De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/15.4.2:15.4.2 Indirecte toetsing: twee gevallen
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/15.4.2
15.4.2 Indirecte toetsing: twee gevallen
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS375502:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Ook in de Belgische literatuur wordt naar de hier genoemde gevallen verwezen, zie Wagner 2003, p. 101. Deze wijst bovendien op het feit dat de rechter ook bij zijn beslissing om al dan niet een dwangsom op te leggen, rekening kan houden met de eisen van redelijkheid en billijkheid.
A-G Vranken, conclusie voorafgaand aan HR 20 mei 1994, NJ 1994, 652.
A-G Vranken, conclusie voorafgaand aan HR 20 mei 1994, NJ 1994, 652.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Een indirecte toetsing aan hetgeen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid aanvaardbaar is, is in een tweetal gevallen op grond van wetgeschiedenis en jurisprudentie wél geoorloofd.1 Allereerst is dit het geval in het kader van de uitleg van de veroordeling, bij de beantwoording van de vraag óf dwangsommen zijn verbeurd. Bij interpretatie gaat het altijd om het vaststellen van de redelijke zin van het verbod of bevel.2 Het betreft volgens Vranken het uit de rechtsvindingsliteratuur bekende redelijkheidspostulaat, dat voor verboden en bevelen op dezelfde manier geldt als voor wetteksten.3
In de tweede plaats is toetsing aan de eisen van redelijkheid en billijkheid geoorloofd bij het bepalen of sprake is van onmogelijkheid aan de zijde van de dwangsomdebiteur om aan de hoofdveroordeling te voldoen, zoals bedoeld in art. 611d Rv.
Omdat ik de omvang van het onmogelijkheidbegrip uit art. 611d Rv in par. 16.5 hierna bespreek, komt ook de hier als tweede genoemde indirecte redelijkheidstoets op die plaats aan de orde (par. 16.53 ). De eerstgenoemde indirecte redelijkheidstoets bespreek ik in de volgende paragraaf.