V-N 2018/16.5
Btw-factuur kan niet worden afgedwongen in procedure over naheffingsaanslag parkeerbelasting
HR 23-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:412, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 maart 2018
- Magistraten
Punt, Fierstra, Groeneveld, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
17/03850
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928588:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal procesrecht / Procesorde
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑03‑2018
ECLI:NL:HR:2018:412, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑03‑2018
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat in een procedure over een naheffingsaanslag parkeerbelasting niet kan worden verzocht om uitreiking van een btw-factuur.
Samenvatting
Belanghebbende, X, stelt hoger beroep in tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Hof Den Haag wijst de zaak met toepassing van de judiciële lus terug naar de heffingsambtenaar. De heffingsambtenaar vermindert vervolgens de naheffingsaanslag van € 88 naar € 82,90. X stelt tegen deze beslissing beroep in bij het hof en betoogt dat de gemeente hem een btw-factuur moet uitreiken voor de naheffingsaanslag parkeerbelasting. Hof Den Haag oordeelt dat X geen belang heeft bij zijn verzoek om uitreiking van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.