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de aanbestedende instantie.
23
Wat betreft EUCI die door de contractant of subcontractant wordt gegenereerd of verwerkt, oefent de aanbestedende instantie de rechten van de bron uit.
V. Bezoeken in verband met gerubriceerde oprachten
24
Wanneer het SGR of personeel van contractanten of subcontractanten voor de uitvoering van een gerubriceerde opdracht in elkaars ruimten toegang vragen tot als CONFIDENTIEL UE/EU CONFIDENTIAL of SECRET UE/EU SECRET gerubriceerde informatie, worden in overleg met de NSA/DSA's of een andere bevoegde beveiligingsinstantie bezoeken georganiseerd. In het kader van specifieke projecten kunnen de NSA/DSA's echter ook een procedure overeenkomen waarmee zulke bezoeken rechtstreeks kunnen worden georganiseerd.
25
Alle bezoekers beschikken over een passende BMP en hebben een ‘need-to-know’ voor toegang tot de EUCI met betrekking tot de opdracht van het SGR.
26
Bezoekers krijgen uitsluitend toegang tot de EUCI die verband houdt met het doel van het bezoek.
VI. Overdracht en vervoer van EUCI
27
Op de overdracht van EUCI met elektronische middelen zijn artikel 10 en bijlage IV van toepassing.
28
Op het vervoer van EUCI is bijlage III van toepassing, overeenkomstig de nationale wet- en regelgeving.
29
Wat het vervoer van gerubriceerd materiaal als vracht betreft, worden bij de opstelling van regeling inzake beveiliging de volgende beginselen toegepast:
- a)
de beveiliging wordt tijdens alle fasen van het vervoer gewaarborgd, van het punt van oorsprong tot de eindbestemming;
- b)
de mate van bescherming die aan een zending wordt verleend, wordt bepaald door de hoogste rubriceringsgraad van het materiaal dat zij bevat;
- c)
er wordt een VMV op het passende niveau verkregen voor de ondernemingen die het vervoer verzorgen. In dat geval moeten de personeelsleden die de zending verwerken, in overeenstemming met bijlage I een veiligheidsonderzoek ondergaan;
- d)
vóór iedere grensoverschrijdende verplaatsing van materiaal met rubriceringsgraad CONFIDENTIEL UE/EU CONFIDENTIAL of SECRET UE/EU SECRET stelt de verzender een vervoerplan op, dat wordt goedgekeurd door de betrokken NSA's/DSA's of een andere bevoegde beveiligingsinstantie;
- e)
de reizen geschieden zoveel mogelijk zonder onderbreking, en worden zo snel als de omstandigheden toelaten uitgevoerd, en
- f)
waar mogelijk leiden de routen alleen door lidstaten. Routen door niet-lidstaten worden alleen gevolgd met toestemming van de NSA/DSA of een andere bevoegde beveiligingsinstantie van de staat van de verzender en de staat van de geadresseerde.
VII. Overdracht van EUCI naar contractanten in derde staten
30
EUCI wordt overgedragen aan contractanten en subcontractanten in derde staten overeenkomstig de beveiligingsmaatregelen die zijn overeengekomen door het SGR, als aanbestedende dienst, en de NSA/DSA van de derde staat in kwestie waar de contractant is geregistreerd.
VIII. Als RESTREINT UE/EU RESTRICTED gerubriceerde informatie
31
Samen, waar nodig, met de NSA/DSA van de lidstaat, is het SGR, als aanbestedende instantie, op basis van contractuele bepalingen gerechtigd inspecties te verrichten van vestigingen van contractanten/subcontractanten om na te gaan of, zoals in de opdracht wordt vereist, de beveiligingsmaatregelen ter zake zijn getroffen voor de bescherming van EUCI van het niveau RESTREINT UE/EU RESTRICTED.
32
Voor zover dat nodig is volgens de nationale wet- en regelgeving, worden NSA's/DSA's of andere bevoegde beveiligingsinstanties door het SGR, als aanbestedende dienst, in kennis gesteld van opdrachten of opdrachten in onderaanneming die informatie met rubricering RESTREINT UE/EU RESTRICTED bevatten.
33
Een VMV of een BMP voor contractanten of subcontractanten en hun personeel is niet vereist voor opdrachten van het SGR, die als RESTREINT UE/EU RESTRICTED gerubriceerde informatie bevatten.
34
Het SGR bestudeert, als aanbestedende dienst, de reacties op de uitnodigingen tot inschrijving voor opdrachten waarvoor toegang tot als RESTREINT UE/EU RESTRICTED gerubriceerde informatie nodig is, ongeacht eventuele vereisten met betrekking tot VMV of BMP uit hoofde van nationale wet- en regelgeving.
35
De voorwaarden voor uitbesteding in onderaanneming door de contractant zijn in overeenstemming met het bepaalde in punt 21.
36
Wanneer een opdracht de verwerking van informatie met rubricering RESTREINT UE/EU RESTRICTED in een door een contractant geëxploiteerd CIS behelst, zorgt het SGR, als aanbestedende dienst, ervoor dat in het contract of de onderaanneming de nodige technische en administratieve eisen worden gespecificeerd met betrekking tot de homologatie van het CIS in overeenstemming met het ingeschatte risico, rekening houdend met alle belangrijke factoren. Hoe ver de homologatie van een dergelijke CIS reikt, wordt door de aanbestedende dienst en de betrokken NSA/DSA bepaald.