Einde inhoudsopgave
Besluit (GBVB) 2017/2315 tot instelling van de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) en tot opstelling van de lijst van deelnemende lidstaten
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 11-12-2017
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2018, L 12).
- Bronpublicatie:
11-12-2017, PbEU 2017, L 331 (uitgifte: 14-12-2017, regelingnummer: 2017/2315)
- Inwerkingtreding
11-12-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2017, PbEU 2017, L 331 (uitgifte: 14-12-2017, regelingnummer: 2017/2315)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Instituties
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Besluit van de Raad van 11 december 2017 tot instelling van de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) en tot opstelling van de lijst van deelnemende lidstaten
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 46, lid 2,
Gezien Protocol nr. 10 betreffende de permanente gestructureerde samenwerking, ingesteld bij artikel 42 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien het voorstel van de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek en de Italiaanse Republiek,
Gezien het advies van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de hoge vertegenwoordiger),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Artikel 42, lid 6, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) bepaalt dat de lidstaten waarvan de militaire vermogens aan strengere criteria voldoen en die ter zake verdergaande verbintenissen zijn aangegaan met het oog op de uitvoering van de meest veeleisende taken, in het kader van de Unie een permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) instellen.
- (2)
De Raad en de hoge vertegenwoordiger hebben op 13 november 2017 overeenkomstig artikel 46, lid 1, VEU van 23 lidstaten, en op 7 december 2017 van nog eens twee lidstaten, een gezamenlijke kennisgeving ontvangen dat al die lidstaten voornemens zijn aan de PESCO deel te nemen op basis van het feit dat zij voldoen aan de bovenstaande voorschriften en dat zij ter zake de verdergaande verbintenissen zijn aangegaan die in de bijlage bij dit besluit staan, en op basis van alle andere elementen in de kennisgeving, met inbegrip van de preambule en de leidende beginselen van de PESCO in bijlage I bij de kennisgeving, waartoe zij zich onverkort blijven verbinden, en tevens artikel 42 VEU indachtig, met inbegrip van artikel 42, lid 7(1).
- (3)
- (4)
Het besluit van lidstaten om deel te nemen aan de PESCO is vrijwillig en doet op zich geen afbreuk aan de nationale soevereiniteit of aan het specifieke karakter van het veiligheids- en defensiebeleid van bepaalde lidstaten. De bijdragen van de deelnemende lidstaten, waarmee deze de verdergaande verbintenissen in het kader van de PESCO willen nakomen, zullen worden geleverd in overeenstemming met de toepasselijke grondwettelijke bepalingen van die lidstaten.
- (5)
Meer gezamenlijke en op samenwerking gerichte projecten voor de ontwikkeling van defensievermogens, is een van de verbintenissen in het kader van de PESCO. Die projecten kunnen worden ondersteund door bijdragen uit de begroting van de Unie, met inachtneming van de Verdragen en in overeenstemming met de relevante instrumenten en programma's van de Unie.
- (6)
De deelnemende lidstaten hebben in hun respectieve nationale uitvoeringsplannen hun vermogen tot het nakomen van de verdergaande verbintenissen die zij zijn aangegaan, beschreven.
- (7)
Aangezien aan de nodige voorwaarden is voldaan, is het derhalve dienstig dat de Raad een besluit tot instelling van de PESCO vaststelt.
- (8)
Elke andere lidstaat die in een later stadium wenst deel te nemen aan de PESCO kan de Raad en de hoge vertegenwoordiger van zijn voornemen om deel te nemen in kennis stellen overeenkomstig artikel 46, lid 3, VEU.
- (9)
De hoge vertegenwoordiger zal ten volle worden betrokken bij de werkzaamheden van de PESCO.
- (10)
Er moet samenhang zijn tussen acties die worden ondernomen in het kader van de PESCO en andere acties in het kader van het GBVB en andere beleidsterreinen van de Unie. De Raad en, binnen hun respectieve bevoegdheidsgebieden, de HV en de Commissie, dienen samen te werken teneinde in voorkomend geval voor een zo groot mogelijke synergie te zorgen.
- (11)
Overeenkomstig artikel 5 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat gehecht is aan het VEU en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de uitwerking en de uitvoering van besluiten en acties van de Europese Unie die gevolgen hebben op defensiegebied. Dit besluit is derhalve niet bindend voor Denemarken,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Voetnoten
De kennisgeving wordt samen met dit besluit bekendgemaakt (zie bladzijde 70 van ditPublicatieblad).