Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen
Einde inhoudsopgave
Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen (FM nr. 141) 2013/4.3.4.2:4.3.4.2 Legitimiteit
Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen (FM nr. 141) 2013/4.3.4.2
4.3.4.2 Legitimiteit
Documentgegevens:
Dr. Y.M Tigelaar-Klootwijk, datum 01-09-2013
- Datum
01-09-2013
- Auteur
Dr. Y.M Tigelaar-Klootwijk
- JCDI
JCDI:ADS347942:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
MvT, Kamerstukken II 1997/98, 25 688, nr. 3, blz. 24 en NnavV, Kamerstukken II 2009/10, 32 129, nr. 8, blz. 17.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Bij een overdracht tegen schuldigerkenning komen bij de overdrager geen of onvoldoende middelen uit de bedrijfsoverdracht vrij om de belasting te voldoen. Dit kan een reden zijn voor de overheid om in te grijpen. De continuïteit van de onderneming kan worden bedreigd. Niet omdat de middelen aan de onderneming moeten worden onttrokken, maar omdat het risico bestaat dat de overdracht niet doorgaat als de overdracht niet tegen schuldigerkenning kan plaatsvinden. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als de overnemer de financiering elders niet rond kan krijgen.
Voorts speelt bij de toetsing aan legitimiteit een belangrijke rol of gedurende de periode dat uitstel wordt verleend invorderingsrente is verschuldigd. Ook voor de hier te toetsen invorderingsfaciliteit geldt dat deze renteloos is. In de parlementaire behandeling is specifiek voor de hier te toetsen faciliteit het volgende aan de orde geweest: ‘Verder wordt afgeweken van de hoofdregel als daar een bijzondere reden voor is en waarbij ook de budgettaire gevolgen een rol spelen. Zo is het uitstel van betaling op grond van artikel 25, negende lid, van de Invorderingswet 1990 renteloos gemaakt omdat dat volgens de wetgever strookt met de aard van de uitstelregeling.’1 Het is mij onduidelijk wat hiermee wordt bedoeld. Indien het doel is een liquiditeitsprobleem op te lossen is het niet nodig de faciliteit renteloos te maken. Zie voor de motivering paragraaf 4.3.2.2.