Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting
Einde inhoudsopgave
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/3.6.4:3.6.4 Bodemloze put
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/3.6.4
3.6.4 Bodemloze put
Documentgegevens:
Dr. J. van Strien, datum 20-10-2006
- Datum
20-10-2006
- Auteur
Dr. J. van Strien
- JCDI
JCDI:ADS587465:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Vergelijk Hoogendoorn in zijn noot onder BNB 2000/240.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Op de uitzondering ‘aanstonds duidelijk’ heb ik ten slotte relatief weinig aan te merken. Evenals bij de uitzondering schijn, draait het bij deze uitzondering met name om een autonome fiscaalrechtelijke kwalificatie van de feiten en omstandigheden. Daarmee lijkt de uitzondering op het eerste gezicht een species van het genusbegrip schijn. Een fiscaalrechtelijk andere kwalificatie dan de civielrechtelijke vorm betreft echter niet automatisch een demasqué van een simulatie.1 Er wordt slecht fiscaal-rechtelijk anders tegen bepaalde volstrekt zuivere rechtshandelingen aangekeken, dan in het civiele recht. Dit impliceert een sterk feitelijke invulling van het criterium, wat resulteert in het ontbreken van eenduidige, objectief waarneembare toepassingsvoorwaarden voor de uitzondering ‘aanstonds duidelijk’. Mijns inziens terecht heeft noch de wetgever noch de Hoge Raad noch een van de Hoven getracht deze uitzondering nader in te vullen in criteria. Terecht, omdat dit volgens mij niet goed mogelijk is. Het invoeren van een criteriasysteem met deelnemerschapslening zou vergelijkbare problematiek opleveren.