V-N 2018/8.15
Ontoereikende motivering inzake deelname aan btw-carrouselfraude. Verwijzing
HR 19-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:51, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 januari 2018
- Magistraten
Overgaauw, Punt, Van Loon, Van Kalmthout, Faase
- Zaaknummer
16/06245
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928220:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Bewijs
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Fiscaal procesrecht / Procesorde
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:51, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑02‑2017
- Wetingang
art. 9 en 15 Wet OB 1968; art. 28bis Richtlijn 77/388/EEG (6e Rl); post 6 Wet OB 1968 Tabel II letter A; art. 12 Uitv.besl. OB 1968
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het hof niet goed heeft gemotiveerd dat er in de carrousel 'ploffers' zaten. Op grond van de stukken van het geding is zonder nadere motivering niet duidelijk op welk onderdeel van het proces-verbaal van de FIOD-ECD het hof zijn oordeel heeft gebaseerd.
Samenvatting
Belanghebbende, X bv, handelt in mobiele telefoons. Volgens haar administratie heeft X bv in 2001 telefoons geleverd aan buitenlandse afnemers binnen de EU. In haar btw-aangiften past X bv op deze leveringen steeds het nultarief toe en ter zake van de voorbelasting verzoekt X bv om teruggaaf. In september 2002 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.