Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2022/869 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2009, (EU) 2019/942 en (EU) 2019/943, en Richtlijnen 2009/73/EG en (EU) 2019/944, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 347/2013
Artikel 11 Kosten-batenanalyse voor het gehele energiesysteem
Geldend
Geldend vanaf 04-08-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 05-02-2025.
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1789 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1789)
- Inwerkingtreding
04-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1789 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1789)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Europees energierecht
Milieurecht / Energie
Energierecht / Algemeen
Energierecht / Distributie
1.
Het ENTSB voor elektriciteit en het in artikel 57 van Verordening (EU) 2024/1789 van het Europees Parlement en de Raad (1) bedoelde Europees netwerk van waterstofnetbeheerders voor gas (European Network of Network Operators for Hydrogen — ENNOH) stellen coherente ontwerpmethodologieën per sector vast, met inbegrip van het in lid 10 van dit artikel bedoelde model voor het energienetwerk en de energiemarkt, met het oog op een geharmoniseerde kosten-batenanalyse op Unieniveau voor het gehele energiesysteem voor projecten op de Unielijst die binnen de energie-infrastructuurcategorieën van punt 1), a), b), d) en f), en punt 3) van bijlage II bij deze verordening vallen.
De in de eerste alinea van dit lid bedoelde methodologieën worden uitgewerkt overeenkomstig de in bijlage V vastgestelde beginselen, zijn gebaseerd op gemeenschappelijke aannamen die projectvergelijking mogelijk maken en stroken met de streefcijfers voor klimaat en energie van de Unie voor 2030 en de doelstelling inzake klimaatneutraliteit van de Unie voor 2050, alsmede met de in bijlage IV uiteengezette regels en indicatoren.
De in de eerste alinea van dit lid bedoelde methodologieën worden toegepast ter voorbereiding van elk daaropvolgend Uniebreed tienjarig netontwikkelingsplan dat op grond van artikel 30 van Verordening (EU) 2019/943 wordt ontwikkeld door het ENTSB voor elektriciteit, of door het ENNOH op grond van artikel 60 van Verordening (EU) 2024/1789.
Uiterlijk op 24 april 2023 publiceert het ENTSB voor elektriciteit zijn coherente ontwerpmethodologie per sector en doet het deze toekomen aan de lidstaten, de Commissie en het Agentschap, nadat het tijdens het in lid 2 van dit artikel bedoelde raadplegingsproces input van de relevante belanghebbenden heeft verzameld. Elke methodologie voor een kosten-batenanalyse van waterstof voor het gehele energiesysteem die uiterlijk op 1 september 2024 door het ENTSB voor gas is ontwikkeld, wordt goedgekeurd overeenkomstig de in dit artikel vastgestelde procedure. Uiterlijk op 1 december 2025 publiceert het ENNOH zijn coherente ontwerpmethodologie per sector en doet het deze toekomen aan de lidstaten, de Commissie en het Agentschap, nadat het tijdens het raadplegingsproces op grond van artikel 61, lid 3, punt d), van Verordening (EU) 2024/1789 input van de relevante belanghebbenden heeft verzameld.
2.
Voorafgaand aan de indiening van hun respectieve ontwerpmethodologieën bij de lidstaten, de Commissie en het Agentschap overeenkomstig lid 1, publiceren het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas en het ENNOH voorlopige ontwerpmethodologieën, organiseren zij een uitgebreid raadplegingsproces en winnen zij aanbevelingen in bij de lidstaten en ten minste de organisaties die alle relevante belanghebbenden vertegenwoordigen, met inbegrip van de uit hoofde van artikel 52, lid 1, van Verordening (EU) 2019/943 opgerichte Europese entiteit van distributiesysteembeheerders (de ‘EU-DSB-entiteit’), verenigingen die betrokken zijn bij de markten voor elektriciteit, aardgas en waterstof, verwarming en koeling, belanghebbenden op het vlak van koolstofafvang en -opslag en koolstofafvang en -gebruik, onafhankelijke aankoopgroeperingen, vraagresponsoperatoren, organisaties die betrokken zijn bij energie-efficiëntieoplossingen, verenigingen van energieverbruikers, vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en, indien dit passend wordt geacht, de nationale regulerende instanties en andere nationale instanties.
Binnen drie maanden na de bekendmaking van de voorlopige ontwerpmethodologieën uit hoofde van de eerste alinea kan elke in die alinea bedoelde belanghebbende een aanbeveling indienen.
De krachtens artikel 10 bis van Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad (2) opgerichte Europese wetenschappelijke adviesraad inzake klimaatverandering kan op eigen initiatief een advies over de ontwerpmethodologieën uitbrengen.
In voorkomend geval zorgen de lidstaten en de in de eerste alinea bedoelde belanghebbenden voor de indiening en openbaarmaking van hun aanbevelingen en zorgt de Europese wetenschappelijke adviesraad inzake klimaatverandering voor de indiening en openbaarmaking van zijn advies bij het Agentschap en, naargelang het geval, bij het ENTSB voor elektriciteit of het ENNOH.
Het raadplegingsproces is open, tijdig en transparant. Het ENTSB voor elektriciteit en het ENNOH stellen een verslag op over het raadplegingsproces en maken dit openbaar.
Wanneer zij geen of slechts gedeeltelijk rekening hebben gehouden met de aanbevelingen van de lidstaten of de belanghebbenden, alsook met de aanbevelingen van nationale instanties, of met het advies van de Europese wetenschappelijke adviesraad inzake klimaatverandering, motiveren het ENTSB voor elektriciteit en het ENNOH dit.
3.
Binnen een termijn van drie maanden na de ontvangst van de ontwerpmethodologieën, samen met de tijdens het raadplegingsproces ontvangen input en het verslag over de raadpleging, brengt het Agentschap bij het ENTSB voor elektriciteit en het ENNOH advies uit. Het Agentschap stelt het ENTSB voor elektriciteit, het ENNOH, de lidstaten en de Commissie in kennis van zijn advies en maakt dit bekend op de website van het Agentschap.
4.
Binnen drie maanden na ontvangst van de ontwerpmethodologieën kunnen de lidstaten advies uitbrengen bij het ENTSB voor elektriciteit en het ENNOH en bij de Commissie. Om de raadpleging te vergemakkelijken, kan de Commissie specifieke vergaderingen van de groepen organiseren om de ontwerpmethodologieën te bespreken.
5.
Binnen drie maanden na ontvangst van de adviezen van het Agentschap en de lidstaten, als bedoeld in de leden 3 en 4, wijzigen het ENTSB voor elektriciteit en het ENNOH hun respectieve methodologieën om ten volle rekening te houden met de adviezen van het Agentschap en de lidstaten en dienen zij deze vervolgens samen met het advies van het Agentschap ter goedkeuring in bij de Commissie. De Commissie neemt haar besluit binnen drie maanden na indiening van de methodologieën door respectievelijk het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas en het ENNOH.
6.
Binnen een termijn van twee weken na de goedkeuring door de Commissie overeenkomstig lid 5, maken het ENTSB voor elektriciteit en het ENNOH hun respectieve methodologieën op hun websites bekend. Zij publiceren de desbetreffende inputgegevens en andere relevante netwerk-, load-flow- en marktgegevens in een voldoende nauwkeurige vorm en met inachtneming van beperkingen uit hoofde van het nationaal recht en relevante vertrouwelijkheidsovereenkomsten. De Commissie en het Agentschap zorgen ervoor dat de ontvangen gegevens vertrouwelijk behandeld worden, zowel door henzelf als door andere partijen die namens hen analytische werkzaamheden uitvoeren op basis van deze gegevens.
7.
De methodologieën worden op gezette tijden geactualiseerd en verbeterd overeenkomstig de in de leden 1 tot en met 6 beschreven procedure. Zij worden met name gewijzigd na indiening van het in lid 10 bedoelde energienetwerk- en marktmodel. Mits zij daartoe een passende rechtvaardiging en een tijdschema geven, kunnen het Agentschap — op eigen initiatief of naar aanleiding van een naar behoren gemotiveerd verzoek van nationale regulerende instanties of belanghebbenden, en na formele raadpleging van de organisaties die alle relevante belanghebbenden vertegenwoordigen als bedoeld in lid 2, eerste alinea — en de Commissie verzoeken om dergelijke actualiseringen en verbeteringen, met motivering en een tijdslijn. Het Agentschap maakt de verzoeken van nationale regulerende instanties of belanghebbenden bekend, evenals alle relevante niet commercieel gevoelige documenten die aanleiding geven tot een verzoek van het Agentschap om actualisering of verbetering.
8.
Voor projecten die vallen binnen de energie-infrastructuurcategorieën van punt 1), c) en e), en de punten 2), 4) en 5), van bijlage II, zorgt de Commissie voor de ontwikkeling van methodologieën voor een geharmoniseerde kosten-batenanalyse op het niveau van de Unie voor het gehele energiesysteem. Deze methodologieën zijn wat baten en kosten betreft verenigbaar met de door het ENTSB voor elektriciteit en het ENNOH ontwikkelde methodologieën. Met de hulp van nationale regulerende instanties bevordert het Agentschap de samenhang tussen deze methodologieën en de door het ENTSB voor elektriciteit en het ENNOH uitgewerkte methodologieën. De methodologieën worden op transparante wijze ontwikkeld, met inbegrip van een uitgebreide raadpleging van de lidstaten en alle relevante belanghebbenden.
9.
Om de drie jaar zorgt het Agentschap voor de vaststelling en openbaarmaking van een reeks indicatoren met bijbehorende referentiewaarden om vergelijking mogelijk te maken van de investeringskosten per eenheid voor vergelijkbare projecten van de energie-infrastructuurcategorieën die zijn opgenomen in bijlage II. Projectontwikkelaars verstrekken de gevraagde gegevens aan de nationale regulerende instanties en aan het Agentschap.
Het Agentschap maakt uiterlijk op 24 april 2023 de eerste indicatoren voor de infrastructuurcategorieën van de punten 1), 2) en 3) van bijlage II openbaar, voor zover er gegevens beschikbaar zijn om robuuste indicatoren en referentiewaarden te berekenen. Deze referentiewaarden kunnen door het ENTSB voor elektriciteit en het ENNOH worden gebruikt voor de kosten-batenanalyses die worden gemaakt voor de daaropvolgende Uniebrede tienjarige netontwikkelingsplannen.
Het Agentschap maakt uiterlijk op 24 april 2025 de eerste indicatoren voor de energie-infrastructuurcategorieën vastgesteld in de punten 4) en 5) van bijlage II openbaar.
10.
Uiterlijk op 31 oktober 2025 dienen het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas en het ENNOH, na een in lid 2, eerste alinea, bedoeld uitgebreid raadplegingsproces met belanghebbenden, gezamenlijk bij de Commissie en het Agentschap een consistent en geleidelijk geïntegreerd model in dat zorgt voor samenhang tussen de methodologieën per sector op basis van gemeenschappelijke aannamen, onder meer voor elektriciteits-, aardgas- en waterstoftransmissie-infrastructuur, alsook voor aardgasopslaginstallaties, vloeibaar aardgas en elektrolyse-installaties, dat betrekking heeft op de prioritaire corridors en gebieden voor energie-infrastructuur beschreven in bijlage I en wordt opgesteld volgens de in bijlage V vastgestelde beginselen.
11.
Het model bedoeld in lid 10 omvat ten minste de onderlinge verbanden tussen de desbetreffende sectoren in alle stadia van de infrastructuurplanning, in het bijzonder scenario's, technologieën en ruimtelijke resolutie, het in kaart brengen van leemten in de infrastructuur, met name met betrekking tot grensoverschrijdende capaciteit, en projectbeoordeling.
12.
Na goedkeuring van het in lid 10 bedoelde model door de Commissie overeenkomstig de in de leden 1 tot en met 5 omschreven procedure wordt dit model geïntegreerd in de in lid 1 bedoelde methodologieën, die dienovereenkomstig worden gewijzigd.
13.
Het model en de coherente kosten-batenmethodologieën per sector worden ten minste om de vijf jaar, te beginnen vanaf de goedkeuring ervan overeenkomstig lid 10 en indien nodig vaker, bijgewerkt overeenkomstig de in lid 7 bedoelde procedure.
14.
Tot en met 1 januari 2027 is dit artikel van toepassing met inachtneming van de overgangsbepalingen van artikel 61 van Verordening (EU) 2024/1789.
Voetnoten
Verordening (EU) 2024/1789 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2024 inzake de interne markten voor hernieuwbaar gas, aardgas en waterstof, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1227/2011, (EU) 2017/1938, (EU) 2019/942 en (EU) 2022/869 en Besluit (EU) 2017/684, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 715/2009 (PB L, 2024/1789, 15.7.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1789/oj).;
Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13)..