NJB 2021/292:Ontnemingsprocedure en de relevantie van verschuldigde belasting: ingevolge HR 17 februari 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD0947, geldt onder meer dat de strafrechter bij de bepaling van het aan voordeel in aanmerking te nemen bedrag geen rekening zal dienen te houden met de belastingheffing. Dit mechanisme berust op de veronderstelling dat het bedrag dat de betrokkene als wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden ontnomen ook bij die betrokkene in de belastingheffing is, of kan worden, betrokken. In casu is echter niet de betrokkene maar een B.V. vennootschapsbelasting verschuldigd. Het hof heeft in casu daarom niet begrijpelijk geoordeeld dat die bij de B.V. ontstane belastingschuld niet in aanmerking behoeft te worden genomen bij de schatting van het door de betrokkene verkregen wederrechtelijk voordeel