Prg. 2017/307
Het hof zal de Hoge Raad de prejudiciële vraag stellen of een vonnis nietig is als dat mede is gewezen door een rechter die daarvoor al is gedefungeerd en lid is geworden van het hof, terwijl het vonnis in de raadkamer al in concept gereed is gemaakt.
Hof Amsterdam 09-05-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1759
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
9 mei 2017
- Magistraten
Mrs. E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell, A.S. Arnold, J.M. de Jongh
- Zaaknummer
200.186.069/01
200.186.100/01
200.186.113/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2017:4162, Uitspraak, Hof Amsterdam, 10‑10‑2017
ECLI:NL:GHAMS:2017:1759, Uitspraak, Hof Amsterdam, 09‑05‑2017
- Wetingang
Art. 5 lid 2, 6 lid 2, 40 lid 1 RO; art. 392 Rv
Essentie
Procesrecht. Is vonnis meervoudige kamer in eerste aanleg nietig nu reeds vóór definitief vaststellen daarvan derde rechter is gedefungeerd en lid is geworden van hof?
Waarschijnlijk wel, maar vraag wordt in prejudiciële procedure voorgelegd aan Hoge Raad.
Samenvatting
In drie zaken die met elkaar te maken hebben, strekken de preliminaire grieven ten betoge dat het vonnis van 30 september 2015 nietig is, omdat het is gewezen door slechts twee rechters van de Rechtbank Amsterdam. Mr. Vink, wiens naam de voet van het vonnis als de derde rechter noemt, is namelijk sinds 1 juli 2015 raadsheer bij het Hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.