Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.7a.53
Geldend
Geldend vanaf 05-01-2021. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, Stcrt. 2021, 568 (uitgifte: 04-01-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2020/143233)
- Inwerkingtreding
05-01-2021, terugwerkend tot: 01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-12-2020, Stcrt. 2021, 568 (uitgifte: 04-01-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2020/143233)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Eisen | Wijze van keuren | |
---|---|---|
1. | De dimlichten en stadslichten mogen niet anders dan wit of geel licht uitstralen. | Leden 1 tot en met 5: visuele controle, waarbij de desbetreffende lichten worden ingeschakeld. |
2. | De richtingaanwijzers en zijrichtingaanwijzers, alsmede de waarschuwingsknipperlichten mogen naar voren niet anders dan ambergeel of wit licht en naar achteren niet anders dan ambergeel of rood licht uitstralen. Zijrichtingaanwijzers mogen naar de zijkant niet anders dan ambergeel licht uitstralen. | |
3. | De achterlichten mogen niet anders dan rood licht uitstralen. | |
4. | De remlichten mogen niet anders dan rood of ambergeel licht uitstralen. | |
5. | De achterkentekenplaatverlichting mag niet anders dan wit stralen en mag niet naar achteren uitstralen. |