NJ 1994, 652
Dwangsom / executiegeschil / maatstaf bij uitleg van de veroordeling / redelijkheid en billijkheid
HR 20-05-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1367, m.nt. H.E. Ras
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 mei 1994
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Heemskerk, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Vranken
- Zaaknummer
15330
- Noot
H.E. Ras
- LJN
ZC1367
- JCDI
JCDI:ADS113648:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1367, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑05‑1994
- Wetingang
Essentie
Dwangsom. Executiegeschil. Maatstaf bij uitleg van de veroordeling. Redelijkheid en billijkheid.
Samenvatting
De beantwoording van de vraag of dwangsommen zijn verbeurd, dient in een geval als het onderhavige (veroordeling om iets te doen) plaats te vinden door een toetsing van de ter uitvoering van het veroordelend vonnis verrichte handelingen aan de inhoud van de veroordeling, zoals deze door uitleg moet worden vastgesteld.
Voor het overige kan het onderdeel evenmin tot cassatie leiden. De beantwoording van de vraag of dwangsommen zijn verbeurd, dient in een geval als het onderhavige plaats te vinden door een toetsing van de ter uitvoering ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.