Einde inhoudsopgave
Besluit (GBVB) 2017/2315 tot instelling van de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) en tot opstelling van de lijst van deelnemende lidstaten
Artikel 6 Regelingen inzake toezicht, beoordeling en rapportage
Geldend
Geldend vanaf 11-12-2017
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2018, L 12).
- Bronpublicatie:
11-12-2017, PbEU 2017, L 331 (uitgifte: 14-12-2017, regelingnummer: 2017/2315)
- Inwerkingtreding
11-12-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2017, PbEU 2017, L 331 (uitgifte: 14-12-2017, regelingnummer: 2017/2315)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Instituties
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Raad ziet in het kader van artikel 46, lid 6, VEU toe op de eenheid, de samenhang en de doeltreffendheid van de PESCO. De hoge vertegenwoordiger draagt ook bij tot het verwezenlijken van die doelstellingen.
2.
De hoge vertegenwoordiger wordt overeenkomstig Protocol nr. 10 ten volle betrokken bij de werkzaamheden in het kader van de PESCO.
3.
De hoge vertegenwoordiger dient jaarlijks een verslag over de PESCO in bij de Raad. Dit verslag wordt gebaseerd op de bijdragen van het EDA, overeenkomstig artikel 7, lid 3, onder a), en op de bijdragen van de EDEO, overeenkomstig artikel 7, lid 2, onder a). Het verslag van de hoge vertegenwoordiger beschrijft hoe ver het staat met de uitvoering van de PESCO, met inbegrip van de nakoming, door elke deelnemende lidstaat, van zijn verbintenissen overeenkomstig zijn nationale uitvoeringsplan.
Het EUMC verstrekt het Politiek en Veiligheidscomité militair advies en aanbevelingen met betrekking tot het jaarlijkse beoordelingsproces van de PESCO.
Op basis van het jaarlijkse door de hoge vertegenwoordiger ingediende verslag over de PESCO evalueert de Raad eenmaal per jaar of de deelnemende lidstaten nog steeds voldoen aan de verdergaande verbintenissen bedoeld in artikel 3.
4.
Elk besluit betreffende de schorsing van de deelname van een lidstaat wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 46, lid 4, VEU, en slechts nadat aan de lidstaat een duidelijk omschreven termijn voor individuele raadpleging en reactiemaatregelen is gegeven.