Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.7a.59
Geldend
Geldend vanaf 05-01-2021. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, Stcrt. 2021, 568 (uitgifte: 04-01-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2020/143233)
- Inwerkingtreding
05-01-2021, terugwerkend tot: 01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-12-2020, Stcrt. 2021, 568 (uitgifte: 04-01-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2020/143233)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Eisen | Wijze van keuren | |
---|---|---|
1. | Het mistvoorlicht, het dimlicht, het groot licht en het stadslicht mogen naar voren niet anders dan wit of geel licht uitstralen. | Leden 1 tot en met 9: visuele controle, waarbij de desbetreffende lichten worden ingeschakeld. |
2. | De mistachterlichten mogen niet anders dan rood licht uitstralen. | |
3. | De parkeerlichten mogen naar voren niet anders dan wit licht en naar achteren niet anders dan rood licht uitstralen. Indien de parkeerlichten zijn samengebouwd met de richtingaanwijzers, mogen zij ambergeel licht uitstralen. | |
4. | De extra richtingaanwijzers en extra waarschuwingsknipperlichten, alsmede de zijrichtingaanwijzers, mogen naar voren niet anders dan ambergeel of wit licht uitstralen en naar achteren niet anders dan ambergeel of rood licht uitstralen. | |
5. | De zijmarkeringslichten mogen niet anders dan ambergeel licht uitstralen, met uitzondering van het achterste zijmarkeringslicht, dat ambergeel dan wel rood licht mag uitstralen. | |
6. | De markeringslichten en staaklichten mogen naar voren niet anders dan wit licht uitstralen en naar achteren niet anders dan rood licht uitstralen. | |
7. | De dagrijlichten, hoeklichten en bochtlichten mogen niet anders dan wit licht uitstralen. | |
8. | Het derde remlicht mag niet anders dan rood licht uitstralen. | |
9. | De achterkentekenplaatverlichting mag niet anders dan wit licht uitstralen en mag niet naar achteren uitstralen. |