Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende FIOD dossier, nummer 51693, bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering (onderzoek Mount Nepal, inhoudende 28 ordners). Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. AH staat voor ambtshandeling, ZPV staat voor zaaksproces-verbaal, V staat voor proces-verbaal van verhoor verdachte en G staat voor proces-verbaal verhoor getuige. Waar wordt verwezen naar D betreft het andere geschriften als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5, van het Wetboek van Strafvordering.
Hof Arnhem-Leeuwarden, 06-06-2018, nr. 21-003073-16
ECLI:NL:GHARL:2018:5178, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
06-06-2018
- Zaaknummer
21-003073-16
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2018:5178, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 06‑06‑2018; (Hoger beroep)
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2016:2730, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Cassatie: ECLI:NL:HR:2020:571
Uitspraak 06‑06‑2018
Inhoudsindicatie
Mega-onderzoek Mount Nepal. Verdachten waren medewerkers van SNSPF en hebben onderling betalingsafspraken gemaakt, waarbij een deel van de uurvergoeding van SNSPF werd doorbetaald aan andere SNSPF-medewerkers. Daarbij werden valse facturen opgemaakt. Vrijspraak oplichting, verduistering en omkoping. Verdachte wordt veroordeeld voor valsheid in geschrift, gewoontewitwassen en deelnemen aan een criminele organisatie. Gevangenisstraf van 3 maanden voorwaardelijk, een taakstraf van 240 uren en een geldboete van € 100.000.
Partij(en)
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003073-16
Uitspraak d.d.: 6 juni 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 20 mei 2016 met parketnummer 16-994032-13 in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1957,
wonende te [woonplaats] .
1. Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
2. Onderzoek van de zaak
2.1
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 22 november 2017 (regiezitting), 26 april 2018 (inhoudelijke behandeling) en 23 mei 2018 (sluiting van het onderzoek) en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het gerechtshof het vonnis van de eerste rechter zal vernietigen en te dien aanzien opnieuw rechtdoende zal bewezen verklaren hetgeen aan verdachte onder 1 primair, 2, 3, 4, 5 en 6 is ten laste gelegd en verdachte zal veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden. De vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. L.S. Wachters, naar voren is gebracht.
2.2.
Samenvatting van het arrest
De zaak tegen verdachte vloeit voort uit een onderzoek naar omkoping bij SNS Property Finance (verder SNSPF). Daarbij is de verdenking gerezen dat verdachte enkele externen via medeverdachte [medeverdachte 2] bij SNSPF aan heeft aangebracht en zich daarvoor door die externen via [medeverdachte 2] heeft laten betalen. Deze externen betaalden per door hen aan SNSPF gefactureerd uur een vergoeding via [medeverdachte 2] aan verdachte. Dit wordt samen met de externen die aan [medeverdachte 2] betaalden in het dossier aangeduid als niveau 2 ter onderscheid van niveau 1 waarin een andere medeverdachte centraal staat. De personen die aan [medeverdachte 2] betaalden worden in het dossier ook wel de “Groningers” worden genoemd.
In de tenlastelegging zijn op niveau 2 strafbare feiten ten laste gelegd, kort gezegd oplichting, omkoping (actief en/of passief), valsheid in geschrift, witwassen en het deelnemen aan een criminele organisatie.
De advocaat-generaal stelt in reactie op de door de verdediging gevoerde verweren dat verdachte voor alle zes strafbare feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien (18) maanden.
De verdediging heeft uitvoerige verweren gevoerd die er toe moeten leiden dat verdachte van de hem ten laste gelegde feiten wordt vrijgesproken.
Het hof komt samengevat tot de volgende oordelen:
- het hof spreekt verdachte vrij van de onder 1 primair ten laste gelegde oplichting, de onder 1 subsidiair ten laste gelegde verduistering en de onder feit 2 ten laste gelegde passieve niet ambtelijke omkoping en de onder feit 3 ten laste gelegde actieve niet ambtelijke omkoping
- het hof acht bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten heeft gepleegd.
- Voor die feiten legt het hof verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, een taakstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dage hechtenis en een geldboete van € 100.000,- op.
3. Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
4. De tenlastelegging
De tenlastelegging zoals deze luidt na wijziging ter terechtzitting in eerste aanleg is als bijlage 1 aan dit arrest gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte -al dan niet samen met anderen
- SNS Property Finance BV/SNS Reaal NV heeft opgelicht (feit 1 primair), dan wel geldbedrag(en) van SNS Property Finance BV/SNS Reaal NV heeft verduisterd (feit 1 subsidiair)
- zich samen met een ander -werkzaam zijnde bij SNS- meermalen heeft laten omkopen (feit 2)
- en anderen werkzaam zijnde bij SNS heeft omgekocht (feit 3),
- valse facturen voorhanden heeft gehad (feit 4),
- zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen (feit 5)
- heeft deelgenomen aan een criminele organisatie (feit 6).
5. Vrijspraak
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2, 3 en 5 ten laste gelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
5.1
Oplichting (feit 1 primair) Artikel 326 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht bevat de strafbaarstelling van oplichting, en luidt:
Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, tot het verlenen van een dienst, tot het ter beschikking stellen van gegevens, tot het aangaan van een schuld of tot het teniet doen van een inschuld, wordt, als schuldig aan oplichting, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
De Hoge Raad heeft in twee arresten van 20 december 2016 (zie ECLI:NL:HR:2016:2889) het beoordelingskader bij oplichting samengevat. Daarin wordt uiteengezet dat de wetgever niet heeft beoogd elke vorm van bedrog strafbaar te stellen. Waar het oplichting betreft, is van belang dat de wetgever naast oplichting ook nog enkele andere vormen van bedrog heeft strafbaar gesteld. Voor de beoordeling van deze zaak is van belang dat ook niet ambtelijke omkoping door de wetgever strafbaar is gesteld. Dat feit is ook aan verdachte ten laste gelegd.
Uit de aparte strafbaarstelling van omkoping naast oplichting kan worden afgeleid dat niet in alle gevallen van omkoping ook sprake is van oplichting. Onder omstandigheden kan echter sprake zijn van samenloop.
Tegen deze achtergrond worden de ten laste gelegde oplichtingsmiddelen beoordeeld.
[verdachte] was niet werkzaam voor SNSPF. Een aantal verwijten in de tenlastelegging is om die reden slechts denkbaar in de vorm van medeplegen met hetzij [medeverdachte 2] , hetzij [medeverdachte 1] . In het kader van deze strafzaak had hij, behalve met de door hem aangebrachte externen, slechts contact met [medeverdachte 2] . Niet is komen vast te staan dat hij op de hoogte was van de strafbare betrokkenheid van [medeverdachte 1] bij het aan hem ten laste gelegde.
Het eerste verwijt betreft het zich in strijd met de waarheid voordoen als iemand die (enkel) de belangen van SNS zal behartigen. Dit verwijt komt er in feite op neer dat verdachte of een mededader zich ten onrechte heeft voorgedaan als lasthebber te goeder trouw. Dat kan als oplichtingmiddel worden aangemerkt als dat berust op voldoende specifieke gedragingen die in de desbetreffende context erop zijn gericht bij het beoogde slachtoffer een onjuiste voorstelling van zaken in het leven te roepen teneinde daarvan misbruik te maken. Bijvoorbeeld het gebruik maken van een in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk vast patroon. Daarvan is geen sprake. Het eerste verwijt kan niet als oplichtingsmiddel worden aangemerkt.
Hetzelfde geldt voor het tweede, het derde, het vierde en het zesde verwijt, het verhullen en verzwijgen van de vergoeding die werd betaald aan [medeverdachte 1] voor detachering of bemiddeling. Weliswaar werd de aard van de vergoedingen verhuld door onjuiste omschrijvingen op de facturen, maar deze facturen werden niet gebruikt jegens SNS en hebben ook geen rol gespeeld bij het aangaan en nakomen van de overeenkomsten met opdrachtnemers. Het enkele verzwijgen is onvoldoende om aan te merken als oplichtingsmiddel.
Het vijfde verwijt betreft het presenteren van een benchmarkonderzoek naar de hoogte van gebruikelijke in de markt te betalen uurtarieven. Het zevende verwijt is het voorwenden dat de betaalde uurvergoeding noodzakelijk was voor het werven/behouden van opdrachtnemers.
Op basis van het dossier kan vastgesteld worden:
- 1.
dat aan de geworven externen hoge uurtarieven werden betaald;
- 2.
dat niet is komen vast te staan dat de door diverse opdrachtnemers aan SNSPF in rekening gebrachte tarieven hoger waren dan in de markt gebruikelijk. Daarnaast zijn ook door niet bij de “retourbetalingen” betrokken bij SNSPF werkzame externen vergelijkbare tarieven in rekening gebracht;
- 3.
dat daarnaast ook tariefsverhogingen en contractverlengingen zijn overeengekomen met het oog op de door SNSPF gewenste binding van essentieel personeel.
Er kan dan ook niet worden vastgesteld dat SNSPF door het voorstellen van deze tarieven is bewogen tot het aangaan van overeenkomsten met de opdrachtnemers en het uitvoering geven aan die overeenkomsten door de betalingen aan de opdrachtnemers. Door het openbaar ministerie is nog aangevoerd dat SNSPF geen verplichtingen (onder die voorwaarden/met die tarieven) zou zijn aangegaan indien zij op de hoogte zou zijn geweest van de zogenoemde kickbacks. Voor zover dit al juist zou zijn, komt het verwijt er in dat geval in de kern op neer dat die kickbacks zijn verzwegen. Zoals eerder opgemerkt is dat onvoldoende voor oplichting. Daarnaast is niet gebleken dat verdachte betrokken is geweest bij het opmaken en presenteren bij SNSPF van het benchmarkonderzoek.
Ook in samenhang met elkaar zijn de gemaakte verwijten onvoldoende om aangemerkt te worden als oplichtingsmiddelen zoals bedoeld in artikel 326 Sr. Evenmin kan worden bewezen dat door de ten laste gelegde middelen SNSPF is bewogen tot het afgeven van gelden of het aangaan van overeenkomsten. Verdachte zal worden vrijgesproken van het plegen van oplichting.
5.2.
Verduistering (feit 1 subsidiair)
Voor de bewezenverklaring van verduistering is vereist dat bewezen kan worden dat verdachte (samen met de medeverdachten) zich de genoemde geldbedragen wederechtelijk heeft toegeëigend. De uitbetaling van de uurtarieven is conform de onderliggende overeenkomsten van opdracht gebeurd. Er is dan ook geen sprake van wederrechtelijke toe-eigening van (een deel van) de overeengekomen vergoeding voor geleverde werkzaamheden nu niet kan worden bewezen dat betrokkenen hier geen recht op hadden.
5.3
Passieve niet ambtelijke omkoping (feit 2)
Aan verdachte is ten laste gelegd dat [medeverdachte 2] zich niet-ambtelijk heeft laten omkopen door [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] , [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] en dat verdachte dit feit met hem heeft medegepleegd (feit 2).
De verdediging heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde medeplegen. Daarmee valt verdachte niet onder de reikwijdte van artikel 328ter van het Wetboek van Strafrecht, omdat hij niet als lasthebber van SNSPF kan worden aangemerkt. Voorts heeft de verdediging aangegeven dat [medeverdachte 2] niet vanuit zijn last heeft gehandeld.
Het hof merkt allereerst op dat artikel 328ter van het Wetboek van Strafrecht een zogenoemd kwaliteitsdelict betreft: slechts degene die in dienstbetrekking werkzaam is of optreedt als lasthebber valt onder de reikwijdte van dit artikel. Uit vaste jurisprudentie volgt echter dat ook de medepleger die deze kwaliteit mist een kwaliteitsdelict kan plegen wanneer zijn mededader wel over deze kwaliteit beschikt (ECLI:NL:HR:2006:AU9096). Hoewel [verdachte] niet werkzaam was bij SNSPF, kan hij dus als medepleger van [medeverdachte 2] wel onder de reikwijdte van dit artikel vallen.
Het hof is van oordeel dat [medeverdachte 2] weliswaar werkzaam was voor SNSPF en de in de tenlastelegging genoemde bedragen heeft ontvangen, maar uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting heeft het hof niet de overtuiging verkregen dat hij deze geldbedragen heeft ontvangen in het kader van de uitvoering van zijn last. Nu [medeverdachte 2] aldus geen strafbaar feit heeft gepleegd, kan verdachte ook niet als medepleger onder de reikwijdte van dit artikel vallen. Verdachte dient daarom van dit feit te worden vrijgesproken.
5.4.
Actieve niet ambtelijke omkoping (feit 3)
Aan [verdachte] is ten laste gelegd dat hij samen met een ander [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] heeft omgekocht met het geld dat hij ontving van [betrokkene 2] en [betrokkene 3] (feit 3).
Het hof is van oordeel dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] weliswaar werkzaam waren voor SNSPF en de in de tenlastelegging genoemde bedragen hebben ontvangen, maar uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting heeft het hof niet de overtuiging verkregen dat zij deze geldbedragen hebben ontvangen in het kader van de uitvoering van hun last. Verdachte dient daarom van het ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
6. Overweging met betrekking tot het bewijs
6.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen te verklaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak van alle feiten bepleit.
6.3
Het oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het ten laste gelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt daarbij in het bijzonder het volgende.
Het hof kan zich vinden in de navolgende overwegingen die de rechtbank in haar vonnis met betrekking tot het bewijs heeft opgenomen en hieronder cursief zijn weergegeven. Het hof neemt die overwegingen over en maakt die tot de zijne.
6.3.1
Bewijsmiddelen1.
[medeverdachte 2] is sinds 2005 enig aandeelhouder2. en bestuurder3. van [bedrijf 1] , welke vennootschap enig aandeelhoudster en bestuurster is van [bedrijf 2]4., beide gevestigd te Haren (hierna respectievelijk: [bedrijf 1] en [bedrijf 2] ).
[bedrijf 3] (hierna: [bedrijf 3] ) is op verzoek van [medeverdachte 2] opgericht eind 2010/begin 2011. [bedrijf 3] is gevestigd te Curaçao5. en [medeverdachte 2] is gemachtigd tot de bankrekeningen van [bedrijf 3] .6.
[medeverdachte 2] is vanaf maart 2010 werkzaam geweest bij SNSPF.
(…)
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij in het vierde kwartaal van 2010 wist dat [medeverdachte 2] afspraken had gemaakt met andere externen en betalingen van hen ontving.7. Ook vond er een aantal verrekeningen plaats met andere mensen, waaronder [verdachte] .8.
(…)
[verdachte] [bedrijf 4] (hierna: [bedrijf 4] ) is het bedrijf van de dochter van [verdachte] , waarvan hij feitelijk leidinggevende en algemeen tekenbevoegd is.9. [bedrijf 4] is gevestigd te Praag, Tsjechië.10.
[verdachte] heeft verklaard dat een aantal mensen via hem bij SNSPF is gaan werken. Toen [medeverdachte 2] hem vroeg of hij nog mensen kende, heeft [verdachte] [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] aanbevolen. [medeverdachte 2] zei dat hij bij de inbreng van deze mensen wilde verdienen en zei dat [verdachte] er ook aan kon verdienen. Via [medeverdachte 4] heeft [verdachte] cv’s doorgestuurd van [betrokkene 2] en [betrokkene 3] . Ook [betrokkene 1] heeft hij aanbevolen. [verdachte] stuurde de cv’s door naar [medeverdachte 2] voor een introductie bij SNSPF. [verdachte] kreeg een vergoeding voor het aanbrengen van deze externen, een bedrag per door de jongens gewerkt uur. Bij [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [betrokkene 1] was dat € 25,- per uur, bij [betrokkene 2] en [betrokkene 3] was dat bedrag wat lager. De betalingen liepen via [medeverdachte 2] . De verdeling van de betaling van [betrokkene 2] en [betrokkene 3] met [medeverdachte 4] heeft hij besproken met [medeverdachte 2] . [verdachte] heeft niet met [medeverdachte 2] besproken of SNS van de afspraken wist.
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat er personen door bemiddeling van [verdachte] bij SNSPF zijn gekomen. Met deze personen is door [verdachte] een bemiddelingsfee afgesproken, die verdeeld werd onder hem, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] .11. [medeverdachte 2] heeft met [verdachte] afspraken gemaakt over het aanbrengen van mensen. [verdachte] zou een deel van het tarief krijgen dat de aangenomen mensen zouden betalen.12. [medeverdachte 2] gaf aan [verdachte] door wat gefactureerd kon worden. [verdachte] stuurde dan een factuur vanuit [bedrijf 4] in Tsjechië naar [bedrijf 2] of [bedrijf 1] .13. [verdachte] kreeg een deel van de bemiddelingsfee van [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] , [betrokkene 2] , [betrokkene 3] , en [betrokkene 1] .14. [medeverdachte 2] heeft hierover, buiten [medeverdachte 1] , niemand binnen SNSPF ingelicht.15.
Voor het ontvangen van de betalingen maakte [verdachte] maandelijks een factuur op op naam van [bedrijf 4] . [medeverdachte 2] gaf aan hem door hoeveel hij kon factureren. De factuur verzond [verdachte] naar [medeverdachte 2] . [verdachte] heeft alle facturen zelf opgemaakt vanuit huis (de rechtbank begrijpt: te Haren). De omschrijving op de facturen heeft hij zelf bedacht. Fysiek heeft hij geen werkzaamheden verricht voor Sebastivier. Hij heeft het format van de facturen aangepast zodat deze opgenomen konden worden in de administratie van [bedrijf 4] . De gefactureerde bedragen heeft hij ontvangen, deels op de rekening van [bedrijf 4] en deels op zijn eigen rekening.
In de periode van 3 december 2010 tot en met 9 februari 2013 is door [bedrijf 4] een totaalbedrag van € 324.927,15 (exclusief btw) gefactureerd aan [bedrijf 1] en [bedrijf 2] . Deze facturen zijn in de periode van 22 november 2010 tot en met 8 februari 2013 voldaan, te weten een bedrag van € 187.429,64 door [bedrijf 1] en een bedrag van € 137.497,51 door [bedrijf 2] .16.
6.3.2
Valsheid in geschrifte
De rechtbank heeft met betrekking tot de valsheid in geschrift in het bijzonder het volgende overwogen waarbij het hof zich aansluit:
De rechtbank is van oordeel dat alle hiervoor besproken facturen, opgenomen in het bewijsoverzicht Bijlage II, (door het hof als bijlage 3 bij dit arrest gevoegd) valselijk zijn opgemaakt. Daarbij is van belang dat de facturen volgens de verdachten betrekking hadden op de betaling voor de onderling gemaakte afspraken. Anders dan de omschrijvingen op de facturen suggereren, werden met de facturen dan ook geen adviezen of andere werkzaamheden in rekening gebracht. Aan de hand van de omschrijving op de facturen kan dus niet worden afgeleid op welke onderliggende afspraken en betalingen de facturen in werkelijkheid betrekking hadden. De facturen zijn opgemaakt ten behoeve van de verzwegen omkoping en de bijbehorende betaalstroom en zijn bedoeld om deze betalingen een titel te verschaffen. Met de opgenomen valse omschrijvingen is de werkelijke aard van deze betaalstroom verhuld.
Ook ten tijde van het opmaken van de facturen door [verdachte] had hij wetenschap van de aard van de betalingen waarop deze facturen betrekking hadden en hij had daarmee ten minste voorwaardelijk opzet op de valsheid hiervan. Hij heeft de aanmerkelijke kans op de valsheid van deze facturen willens en wetens aanvaard.
Daarbij komt dat door de manier van factureren de suggestie wordt gewekt van een niet bestaande rechtsverhouding. Immers, gefactureerd is tussen de vennootschappen van [verdachte] en [medeverdachte 2] terwijl de betalingsafspraak is gemaakt tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] en [verdachte] . Ook wat betreft deze valsheid had [verdachte] wetenschap en ten minste voorwaardelijk opzet.
Bewijsbestemming als waren de facturen echt en onvervalst
De verdediging heeft ook betoogd dat geen sprake is geweest van een oogmerk om de facturen als echt en onvervalst te gebruiken. De facturen zijn wel gebruikt, maar de ontvanger is hierdoor niet misleid aangezien het zowel voor de opsteller als de geadresseerde duidelijk was waar de facturen op zagen.
De rechtbank overweegt hierover als volgt. Het oogmerk van de verdachte moet zijn gericht op het gebruik van het valse of vervalste geschift als echt en onvervalst. Dit impliceert een gerichtheid op misleiding. Dit betekent dat er derden in het spel moeten zijn, die niet van de valsheid op de hoogte zijn. Het gebruik van het geschrift hoeft niet daadwerkelijk plaats te vinden. Het verweer van de verdediging wordt verworpen, nu facturen naar hun aard reeds in het maatschappelijk verkeer (ook jegens derden) een bewijsbestemming hebben. Bovendien zijn de facturen in dit geval ook nog opgenomen in de bedrijfsadministratie(s) waarmee temeer vast staat dat de facturen bestemd waren voor het gebruik door derden -anderen dan de geadresseerden- als waren zij echt en onvervalst, bijvoorbeeld de fiscus en/of accountants (ECLI:NL:GHAMS:2015:1212). De rechtbank acht dan ook bewezen dat de facturen valselijk zijn opgemaakt met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te (doen) gebruiken. Ook hebben de betalers deze door anderen opgemaakte valse facturen voorhanden gehad, terwijl zij wisten dat deze geschriften een zodanige bewijsbestemming hadden.
Anders dan de rechtbank acht het hof het medeplegen niet wettig en overtuigend bewezen.
Het hof vindt daartoe aansluiting in het arrest van de Hoge Raad van 18 december 2012 waarin is overwogen:
"Het Hof heeft geoordeeld dat de verdachte het strafbare feit heeft gepleegd tezamen en in vereniging met de rechtspersoon [A] doordat het door hem begane strafbare feit tevens aan die rechtspersoon kan worden toegerekend op de grond dat hij als "feitelijk bestuurder" van [A] moet worden aangemerkt. Aldus heeft het Hof miskend dat de enkele omstandigheid dat de verboden gedraging van de verdachte aan de rechtspersoon kan worden toegerekend, niet kan meebrengen dat de verdachte het strafbare feit tezamen met de rechtspersoon heeft medegepleegd."
Conclusie
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben en het opmaken van valse facturen nu door de facturerende vennootschap geen adviesdiensten zijn verricht ten behoeve van de geadresseerde vennootschap.
6.3.3 .
Gewoontewitwassen
Aan verdachte is onder feit 5 ten laste gelegd dat hij geldbedragen heeft witgewassen door - kort weergegeven):
a. de werkelijke aard en/of herkomst van die gelden te verbergen of te verhullen en
b. die geldbedragen te verwerven, voorhanden te hebben, over te dragen of gebruik te maken van die geldbedragen.
De advocaat-generaal acht de beide ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
De verdediging heeft betoogd dat noch van een gronddelict noch van verhullen sprake is geweest, zodat verdachte dient te worden vrijgesproken.
6.3.3.1 Oordeel hof
Het hof acht bewezen dat verdachte geldbedragen heeft witgewassen doordat hij deze geldbedragen heeft verworven en voorhanden heeft gehad.
Ad a.
Het hof stelt voorop dat noch de tekst van artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht noch de wetsgeschiedenis eraan in de weg staat dat iemand die een in die bepaling omschreven gedraging verricht ten aanzien van een voorwerp dat afkomstig is uit enig door hemzelf begaan misdrijf, wordt veroordeeld wegens witwassen. Dit betekent niet dat elke gedraging die in artikel 420bis, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht is omschreven, onder alle omstandigheden de kwalificatie witwassen rechtvaardigt.
Uit de wetsgeschiedenis volgt dat ook in het geval het witwassen de opbrengsten van eigen misdrijf betreft, van de witwasser in beginsel een handeling wordt gevergd die erop is gericht "om zijn criminele opbrengsten veilig te stellen". Gelet hierop moet worden aangenomen dat indien vaststaat dat het enkele verwerven of voorhanden hebben door de verdachte van een voorwerp dat afkomstig is uit een door hemzelf begaan misdrijf niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp, die gedraging niet als witwassen kan worden gekwalificeerd.
Er moet dus sprake zijn van een gedraging die meer omvat dan het enkele verwerven of voorhanden hebben en die een op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat door eigen misdrijf verkregen voorwerp gericht karakter heeft
Het hof stelt vast dat verdachte gedurende de ten laste gelegde periode geldbedragen van circa € 324.927,15 (exclusief btw)17.heeft ontvangen, waarvan € 244.555,- op de bankrekening van [bedrijf 4] ( een Tsjechische vennootschap van zijn dochter) is ontvangen en € 120.372,- op en bankrekening van verdachte is ontvangen18.Verdachte heeft deze bedragen door middel van valsheid in geschrift verkregen. Het hof is daarbij van oordeel dat het opmaken en versturen van de valse facturen om de geldbedragen te verkrijgen het gronddelict is en die facturen zijn gebruikt om de geldbedragen te verkrijgen en merkt het opmaken en versturen van die facturen niet aan als verhullende handeling zoals bedoeld in artikel 420 bis van het Wetboek van Strafrecht
Ad b.
Verdachte heeft verklaard dat hij een rekening-courant verhouding heeft met [bedrijf 4] encirca € 70.000,- à 80.000,- in rekening courant heeft opgenomen. De overige geldbedragen die bij [bedrijf 4] zijn binnengekomen zijn grotendeels geïnvesteerd. Ten aanzien van de geldbedragen die verdachte op zijn bankrekening heeft ontvangen, heeft hij verklaard dat een gedeelte van deze geldbedragen is geïnvesteerd in zijn activiteiten als financieel adviseur en dat hij voor het overige van die bedragen leefde.19.
Naar het oordeel van het hof is het in rekening courant opgenomen bedrag – middellijk – afkomstig van het door verdachte gepleegde valsheid in geschrift. Immers zijn de geldbedragen op de rekening van [bedrijf 4] binnengekomen en daarna overgemaakt op de rekening courant van verdachte. Dit brengt met zich mee dat er geen grond is de hierboven bedoelde rechtsregels toe te passen, nu het automatisme dat deze rechtsregels beogen tegen te gaan, zich in dit geval niet voordoet, zodat deze gedraging van verdachte met betrekking tot genoemde geldbedragen als witwassen kan worden gekwalificeerd.
Verdachte heeft de overige gelden die bij [bedrijf 4] zijn binnengekomen geïnvesteerd. Verder heeft hij de geldbedragen die op zijn bankrekening zijn binnengekomen deels geïnvesteerd in zijn activiteiten als financieel adviseur en voor het overige heeft hij er van geleefd. Het op de rekening van [bedrijf 4] en verdachte binnengekomen geld is zodoende gebruikt en is daarmee in het financiële en economische verkeer gebracht.
Pleegperiode en gewoonte
Witwassen moet worden beschouwd als een voortdurend delict. Dit brengt mee dat de pleegperiode doorloopt zolang de verdachten ten aanzien van deze geldbedragen nog steeds witwashandelingen verrichten (ECLI:NL:HR:2014:956). Dat deze handelingen nog altijd voortduren of worden verricht kan echter aan de hand van het dossier niet worden vastgesteld. Het specifieke moment waarop zij -bijvoorbeeld door gebruik- niet meer over de geldbedragen konden beschikken, is niet vast te stellen aan de hand van het dossier. Als eindpunt van de periode gaat het hof uit van de datum van de dagvaarding in eerste aanleg.
Het hof is ten slotte van oordeel dat, gelet op de bewezen verklaarde periode, de hoeveelheid witgewassen geldbedragen en de verschillende verrichte witwashandelingen, de verdachte van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Anders dan de rechtbank acht het hof, onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 18 december 201220.het medeplegen met de vennootschap niet wettig en overtuigend bewezen.
Conclusie
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen.
6.3.4
deelnemen aan een criminele organisatie. (feit 6)
De rechtbank heeft met betrekking tot het deelnemen aan een criminele organisatie in het bijzonder het volgende overwogen waarbij het hof zich aansluit:
Criminele organisatie
De rechtbank overweegt allereerst dat met een criminele organisatie ex artikel 140 Sr wordt bedoeld een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband van twee of meer personen met als oogmerk het plegen van misdrijven. Niet is vereist dat de betrokkenen bekend zijn met alle personen die deel uitmaken van de organisatie. Verdachten moeten een aandeel hebben in het samenwerkingsverband, dan wel de gedragingen ondersteunen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Voor opzettelijke deelneming is voldoende dat verdachten in algemene zin weten dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. Ook rechtspersonen kunnen deelnemen aan een criminele organisatie.
Deelneming niveau 2
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de gebezigde bewijsmiddelen, in niveau 2 sprake is geweest van een gestructureerd samenwerkingsverband, opgericht en geleid door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Het oogmerk van de organisatie was gericht op de passieve en actieve niet-ambtelijke omkoping, de hiermee samenhangende valsheid in geschrift en het gewoontewitwassen. [verdachte] heeft niet alleen wetenschap gehad van het oogmerk van de organisatie maar hij heeft ook een aandeel gehad in de gedragingen die strekken tot verwezenlijking hiervan.
[verdachte] heeft een substantieel aandeel gehad in en ondersteuning gegeven aan gedragingen strekkende tot uitvoering van het oogmerk van de organisatie. Hij was samen met [medeverdachte 2] betrokken bij de aanstelling van andere verdachten bij SNSPF. [verdachte] zorgde voor de introductie bij [medeverdachte 2] , [medeverdachte 2] zorgde voor de introductie bij SNSPF. Hiervoor is door de medeverdachten een fee betaald die werd verdeeld tussen (onder meer) [verdachte] en [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] heeft alle gelden geïnd en verdeeld. [verdachte] heeft hiertoe een grote hoeveelheid facturen opgemaakt. Daarnaast is een vergelijkbare constructie opgezet met [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] en gingen zij meedelen toen [medeverdachte 4] ook twee mensen aanbracht. Ook had [verdachte] wetenschap van de betrokkenheid en het verrichte aandeel van de door hem en door anderen gebruikte vennootschappen bij de organisatie en haar oogmerk. Niemand heeft de betaalstromen gemeld bij SNS(PF). Het samenwerkingsverband heeft hierdoor onafgebroken en gedurende een langere periode kunnen bestaan, terwijl het aantal medewerkers van SNSPF dat bij de betalingen betrokken raakte toenam.
Conclusie
Het hof concludeert dat [verdachte] heeft deelgenomen aan een criminele organisatie bestaande uit de in de bewezenverklaring nader te noemen verdachten en hun vennootschappen.
7. Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 4, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan.
De volledige bewezenverklaring is opgenomen in bijlage 2 van dit arrest.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
8. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 4 bewezen verklaarde levert op:
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
Het onder 5 bewezen verklaarde levert op:gewoontewitwassen
Het onder 6 bewezen verklaarde levert op:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
9. Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
10. Oplegging van straf en/of maatregel
10.1
De rechtbank heeft verdachte vrijgesproken van het onder feit 1 primair en 1 subsidiair ten laste gelegde en verdachte ten aanzien van het onder 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden en een taakstraf voor de uur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis.
10.2
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte voor de feiten 1 tot en met 6 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden.
10.3
De verdediging heeft bepleit dat bij een strafoplegging rekening moet worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. In het bijzonder heeft de raadsvrouw gewezen op het feit dat verdachte geen strafrechtelijke documentatie heeft en op de media-aandacht voor deze zaak. De verdediging heeft aangegeven een gevangenisstraf buitenproportioneel te vinden en acht hoogstens een taakstraf passend.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte en zijn draagkracht, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft een aantal mensen aanbevolen bij SNSPF toen hij daar door [medeverdachte 2] naar werd gevraagd. Hij stuurde cv’s door naar [medeverdachte 2] voor de introductie van die mensen. Verdachte kreeg een vergoeding voor het aanbrengen van deze personen, een bedrag per door deze personen gewerkt uur. Aan verdachte is in totaal een bedrag van ruim € 320.000,- aan kickbackgelden overgemaakt. De onderling gemaakte afspraken werden door hen verzwegen tegenover SNSPF. Om te voorkomen dat de afspraken aan het licht zouden komen, zijn maar liefst achtentwintig valse facturen opgemaakt, waarmee de werkelijke aard van de betalingen werd verhuld.
[verdachte] heeft er samen met [medeverdachte 2] voor gezorgd dat steeds meer personen betrokken raakten bij deze afspraken. Het netwerk dat hierdoor ontstond, werd in stand gehouden doordat sprake was van een effectieve en gestructureerde samenwerking tussen de betrokken personen onderling.
Anders dan de rechtbank zoekt het hof, gelet op het samenstel van het bewezenverklaarde handelen van verdachte, aansluiting bij de oriëntatiepunten straftoemeting bij fraudezaken, vastgesteld door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS), die in geval van een benadelingsbedrag tussen de € 250.000,- en € 500.000,- uitgaat van een gevangenisstraf van twaalf (12) tot achttien (18) maanden,. Al naar gelang van specifieke factoren kan de op te leggen straf verzwaard of gematigd worden.
Gelet op het bovenstaande acht het hof in beginsel een gevangenisstraf op zijn plaats
Het hof houdt in strafmatigende zin rekening met het feit dat over deze zaak vele publicaties zijn verschenen, waarbij -onterecht- ook verbanden zijn gelegd tussen de nationalisatie van SNS en deze zaak. Mede doordat het strafproces geruime tijd heeft geduurd, hebben de verdachten veel nadeel ondervonden van deze negatieve publiciteit.
Daarnaast houdt het hof rekening met de EVR-procedure, waardoor verdachte gedurende meerdere jaren staat geregistreerd in het Extern Verwijzingsregister. Hoewel het gelet op de bewezen verklaarde feiten alleszins logisch is dat deze procedure is gevolgd, heeft de EVR-registratie wel grote gevolgen voor het vinden van een baan door verdachte in de toekomst
Voorts overweegt het hof dat de rol van verdachte in het circuit van de kickbackbetalingen van een aanmerkelijk beperktere omvang was dan die van de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Het hof vindt hierin de reden om af te zien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Wel zal het hof aan verdachte, naast een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf een geldboete opleggen. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat verdachte de kickback betalingen ontving op de rekening van een Tsjechische rechtspersoon ten name van zijn dochter om te voorkomen dat op dat geld in Nederland beslag zou kunnen worden gelegd door (potentiële) schuldeisers.
Tot slot houdt het hof rekening met het uittreksel justitiële documentatie waaruit blijkt dat verdachte niet eerder veroordeeld is voor soortgelijke delicten.
Het hof acht, gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden en het feit dat minder feiten bewezen zijn verklaard dan door de advocaat-generaal is gevorderd, het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden voorwaardelijk met en proeftijd voor de duur van 2 jaren, een taakstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis en daarnaast een geldboete van € 100.000,- passend en geboden.
11. Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 4, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 4, 5 en 6 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden.
Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 100.000,- (honderdduizend euro), bij niet betaling te vervangen door 365 (driehonderdvijfenzestig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. G. Dam, voorzitter,
mr. R. de Groot en mr. P.L.M van Gorkom, raadsheren,
in tegenwoordigheid van B.J. Berendsen en mr. G.W. Jansink, griffiers,
en op 6 juni 2018 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Bijlage 1: De tenlastelegging
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
1 primair (niveau 2):
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 september
2010 tot en met 23 januari 2013 te Leusden en/of Utrecht en/of Hilversum en/of
Haren (Groningen) en/of Amsterdam en/of Groningen en/of Sneek, in elk geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, SNS Property Finance BV (met ingang van 1
januari 2014 genaamd Propertize BV) en/of SNS Reaal NV heeft/hebben bewogen
tot de afgifte(n) van een of meer geldbedragen, te weten in totaal circa Euro
1.210.486,20, (exclusief btw) (bestaande uit circa Euro 184.940,- (exclusief
btw) en/of circa Euro 276.787,50 (exclusief btw) en/of circa Euro 289.908,75
(exclusief btw) en/of circa Euro 282.862,50 (exclusief btw) en/of Euro
175.987,50 (exclusief btw): zie o.a. AH-042 en/of AH-064 en/of AH-067 en/of
AH-068 en/of AH-069 en/of AH-070), in elk geval van enig(e)
geldbedrag(en),
en/of
heeft/hebben bewogen tot het aangaan van een of meer schuld(en), te weten het
sluiten/aangaan van een of meer (aanvullende) overeenkomst(en) van opdracht
met [betrokkene 1] en/of zijn bedrijf [bedrijf 5] (zie: D-0311)
en/of
met [medeverdachte 4] en/of zijn bedrijf [bedrijf 6] (zie: D-0314)
en/of
met [medeverdachte 3] en/of zijn bedrijf [bedrijf 7] (zie: D-0315)
en/of
met [betrokkene 2] en/of zijn bedrijf [bedrijf 8] (thans genaamd Avigliana BV)
(zie: D-0316)
en/of
met [betrokkene 3] en/of zijn bedrijf [bedrijf 8] (thans genaamd Avigliana
BV) (zie: D-0317)
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk -
zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of
bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
aan SNS Porperty Finance BV en/of SNS Reaal NV voorgehouden en/of (in strijd
met de werkelijkheid) de indruk gewekt (enkel) de belangen van SNS Property
Finance BV en/of SNS Reaal NV te zullen behartigen
en/of
tegenover SNS Property Finance BV en/of SNS Reaal NV verzwegen en/of verborgen
gehouden en/of verhuld dat er met betrekking tot de (overeengekomen en/of
gefactureerde) vergoeding(en) voor het verrichten van werkzaamheden ten
behoeve van SNS Property Finance BV en/of SNS Reaal NV door [betrokkene 1]
(en/of zijn bedrijf) en/of [medeverdachte 4] (en/of zijn bedrijf) en/of [medeverdachte 3]
(en/of zijn bedrijf) en/of [betrokkene 2] (en/of zijn bedrijf) en/of
[betrokkene 3] (en/of zijn bedrijf), die door hem, verdachte, en/of [medeverdachte 2]
en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] was/waren aangedragen en/of
voorgedragen en/of gecontracteerd, een (verborgen of verzwegen) vergoeding
en/of betaling aan hem, verdachte, en/of zijn bedrijf en/of [medeverdachte 2] en/of
zijn bedrij(f)(ven) en/of [medeverdachte 1] en/of zijn bedrij(f)(ven) en/of [medeverdachte 4]
en/of zijn bedrijf en/of [medeverdachte 3] en/of zijn bedrijf was
inbegrepen en/of overeengekomen
en/of
tegenover SNS Property Finance BV en/of SNS Reaal NV verzwegen en/of verborgen
gehouden en/of verhuld dat door [betrokkene 1] (en/of zijn bedrijf) en/of [medeverdachte 4]
(en/of zijn bedrijf) en/of [medeverdachte 3] (en/of zijn bedrijf) en/of
[betrokkene 2] (en/of zijn bedrijf) en/of [betrokkene 3] (en/of zijn bedrijf)
(substantiële) betalingen zouden worden verricht en/of zijn verricht aan P.
[medeverdachte 2] en/of zijn bedrij(f)(ven)
en/of
tegenover SNS Property Finance BV en/of SNS Reaal NV verzwegen en/of verborgen
gehouden en/of verhuld dat door [medeverdachte 2] (en/of zijn bedrij(f)(ven))
(substantiële) betalingen zouden worden verricht en/of zijn verricht aan en/of
verrekeningen zouden worden verricht en/of zijn verricht met [medeverdachte 1]
en/of zijn bedrij(f)(ven) en/of met hem, verdachte, en/of zijn bedrijf en/of
[medeverdachte 4] en/of zijn bedrijf en/of [medeverdachte 3] en/of zijn bedrijf
en/of
(daarbij) ter onderbouwing en/of rechtvaardiging van de hoogte van de
(overeengekomen) vergoeding(en) met die [betrokkene 1] (en/of zijn bedrijf) en/of
die [medeverdachte 4] (en/of zijn bedrijf) en/of die [medeverdachte 3] (en/of zijn bedrijf)
en/of die [betrokkene 2] (en/of zijn bedrijf) en/of die [betrokkene 3] (en/of zijn bedrijf)
een (ondeugdelijk) benchmarkonderzoek (D-0254 en/of D-0255) ingebracht en/of
overgelegd en/of laten inbrengen en/of laten overleggen, (waaruit diende te
blijken dat de hoogte van die vergoeding(en) marktconform is/zijn/was/waren)
en/of
tegenover SNS Property Finance BV en/of SNS Reaal NV verzwegen en/of verborgen
gehouden en/of verhuld dat die [betrokkene 1] (en/of zijn bedrijf) en/of die
[medeverdachte 4] (en/of zijn bedrijf) en/of die [medeverdachte 3] (en/of zijn bedrijf) en/of
die [betrokkene 2] (en/of zijn bedrijf) en/of die [betrokkene 3] (en/of zijn bedrijf)
(feitelijk) via (een vorm van) detachering via [medeverdachte 2] en/of zijn
bedrij(f)(ven) en/of via [medeverdachte 1] en/of zijn bedrij(f)(ven) en/of via
hem, verdachte, en/of zijn bedrijf en/of via [medeverdachte 4] en/of zijn bedrijf
en/of via [medeverdachte 3] en/of zijn bedrijf werkzaamheden verrichtte(n) voor
SNS Property Finance BV en/of SNS Reaal NV,
en/of
tegenover SNS Property Finance BV en/of SNS Reaal NV voorgewend dat de
bovengenoemde (overeengekomen) vergoeding(en) nodig was/waren en/of (een)
zakelijke vergoeding(en) was/waren teneinde bovengenoemde personen (en/of
bedrijven) te kunnen werven en/of behouden ten behoeve van het verrichten van
werkzaamheden en/of diensten ten behoeven van de Restructuring &
Recovery-afdeling van SNS Property Finance BV
waardoor SNS Property Finance BV en/of SNS Reaal NV (telkens) werd bewogen tot
bovenomschreven afgifte(n) en/of werd bewogen tot het aangaan van
bovenomschreven schuld(en);
1 subsidiair (niveau 2)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 november 2010
tot en met 23 januari 2013 te Leusden en/of Utrecht en/of Hilversum, in elk
geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, opzettelijk een of meer grote hoeveelheden geld, te weten in
totaal circa Euro 1.210.486,20 (exclusief btw), in elk geval enig(e)
geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan SNS Property
Finance BV (met ingang van 1 januari 2014 genaamd Propertize BV) en/of SNS
Reaal NV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn
mededader(s), en welk(e) geldbedrag(en) verdachte en/of zijn mededader(s) uit
hoofde van de persoonlijke (dienst)betrekking van [medeverdachte 1] van/als
directieadviseur en/of lid van de directie en/of Chief Restructuring Officer
en/of Senior Strategisch Adviseur en/of consultant, in elk geval als
gedetacheerd leidinggevende bij SNS Property Finance BV (met ingang van 1
januari 2014 genaamd Propertize BV), in elk geval anders dan door misdrijf
onder zich had(den), (zich) wederrechtelijk heeft/hebben toegeëigend;
2 (niveau 2):
[medeverdachte 2] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11
november 2010 tot en met 28 februari 2013 te Groningen en/of Leusden en/of
Utrecht en/of Haren (Groningen) en/of Amsterdam en/of Sneek, in elk geval in
Nederland, anders dan als ambtenaar, werkzaam zijnde in dienstbetrekking bij
en/of optredend als lasthebber van SNS Property Finance BV (met ingang van 1
januari 2014 genaamd Propertize BV) en/of SNS Reaal NV (in de functie van
interim-manager en/of (daarbij) belast met het aansturen van nationale en
internationale equity participaties van SNSPF alsmede het behandelen van
andere door de Directie van SNSPF te bepalen dossiers en/of in de functie van
(tijdelijk) bestuurder en/of commissaris en/of Restructuring Medewerker, naar
aanleiding van hetgeen hij, die [medeverdachte 2] , in zijn betrekking en/of bij de
uitvoering van zijn last(en) heeft gedaan en/of nagelaten dan wel zal/zou doen
of nalaten, (telkens) een belofte, te weten de toezegging/instemming om een
vast gedeelte/bedrag per gewerkt/te declareren uur aan hem, [medeverdachte 2] (en/of
zijn bedrij(f)(ven)), te betalen en/of een of meer gift(en), te weten
de betaling van in totaal circa Euro 184.940,- (exclusief btw) door [betrokkene 1]
en/of zijn bedrijf (zie: o.a. AH-042 en/of AH-064)
en/of
de betaling van in totaal circa Euro 175.987,50 (exclusief btw) door [betrokkene 3]
en/of zijn bedrijf (zie: o.a. AH-042 en/of AH-070)
en/of
de betaling van in totaal circa Euro 282.862,50 (exclusief btw) door [betrokkene 2]
en/of zijn bedrijf (zie: o.a. AH-042 en/of AH-069)
en/of
de betaling van in totaal circa Euro 289.908,75 (exclusief btw) door [medeverdachte 3]
en/of zijn bedrijf (zie: o.a. AH-042 en/of AH-068)
en/of
de betaling van in totaal circa Euro 276.787,50 (exclusief btw) door [medeverdachte 4]
en/of zijn bedrijf (zie: o.a. AH-042 en/of AH-067)
heeft aangenomen en dit aannemen in strijd met de goede trouw (telkens) heeft
verzwegen tegenover zijn werkgever en/of lastgever,
welke bovenomschreven gedraging(en) door hem, verdachte, tezamen en in
vereniging met deze [medeverdachte 2] is/zijn medegepleegd;
3 (niveau 2):
hij in of omstreeks de periode van 29 november 2010 tot en met 26 januari 2013
te Haren (Groningen) en/of Amsterdam en/of Leusden en/of Groningen en/of
Utrecht en/of Enschede, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) aan iemand, die anders dan
als ambtenaar, te weten
[medeverdachte 3] , werkzaam in dienstbetrekking bij en/of optredend als
lasthebber van SNS Property Finance BV (met ingang van 1 januari 2014 genaamd
Propertize BV) en/of SNS Reaal NV (in de functie van Equity manager en/of
(daarbij) belast met het management van de nationale en internationale equity
posities van SNS PF en alle daaruit voortvloeiende werkzaamheden),
en/of
[medeverdachte 4] , werkzaam in dienstbetrekking bij en/of optredend als lasthebber
van SNS Property Finance BV (met ingang van 1 januari 2014 genaamd Propertize
BV) en/of SNS Reaal NV (in de functie van Equity manager en/of (daarbij)
belast met het management van de nationale en internationale equity posties
van SNS PF en alle daaruit voortvloeiende werkzaamheden),
naar aanleiding van hetgeen deze [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] in
dienstbetrekking en/of bij de uitvoering van diens/hun last heeft/hebben
gedaan en/of nagelaten dan wel zal/zullen doen of nalaten, (telkens) een
belofte, te weten de toezegging/instemming om een vast gedeelte/bedrag per
door [betrokkene 3] en/of [betrokkene 2] gewerkt/te declareren uur aan [medeverdachte 4]
en/of [medeverdachte 3] (en/of zijn/hun bedrij(f)(ven)) te betalen en/of een of
meer gift(en, in elk geval enig(e) geldbedrag(en)), te weten
de betaling van in totaal circa Euro 40.378,16 (exclusief btw) aan [medeverdachte 3]
en/of zijn bedrijf
en/of
de betaling van in totaal circa Euro 798,75 (exclusief btw) aan [medeverdachte 4]
en/of zijn bedrijf en/of een korting/verrekening van in totaal circa Euro
45.101,42 (exclusief btw) op/met het/de door [medeverdachte 4] te betalen resterende
en/of (nog) verschuldigde geldbedrag/omkoopgeld/kickback aan hem, verdachte,
en/of zijn mededader(s)
heeft gedaan van die aard en/of onder zodanige omstandigheden dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s) redelijkerwijs moest(en) aannemen dat die
[medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 4] deze belofte(n) en/of gift(en) in strijd
met de goede trouw zou/zouden/zal/zullen verzwijgen tegenover zijn/hun
werkgever en/of lastgever;
4 (niveau 2):
hij in of omstreeks de periode van 3 december 2010 tot en met 9 februari 2013
te Haren (Groningen), in elk geval in Nederland, en/of te Praag, in elk geval
in Tsjechië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen,
zestien (16), althans een of meer, factu(u)r(en) van hem, verdachte, en/of
[bedrijf 4] gericht aan [medeverdachte 2] en/of [bedrijf 1] ten bedrage
van in totaal circa Euro 187.429,64 (zonder btw) (te weten: D-0431 en/of
D-0204 en/of D-1160 en/of D-1161 en/of D-1162 en/of D-1163 en/of D-1164 en/of
D-1165 en/of D-1166 en/of D-1167 en/of D-1168 en/of D-0465 en/of D-0466 en/of
D-0467 en/of D-0468 en/of D-0469),
en/of
twaalf (12), althans een of meer, factu(u)r(en) van hem, verdachte, en/of
[bedrijf 4] gericht aan [medeverdachte 2] en/of [bedrijf 2] ten bedrage
van in totaal circa Euro 137.497,51 (zonder btw) (te weten: D-0470 en/of
D-0471 en/of D-0434 en/of D-0472 en/of D-0473 en/of D-0474 en/of D-0475 en/of
D-0476 en/of D-0477 en/of D-0478 en/of D-0479 en/of D-0432))
zijnde telkens (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van
enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken en/of laten
opmaken en/of vervalst en/of doen vervalsen en/of laten vervalsen, immers
heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) valselijk en/of in strijd
met de waarheid -zakelijk weergegeven-
op/in die factu(u)r(en) vermeld dat door hem, verdachte en/of [bedrijf 4]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "advisory and consultancy services")
zijn verricht ten behoeve van/voor [medeverdachte 2] en/of [bedrijf 1]
en/of [bedrijf 2] , terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of
diensten niet, althans niet in zijn geheel, door hem, verdachte, en/of
[bedrijf 4] zijn verricht ten behoeve van/voor [medeverdachte 2] en/of Sebastivier
Beheer BV en/of [bedrijf 2]
en/of (telkens)
op/in die factu(u)r(en) (een) factuurbedrag(en) vermeld dat/die in
werkelijkheid geen, althans niet volledig, betrekking heeft/hebben op de in
die factu(u)r(en) vermelde(n) werkzaamheden en/of diensten,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
5 (niveau 2):
hij in of omstreeks de periode van 22 november 2010 tot en met heden te Haren
(Groningen), en/of Leusden en/of Utrecht, in elk geval in Nederland, en/of te
Praag, in elk geval in Tsjechië, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, (van) één of meer voorwerp(en), te weten een of een
meer geldbedrag(en) tot een totaal bedrag van circa Euro 324.927,15 (zonder
btw) (zie: o.a. AH-042), bestaande uit
circa Euro 187.429,64 (zonder btw) (ontvangen (van [medeverdachte 2] ) op basis van
de factu(u)r(en) D-0431 en/of D-0204 en/of D-1160 en/of D-1161 en/of D-1162
en/of D-1163 en/of D-1164 en/of D-1165 en/of D-1166 en/of D-1167 en/of D-1168
en/of D-0465 en/of D-0466 en/of D-0467 en/of D-0468 en/of D-0469)
en/of
circa Euro 137.497,51 (zonder btw) (ontvangen (van [medeverdachte 2] ) op basis van
de factu(u)r(en) D-0470 en/of D-0471 en/of D-0434 en/of D-0472 en/of D-0473
en/of D-0474 en/of D-0475 en/of D-0476 en/of D-0477 en/of D-0478 en/of D-0479
en/of D-0432),
in elk geval enig(e) geldbedrag(en),
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding
en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen/verhuld en/of heeft/hebben
verborgen/verhuld wie de rechthebbende(n) op/het/de
voorwerp(en)/geldbedrag(en) was/waren en/of wie het/dat/die voorhanden
heeft/hebben gehad
en/of dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) voorhanden heeft/hebben gehad en/of
heeft/hebben verworven en/of heeft/hebben omgezet en/of heeft/hebben
overgedragen en/of van dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) gebruik
heeft/hebben gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), (telkens) wist(en) dat/die
voorwerp(en)/geldbedrag(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of
middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), daarvan een gewoonte
heeft/hebben gemaakt;
6 (niveau 2):
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2010 tot en met 4 maart 2013 te
Leusden en/of Sint-Michielsgestel en/of Hilversum en/of Utrecht en/of Haren
(Groningen) en/of Amsterdam en/of Groningen en/of Enschede, in elk geval in
Nederland en/of te Willemstad, in elk geval op Curaçao, en/of te Praag, in elk
geval in Tsjechië, opzettelijk heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten
een organisatieverband van natuurlijke personen en/of rechtspersonen,
bestaande uit o.a. hem, verdachte, en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]
en/of [medeverdachte 5] en/of [betrokkene 1] en/of [betrokkene 4] en/of [medeverdachte 6]
en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [bedrijf 9] (" [bedrijf 9]
") en/of [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of
[bedrijf 3] en/of [bedrijf 5] en/of [bedrijf 10]
en/of [bedrijf 11] en/of [bedrijf 7] en/of [bedrijf 12]
en/of [bedrijf 6] en/of [bedrijf 4] , welke organisatie
tot oogmerk heeft/had het plegen van misdrijven, namelijk onder meer
-oplichting van SNS Property Finance BV (met ingang van 1 januari 2014 genaamd
Propertize BV) en/of SNS Reaal NV (artikel 326 Wetboek van Strafrecht)
-verduistering in dienst betrekking bij SNS Property Finance BV en/of SNS
Reaal NV (artikel 321/322 Wetboek van Strafrecht)
-actieve en/of passieve niet-ambtelijke omkoping (artikel 328ter Wetboek van
Strafrecht)
-(gewoonte)witwassen (artikel 420bis/ter Wetboek van Strafrecht)
-valsheid in geschrifte (artikel 225 Wetboek van Strafrecht).
Bijlage 2: De bewezenverklaring
4 (niveau 2):
hij in of omstreeks de periode van 3 december 2010 tot en met 9 februari 2013
te Haren (Groningen), in elk geval in Nederland, en/of te Praag, in elk geval in Tsjechië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
zestien (16), althans een of meer, factu(u)r(en) van hem, verdachte, en/of [bedrijf 4] gericht aan [medeverdachte 2] en/of [bedrijf 1] ten bedrage van in totaal circa Euro 187.429,64 (exclusief btw)
(te weten: D-0431 en/of D-0204 en/of D-1160 en/of D-1161 en/of D-1162 en/ofD-1163 en/of D-1164 en/of D-1165 en/of D-1166 en/of D-1167 en/of D-1168 en/of D-0465 en/of D-0466 en/of D-0467 en/of D-0468 en/of D-0469),
en/of
twaalf (12), althans een of meer, factu(u)r(en) van hem, verdachte, en/of [bedrijf 4] gericht aan [medeverdachte 2] en/of [bedrijf 2] ten bedrage van in totaal circa Euro 137.497,51 (exclusief btw)
(te weten: D-0470 en/of D-0471 en/of D-0434 en/of D-0472 en/of D-0473 en/of
D-0474 en/of D-0475 en/of D-0476 en/of D-0477 en/of D-0478 en/of D-0479 en/of D-0432)
zijnde telkens (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van
enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken en/of laten opmaken en/of vervalst en/of doen vervalsen en/of laten vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid -zakelijk weergegeven-
op/in die factu(u)r(en) vermeld dat door hem, verdachte en/of [bedrijf 4] werkzaamheden en/of diensten (te weten: "advisory and consultancy services") zijn verricht ten behoeve van/voor [medeverdachte 2] en/of [bedrijf 1]
en/of [bedrijf 2] , terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn geheel, door hem, verdachte, en/of
[bedrijf 4] zijn verricht ten behoeve van/voor [medeverdachte 2] en/of [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2]
en/of (telkens)
op/in die factu(u)r(en) (een) factuurbedrag(en) vermeld dat/die in werkelijkheid geen, althans niet volledig, betrekking heeft/hebben op de in die factu(u)r(en) vermelde(n) werkzaamheden en/of diensten,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
5 (niveau 2):
hij in of omstreeks de periode van 22 november 2010 tot en met 30 oktober 2015 te Haren
(Groningen), en/of Leusden en/of Utrecht, in elk geval in Nederland, en/of te
Praag, in elk geval in Tsjechië, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, (van) één of meer voorwerp(en), te weten een of een
meer geldbedrag(en) tot een totaal bedrag van circa Euro 324.927,15 (zonder
btw) (zie: o.a. AH-042), bestaande uit
circa Euro 187.429,64 (zonder btw) (ontvangen (van [medeverdachte 2] ) op basis van
de factu(u)r(en) D-0431 en/of D-0204 en/of D-1160 en/of D-1161 en/of D-1162
en/of D-1163 en/of D-1164 en/of D-1165 en/of D-1166 en/of D-1167 en/of D-1168
en/of D-0465 en/of D-0466 en/of D-0467 en/of D-0468 en/of D-0469)
en/of
circa Euro 137.497,51 (zonder btw) (ontvangen (van [medeverdachte 2] ) op basis van
de factu(u)r(en) D-0470 en/of D-0471 en/of D-0434 en/of D-0472 en/of D-0473
en/of D-0474 en/of D-0475 en/of D-0476 en/of D-0477 en/of D-0478 en/of D-0479
en/of D-0432),
in elk geval enig(e) geldbedrag(en),
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding
en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen/verhuld en/of heeft/hebben
verborgen/verhuld wie de rechthebbende(n) op/het/de
voorwerp(en)/geldbedrag(en) was/waren en/of wie het/dat/die voorhanden
heeft/hebben gehad
en/of dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) voorhanden heeft/hebben gehad en/of
heeft/hebben verworven en/of heeft/hebben omgezet en/of heeft/hebben
overgedragen en/of van dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) gebruik
heeft/hebben gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), (telkens) wist(en) dat/die
voorwerp(en)/geldbedrag(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of
middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), daarvan een gewoonte
heeft/hebben gemaakt;
6 (niveau 2):
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2010 tot en met 4 maart 2013 te Leusden en/of Sint-Michielsgestel en/of Hilversum en/of Utrecht en/of Haren (Groningen) en/of Amsterdam en/of Groningen en/of Enschede, in elk geval in Nederland en/of te Willemstad, in elk geval op Curaçao, en/of te Praag, in elk geval in Tsjechië, opzettelijk heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten
een organisatieverband van natuurlijke personen en/of rechtspersonen,
bestaande uit o.a. hem, verdachte, en//of [medeverdachte 2]
en/of [medeverdachte 5] en/of [betrokkene 1] en/of [betrokkene 4] en/of [medeverdachte 6]
en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of of [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of /of [bedrijf 5] en/of [bedrijf 10] en/of [bedrijf 11] en/of [bedrijf 7] en/of [bedrijf 12] en/of [bedrijf 6] en/of [bedrijf 4] , welke organisatie tot oogmerk heeft/had het plegen van misdrijven, namelijk onder meer
-oplichting van SNS Property Finance BV (met ingang van 1 januari 2014 genaamd Propertize BV) en/of SNS Reaal NV (artikel 326 Wetboek van Strafrecht)
-verduistering in dienst betrekking bij SNS Property Finance BV en/of SNS Reaal NV (artikel 321/322 Wetboek van Strafrecht)
-actieve en/of passieve niet-ambtelijke omkoping (artikel 328ter Wetboek van Strafrecht)
-(gewoonte)witwassen (artikel 420bis/ter Wetboek van Strafrecht)
-valsheid in geschrift (artikel 225 Wetboek van Strafrecht);
Bijlage 3: bewijsmiddelenoverzicht facturen
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 06‑06‑2018
AH-020, pagina 2
D-1330
D-1330
V04-05, pagina 10
V04-05, pagina 11
V01-12, pagina 6
V01-10, pagina 4
V15-01, pagina 2
AH-042, pagina 27
V04-07, pagina 14
V04-05, pagina 6
V04-05, pagina 8
V04-05, pagina 9
V04-05, pagina 8
Bijlage II: bewijsmiddelenoverzicht facturen (door het hof als bijlage 3 genummerd)
Bijlage AH-042, bladzijde 4.
Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel betreffende [verdachte] , pagina 19
V15-03, pagina 3
Hoge Raad HR:2012:BX5140