Einde inhoudsopgave
Alle omstandigheden van het geval (O&R nr. 77) 2013/2.1
2.1 Inleiding
mr. P.T.J. Wolters, datum 01-03-2013
- Datum
01-03-2013
- Auteur
mr. P.T.J. Wolters
- JCDI
JCDI:ADS300948:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
§ 2.5.
De §§ 2.2 en 2.3.
De §§ 2.2, 2.3.1, 2.3.2 en 2.3.3.
§ 2.4.
Zie § 2.2 over de invloed van regels van moraal op de werking van de redelijkheid en billijkheid.
§ 1.4.1.1. Zie § 2.5.1 over de invloed van rechtsbeginselen op de werking van de redelijkheid en billijkheid.
HR 13 juli 2007, NJ 2007, 434 (ABN AMRO).
Rb. Utrecht 23 februari 2005, JOR 2005, 125 (Neomet/Van Lanschot), Hof Leeuwarden 7 juni 2011, JOR 2011, 259 (A/ABN Amro) en Cherednychenko 2012b, p. 230. Vergelijk ook HR 23 mei 1997, NJ 1998, 192 (Rabobank/Everaars) en HR 26 juni 1998, NJ 1998, 660 (Van der Klundert/Rabobank).
Zie noot 137 en § 2.5.
HR 18 november 1983, NJ 1984, 345 (Shu/Lam) en § 2.5.3.
Zie noot 134 en § 2.5.
HR 20 juni 1986, NJ 1987, 35 (Citronas).
Vergelijk HR 26 juni 1998, NJ 1998, 660 (Van der Klundert/Rabobank).
Zie noot 174 en de §§ 2.5.1 en 4.3.
Zie noot 172 en § 2.5.1.
De hoofdcategorie ‘normen’ omvat alle regels die invloed uitoefenen op de werking van de redelijkheid en billijkheid. Zij omvat rechtsnormen zoals wetsbepalingen.1 Morele regels en gedeelde opvattingen vallen echter ook onder de benaderingswijze.2 De categorie omvat zowel algemeen geldende normen als de normen die slechts in een bepaalde kring van de maatschappij gelden.3 Zij omvat daarnaast normen die worden geformuleerd voor een concreet geval. Zo beïnvloeden ook de uitspraken van rechters de werking van de redelijkheid en billijkheid.4
De hoofdcategorie ‘normen’ lijkt voor een opmerkelijke benaderingswijze te staan. De werking van de redelijkheid en billijkheid is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Is een norm wel een ‘omstandigheid van het geval’? Normen bestaan immers onafhankelijk van het geval. Daarbij beïnvloeden rechtsnormen de rechtsbetrekking onafhankelijk van de redelijkheid en billijkheid.
Toch beïnvloeden normen de werking van de redelijkheid en billijkheid wel degelijk. Niet iedere norm beïnvloedt de rechtsbetrekking direct. Deze normen kunnen via de redelijkheid en billijkheid toch invloed uitoefenen. Sommige normen zijn naar hun aard niet bedoeld om de rechtsbetrekking direct te beïnvloeden. Morele normen hebben bijvoorbeeld geen directe werking.5 Rechtsbeginselen zijn te algemeen voor onverkorte directe toepassing.6 Ook ‘soft law’ zoals de Corporate Governance Code beïnvloedt de werking van de redelijkheid en billijkheid.7
Ook normen met rechtstreekse werking kunnen de werking van de redelijkheid en billijkheid beïnvloeden. Zij kunnen deze invloed uitoefenen als zij in het concrete geval geen rechtstreekse werking hebben. De op de redelijkheid en billijkheid gebaseerde privaatrechtelijke zorgplicht van een bank is bijvoorbeeld mede afhankelijk van de voor haar geldende publiekrechtelijke gedragsregels.8
Ten slotte kunnen ook normen met rechtstreekse invloed op de rechtsbetrekking in het concrete geval de werking van de redelijkheid en billijkheid beïnvloeden. De norm en zijn ‘kenmerken’ kunnen voor of tegen een bepaalde werking van de redelijkheid en billijkheid pleiten. De strekking van een norm beïnvloedt bijvoorbeeld de eventuele conversie op grond van art. 3:42 BW.9
Normen beïnvloeden de werking van de redelijkheid en billijkheid alleen als zij op enige manier bij het concrete geval zijn betrokken. Zij kunnen dat op verschillende manieren zijn. Allereerst kan de norm de verwachtingen en gedragingen van de betrokken partijen beïnvloeden. Chinese maatstaven kunnen bijvoorbeeld van belang zijn als twee Chinezen twisten over de arbeidsverhouding in een Chinees restaurant.10
Een norm is daarnaast bij het geval betrokken als een eventuele werking van de redelijkheid en billijkheid haar rechtsgevolgen beïnvloedt. De kenmerken van de norm beïnvloeden deze eventuele werking. Het dwingendrechtelijke karakter van een norm pleit bijvoorbeeld tegen een beperking van de rechtsgevolgen van deze norm.11 Normen kunnen daarnaast bij het geval betrokken zijn vanwege hun plaats en functie in het rechtsstelsel. Het ‘stelsel van de wet’ kan bijvoorbeeld pleiten voor de doorwerking van een beding tegenover een derde.12 De aantasting van een specifiek belang pleit voor de relevantie van een norm die dit belang tracht te beschermen.13
Ook de kenmerken van een partij kunnen leiden tot de betrokkenheid van een norm. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur beïnvloeden de werking van de redelijkheid en billijkheid als één van de partijen een overheid is.14 Ten slotte zijn beginselen en andere ‘brede’ normen bij het geval betrokken als zij in het concrete geval worden geschonden. Het gelijkheidsbeginsel is bijvoorbeeld van toepassing als gelijke arbeid niet op gelijke wijze wordt beloond.15
De redelijkheid en billijkheid eist dat de partijen rekening houden met de betrokken normen. Zij werkt in het nadeel van de partij die deze normen overschrijdt. Verschillende typen normen beïnvloeden de werking van de redelijkheid en billijkheid. Ik behandel achtereenvolgens de invloed van morele regels (§ 2.2), ‘gedeelde opvattingen’ (§ 2.3), de oordelen van een autoriteit (§ 2.4) en rechtsnormen (§ 2.5). In § 2.6 volgt een conclusie over de hoofdcategorie ‘normen’.