De procesovereenkomst
Einde inhoudsopgave
De procesovereenkomst (BPP nr. XIII) 2012/4.4.1:4.4.1 Inleiding
De procesovereenkomst (BPP nr. XIII) 2012/4.4.1
4.4.1 Inleiding
Documentgegevens:
M.W. Knigge, datum 24-10-2012
- Datum
24-10-2012
- Auteur
M.W. Knigge
- JCDI
JCDI:ADS385944:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Verder noemt dit lid het geval dat een beroep op de afspraak in verband met onvoorziene omstandigheden redelijkerwijs niet kan worden gedaan. Zie hierover par. 10.5.1.
Zie ook Van der Wiel 2004, p. 187; Lindijer 2006, p. 443, nr. 434; Asser 1999, p. 25,26. Zie m.b.t. het Duitse recht Wagner 1998, p. 57; Schlosser 1968, p. 9; Baumgartel 1957, p. 187-188; Schiedermair 1935, p. 47-48.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In de vorige paragraaf is gebleken dat geen onderscheid gemaakt kan worden tussen twee verschillende typen procesovereenkomst. Een procesovereenkomst is een overeenkomst waarbij partijen afwijken van een regel van procesrecht. Het is de vraag hoe bepaald kan worden wanneer partijen geldig van het procesrecht kunnen afwijken. Uitgangspunt is dat partijen enkel kunnen afwijken van regelend recht. Dit wordt bevestigd door artikel 191 lid 2 Rv. Uit deze bepaling blijkt dat partijen bij een comparitie na voorlopig getuigenverhoor afspraken kunnen maken over de verdere wijze van behandeling van geschillen. Een beroep in rechte op deze afspraken kan volgens dit artikel echter onder andere niet worden gedaan, voor zover zij in strijd komen met een dwingende wetsbepaling of met de fundamentele beginselen van behoorlijke rechtspleging.1 Deze bepaling maakt kortom duidelijk dat partijen niet kunnen afwijken van geschreven en ongeschreven dwingend procesrecht. Om te bepalen of partijen van een procesregel af kunnen wijken, zal dus moeten worden vastgesteld of hij regelend van aard is.2
Voordat de vraag naar de omvang van het regelend procesrecht zal worden besproken (paragraaf 4.5), zal in deze paragraaf eerst het onderscheid tussen de begrippen regelend recht, dwingend recht dat niet en dwingend recht dat wel van openbare orde is nader worden uitgediept.