Einde inhoudsopgave
Besluit 2013/488/EU beveiligingsvoorschriften bescherming gerubriceerde EU-informatie
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 15-10-2013
- Bronpublicatie:
23-09-2013, PbEU 2013, L 274 (uitgifte: 15-10-2013, regelingnummer: 2013/488/EU)
- Inwerkingtreding
15-10-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2013, PbEU 2013, L 274 (uitgifte: 15-10-2013, regelingnummer: 2013/488/EU)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Informatierecht / Algemeen
Besluit van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 240, lid 3,
Gezien Besluit 2009/937/EU van de Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (1), en met name artikel 24,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Teneinde de werkzaamheden van de Raad op alle gebieden die de verwerking van geclassificeerde/gerubriceerde informatie (hierna: ‘gerubriceerde informatie’) vereisen, verder tot ontplooiing te brengen, is het passend een integraal beveiligingssysteem voor de bescherming van gerubriceerde informatie op te zetten dat de Raad, het secretariaat-generaal daarvan en de lidstaten bestrijkt.
- (2)
Dit besluit moet worden toegepast telkens als de Raad, zijn voorbereidende instanties en het secretariaat-generaal van de Raad (hierna: ‘SGR’) gerubriceerde EU-informatie (hierna: ‘EUCI’) verwerken.
- (3)
In overeenstemming met de nationale wet- en regelgeving en in de mate die voor het functioneren van de Raad vereist is, moeten de lidstaten, wanneer hun bevoegde instanties, personeel of contractanten EUCI verwerken, voldoen aan dit besluit, zodat ieder ervan verzekerd is dat EUCI een gelijkwaardig beschermingsniveau krijgt.
- (4)
De Raad, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) zijn gehouden gelijkwaardige beveiligingsnormen toe te passen voor de bescherming van EUCI.
- (5)
De Raad onderstreept dat het van belang is om, waar passend, het Europees Parlement en andere instellingen, organen of instanties van de Europese Unie te betrekken bij de beginselen, normen en regels voor de bescherming van gerubriceerde informatie die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de belangen van de Europese Unie en haar lidstaten.
- (6)
De Raad dient een passend kader vast te stellen voor het delen van EUCI van de Raad met andere instellingen, organen of instanties van de Europese Unie, al naar het geval, overeenkomstig dit besluit en de vigerende interinstitutionele regelingen.
- (7)
De krachtens titel V, hoofdstuk 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) opgerichte organen en instanties van de Unie, Europol en Eurojust zijn verplicht in het kader van hun interne organisatie de in dit besluit vervatte basisbeginselen en minimumnormen voor de bescherming van EUCI toe te passen indien deze verplichting is opgenomen in de handeling waarbij zij zijn opgericht.
- (8)
De toepassing van de door de Raad ter bescherming van EUCI vastgestelde beveiligingsvoorschriften bij crisisbeheersingsoperaties in het kader van titel V, hoofdstuk 2, VEU door het daarbij betrokken personeel is verplicht indien deze verplichting is opgenomen in de handeling van de Raad waarbij deze operaties worden ingesteld.
- (9)
De speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie en de leden van hun teams zijn verplicht de door de Raad ter bescherming van EUCI vastgestelde beveiligingsvoorschriften toe te passen indien deze verplichting in de toepasselijke handeling van de Raad is opgenomen.
- (10)
Dit besluit laat de artikelen 15 en 16 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en de instrumenten ter uitvoering daarvan onverlet.
- (11)
Dit besluit laat de bestaande werkwijzen van de lidstaten inzake het informeren van hun nationale parlementen over de werkzaamheden van de Europese Unie onverlet.
- (12)
Teneinde te waarborgen dat de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van EUCI tijdig worden toegepast met het oog op de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie, dient dit besluit in werking te treden op de datum waarop het wordt bekendgemaakt,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35.