Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag, nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten
Artikel XII [Voorkoming misbruik vrijstellingen]
Geldend
Geldend vanaf 23-08-1953
- Bronpublicatie:
19-06-1951, Trb. 1953, 10 (uitgifte: 27-01-1953, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
23-08-1953
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-07-1954, Trb. 1954, 81 (uitgifte: 01-01-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Elke vrijstelling of faciliteit van douanetechnische of van fiscale aard op grond van dit Verdrag verleend, is afhankelijk van de naleving van de bepalingen, welke de douane- of belastingautoriteiten van de Staat van verblijf ter voorkoming van misbruik noodzakelijk mochten achten.
2.
Dezelfde autoriteiten kunnen beslissen, dat in dit Verdrag voorziene vrijstellingen niet worden genoten bij de invoer van producten, welke zijn geoogst, voortgebracht of vervaardigd in de Staat van verblijf en van te voren zijn uitgevoerd met vrijstelling of met terugbetaling van de rechten en andere heffingen, welke verschuldigd zouden zijn geweest, indien die producten niet zouden zijn uitgevoerd. Deze bepaling is mede van toepassing op goederen, welke zijn uitgeslagen uit een entrepôt, indien de opslag in dat entrepôt als uitvoer is beschouwd.