De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/4.8.1:4.8.1 Drie uitzonderingsgevallen
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/4.8.1
4.8.1 Drie uitzonderingsgevallen
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS379169:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Slechts in een drietal gevallen ben ik er niet van overtuigd dat nog met succes kan worden betoogd dat toepassing van de dwangsom primair preventie en geen bestraffing inhoudt. In de eerste twee gevallen vervult de dwangsom naar mijn mening geen (of niet langer) een functie als dwangmiddel, zodat het ontstaan van een geldvordering slechts uit oogpunt van bestraffing gerechtvaardigd kan worden. In het derde geval is weliswaar van de dwangsomveroordeling de beoogde preventieve werking uitgegaan, maar was toepassing van het dwangmiddel achteraf niet gerechtvaardigd. Ook in dat geval bestaat onvoldoende basis in het privaatrecht om de betalingsverplichting te rechtvaardigen.