Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/7
Art. 81 lid 1 RO. Octooirecht. Onrechtmatige daad. Mededingingsrecht. Schikking met verplichting zich van beweerde octrooi-inbreuk te onthouden, later gevolgd door vordering tot nietigverklaring octrooi en schadevergoeding wegens onrechtmatige octrooihandhaving. Schade door handhaving of door schikking? Ongeldigheid schikking wegens strijd met art. 6 Mededingingswet?
HR 04-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:1939
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 december 2020
- Magistraten
Mrs. G. Snijders, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/03738
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1939, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:676, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 12‑06‑2020
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Octooirecht. Onrechtmatige daad. Mededingingsrecht. Schikking met verplichting zich van beweerde octrooi-inbreuk te onthouden, later gevolgd door vordering tot nietigverklaring octrooi en schadevergoeding wegens onrechtmatige octrooihandhaving. Schade door handhaving of door schikking? Ongeldigheid schikking wegens strijd met art. 6 Mededingingswet?
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 19/03738
Datum 4 december 2020
ARREST
In de zaak van
[eiser], handelende onder de naam [A], wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaten: H.J.W. Alt en F.I.S.A.L. van Velsen,
tegen
1. [verweerder 1], wonende te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.