NJ 2019/309
Recht op consultatiebijstand in geval van vragen aan verdachte naar zijn betrokkenheid bij een strafbaar feit, ook als dat strafbaar feit nog niet vaststaat.
HR 06-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2056, m.nt. T. Kooijmans
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 november 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
17/00795
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
T. Kooijmans
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS73103:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2056, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1012, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑04‑2017
- Wetingang
Essentie
Recht op consultatiebijstand in geval van vragen aan verdachte naar zijn betrokkenheid bij een strafbaar feit, ook als dat strafbaar feit nog niet vaststaat.
Samenvatting
Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet behoefde te worden gewezen op zijn recht op raadpleging van een advocaat op het moment dat hem door de opsporingsambtenaar werd gevraagd of hij een hennepkwekerij in zijn woning had, aangezien de hennepkwekerij op dat moment nog niet was ontdekt en de gestelde vraag daarom kennelijk geen betrekking had op 'een reeds geconstateerd strafbaar feit'. Voor zover dit oordeel berust op de opvatting dat het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.